Het doel van dit onderzoek is de beschrijving van de milieuhygienische kwaliteit van bouwstoffen na medio 1998 en de evaluatie van: - de toepasbaarheid van bouwstoffen onder de voorwaarden van het Bouwstoffenbesluit, - de consequenties van de normstelling voor het (her)gebruik van bouwstoffen, - de kritische componenten en in hoeverre ze beinvloedbaar zijn, -kwaliteitsverbeteringen t.o.v. de ex-ante evaluatie in 1997, - problemen in de praktijk. Voor dit doel zijn gegevens over samenstelling en uitloging verzameld en geevalueerd. Voor iedere bouwstof is een materiaalblad gemaakt waarin toepasbaarheid, milieuhygienische kwaliteit en kwaliteitsverbeteringen beschreven staan. De milieuhygienische kwaliteit is getoetst aan de normen van het Bouwstoffenbesluit voor drie toepassingshoogten: 0,2 0,7 en 2,0 meter. 98-99% van de bouwstoffen voldoet hieraan. Het totale hergebruik van bouwstoffen is toegenomen van 141 Mton in 1997 tot 155 Mton in 2001. Dit is het gevolg van de verdubbeling van het hergebruik van granulaire secundaire bouwmaterialen. Het totale (her)gebruik van bouwstoffen bestaat voor 76% uit primaire en voor 24% uit secundaire bouwstoffen.Voor een beperkt aantal bouwstoffen zijn er aanzienlijke problemen om aan het normkader van het Bouwstoffenbesluit te voldoen: Gereinigde grond (antimoon); AVI-bodemas (koper, molybdeen; bij aflopen tijdelijke regeling zonder kwaliteitsverbetering 70% niet meer toepasbaar); mijnsteen (antimoon, seleen); granulaten uit bouw- en sloopafval (sulfaat; opsplitsen van partijen); baggerspecie: (fluoride, sulfaat); tarragrond (minerale olie, DDD/DDE/DDT, aldrin/dieldrin/endrin); klei (DDD/DDE/DDT, drins). Algemene kwaliteitsgerelateerde knelpunten zijn de verhoogde keuringsfequentie die het gevolg is spreiding in meetwaarden, het verschil in bemonstweringsinspanning bij grond en de tijd, kosten en kwaliteit van partijkeuringen.