Search

Langzamerhand weekt TNO het etiket van zich af dat vermeldde 'bij deze onderzoeksorganisatie blijft veel kennis ten behoeve van het MKB op de plank liggen'. Met verschillende projecten en programma's richt TNO zich op het hedendaagse MKB, maar dan wel met een praktische blik op de toekomst. Natuurlijk, de term 'smart industry' valt wel als Erik Ham, TNO-programmamanager MKB, aan het woord is. Maar juist de toegepaste uitwerking ervan naar het MKB, maakt TNO vandaag de dag 'MKB-proof'.

Langzamerhand weekt TNO het etiket van zich af dat vermeldde 'bij deze onderzoeksorganisatie blijft veel kennis ten behoeve van het MKB op de plank liggen'. Met verschillende projecten en programma's richt TNO zich op het hedendaagse MKB, maar dan wel met een praktische blik op de toekomst. Natuurlijk, de term 'smart industry' valt wel als Erik Ham, TNO-programmamanager MKB, aan het woord is. Maar juist de toegepaste uitwerking ervan naar het MKB, maakt TNO vandaag de dag 'MKB-proof'.

Reflection on the importance of International Roma Day

Awareness with recall is defined as 'both conscious experience and memory of events during surgery'. Perceptions of sound, pain or paralysis and assimilation of these in the memory can lead to post-traumatic stress disorder. Prospective studies report an incidence of 0.1-1%. Risk factors include those circumstances that result in under-dosing of anaesthetic agents relative to the patient's specific requirement. A lack of reliable monitoring of depth of anaesthesia is a result of our limited knowledge of the effect of anaesthetics on consciousness and memory. No additional benefit has been shown for the use of bispectral index (BIS) monitoring compared with measuring the expired concentration of an inhaled anaesthetic agent. High-risk patients undergoing total intravenous anaesthesia may benefit from BIS for monitoring depth of anaesthesia. Further scientific investigation of the neurological processes involved in awareness with recall is required in order to develop novel monitoring techniques.

Innoveren is niet vanzelfsprekend en voor velen onbekend terrein. MKB-Nederland en TNO hebben dit boek geschreven om ondernemers hierbij te ondersteunen. Wat is innovatie nu eigenlijk, en hoe te ontdekken waar kansen liggen? Een goed idee is een goed begin, maar dan? Het omzetten van een idee in daden kost soms hoofdbrekens. Gelukkig zijn er allerlei instanties die daarbij kunnen helpen. Procesmatig, maar ook financiëel en technologisch. Maar vergeet ook niet dat dat mooie product of die verandering in een proces ook nog verkocht moet worden! Marketing is een vak apart, maar wel een vak dat geleerd kan worden. Ook daar worden bruikbare handvatten voor aangereikt. Menig ondernemer is al voorgegaan met een succesvolle innovatie. Dit boek bevat dan ook ervaringsverhalen van collega’s.

Innoveren is niet vanzelfsprekend en voor velen onbekend terrein. MKB-Nederland en TNO hebben dit boek geschreven om ondernemers hierbij te ondersteunen. Wat is innovatie nu eigenlijk, en hoe te ontdekken waar kansen liggen? Een goed idee is een goed begin, maar dan? Het omzetten van een idee in daden kost soms hoofdbrekens. Gelukkig zijn er allerlei instanties die daarbij kunnen helpen. Procesmatig, maar ook financiëel en technologisch. Maar vergeet ook niet dat dat mooie product of die verandering in een proces ook nog verkocht moet worden! Marketing is een vak apart, maar wel een vak dat geleerd kan worden. Ook daar worden bruikbare handvatten voor aangereikt. Menig ondernemer is al voorgegaan met een succesvolle innovatie. Dit boek bevat dan ook ervaringsverhalen van collega’s.

Nederlandse professoren staren zich blind op publicaties. Maar daarvoor zijn ze niet aangesteld, betoogt Barbara Oomen.

