Search

Deze studie heeft tot doel om de stikstofbalans en de nood aan eiwitten bij adolescente sprinters na te gaan in functie van de groeisnelheid en de fysieke ontwikkeling. Zestig adolescente sprinters werden twee maal per jaar opgevolgd gedurende een periode van twee jaar. Hun individuele groeicurves en het moment van hun groeispurt werden bepaald. Ook werd de skeletspiermassa (SSM) bepaald aan de hand van antropometrische metingen, en hun vetpercentage door onderwater densitometrie. Ten slotte hielden de sprinters 7 dagen lang een dagboek bij over hun voeding en fysieke activiteit op basis waarvan hun energiebalans en eiwitinname bepaald werden. De stikstofbalans werd berekend aan de hand van de analyse van het stikstof in 24u-urinestalen die afgenomen werden op één week- en één weekenddag. Lichaamslengte, gewicht en skeletspiermassa stegen gedurende de onderzoeksperiode bij zowel jongens als meisjes. De gemiddelde dagelijkse eiwitinname schommelde tussen 1,4 en 1,6g per kg lichaamsgewicht bij zowel jongens alsmeisjes. Om een positieve stikstofbalans te bekomen was een eiwitinname nodig van 1,46g per kg per dag bij meisjes en 1,35g per kg per dag bij jongens. Er werden hierbij geen verschillen gemeten bij de deelnemers tijdens en na hun groeispurt. Geen enkele parameter bleek een significante invloed te hebben op de stikstofbalans. Als conclusie kan worden gesteld dat een dagelijkse eiwitinname van ongeveer 1,5g per kg lichaamsgewicht voldoende was om in een positieve stikstofbalans te blijven, zelfs tijdens de groeispurt. Het lijkt op basis van deze resultaten dan ook onnodig om de eiwitinname te verhogen wanneer de sprinter een versnelde groei doormaakt van lichaamslengte of van spiermassa.

This longitudinal study analyses the development and predictability of static strength and their interactions with maturation in youth. Of 515 children followed annually from age 6 to 18 years, 59 males and 60 females were measured again at age 35. Early, average, and late maturity groups were established. Body height and mass were assessed. Static strength was measured using handgrip dynamometry. Pearson correlations were used as tracking coefficients. From 6 to 12 years of age, no static strength differences were found to exist between the maturity groups of both sexes. Static strength is significantly higher in early than in average and late maturing boys (age 13-16). In girls, a dose-response effect exists (age 11-14). Adult static strength predictability is low in early maturing boys and late maturing girls. It is moderate to high (50-76%) in the other maturity groups up to age 14. Predictors for adult static strength are childhood and adolescent handgrip dynamometry (in females only), medicine ball throw, sit-up, hockey ball throw, and 25-m sprint. Handgrip is a fair predictor of adult static strength at most ages in early and average maturing females; in average maturing males, it is a predictor at age 11. Other indicators of strength (e.g. hockey ball throw) are predictors in males.

/

/