Nederlandse professoren staren zich blind op publicaties. Maar daarvoor zijn ze niet aangesteld, betoogt Barbara Oomen.

het Nederlands Verbond van de Groothandel (NVG) is de overkoepelende ondernemersorganisatie die de veelzijdige belangen behartigt van de Nederlandse groothandel en de daaraan gelieerde internationale handel. Onder het VNG vallen ongeveer 40 brancheverenigingen. Het NVG heeft in 2010 een strategie document opgesteld. Een van de speerpunten van het NVG is "Duurzaamheid". In een Branche Innovatie Contract met TNO is dit onderwerp in 2011 opgepakt. Om hieraan concreet invulling te kunnen geven is het belangrijk om te weten hoe het begrip duurzaamheid doorwerkt in de groothandel. Daartoe heeft het VNG in samenwerking met TNO een enquête opgesteld, waarin onderscheid wordt gemaakt tussen duurzaamheid ten aanzien van transport, huisvesting, personeel en meten en rapporteren

Onderzoek en innovatie zijn de motor voor (toekomstige) welvaart en welzijn van Nederland. Om internationaal concurrerend te blijven, moeten we de ambitie behouden én realiseren om als Nederland tot de top vijf kenniseconomieën van de wereld te behoren. Nederland zit daartegenaan, maar zal extra stappen moeten zetten om daar te komen. Dat vraagt vooral om investeringen in onderzoek en innovatie, zowel publiek als privaat.

Onderzoek en innovatie zijn de motor voor (toekomstige) welvaart en welzijn van Nederland. Om internationaal concurrerend te blijven, moeten we de ambitie behouden én realiseren om als Nederland tot de top vijf kenniseconomieën van de wereld te behoren. Nederland zit daartegenaan, maar zal extra stappen moeten zetten om daar te komen. Dat vraagt vooral om investeringen in onderzoek en innovatie, zowel publiek als privaat.

TNO, Nederland’s grootste zelfstandige researchorganisatie, speelt van oudsher een belangrijke rol binnen de Nederlandse kennisinfrastructuur. In het kader van het 80 jarig jubileum van TNO in 2012 heeft de SHT de geschiedenis van de organisatie in kaart gebracht. Het bijna 300-pagina's tellende boek is ook een maatschappijgeschiedenis. De onderzoeksactiviteiten van TNO weerspiegelen immers de vraagstukken die de afgelopen 80 jaar leefden in Nederland. In de ontwikkeling van de organisatie is de dynamiek van de samenleving zichtbaar. Tegelijkertijd beïnvloedde TNO op haar beurt de geschiedenis van Nederland. In relatie tot TNO komen grote thema’s zoals de industrialisatie en modernisering van Nederland, het welzijn van de Nederlander en de nationale veiligheid uitgebreid aan bod.

Het #kennisdebat en Twitterkrant komen voort uit een samenwerking tussen VSNU, NWO, KNAW, HBO-raad, TNO, VNO-NCW en MKB-Nederland. De twitterkrant heeft een oplage van 10.000 stuks en is online beschikbaar op www.twitterdebatkennisinnovatie.nl en als pdf.

het Nederlands Verbond van de Groothandel (NVG) is de overkoepelende ondernemersorganisatie die de veelzijdige belangen behartigt van de Nederlandse groothandel en de daaraan gelieerde internationale handel. Onder het VNG vallen ongeveer 40 brancheverenigingen. Het NVG heeft in 2010 een strategie document opgesteld. Een van de speerpunten van het NVG is "Duurzaamheid". In een Branche Innovatie Contract met TNO is dit onderwerp in 2011 opgepakt. Om hieraan concreet invulling te kunnen geven is het belangrijk om te weten hoe het begrip duurzaamheid doorwerkt in de groothandel. Daartoe heeft het VNG in samenwerking met TNO een enquête opgesteld, waarin onderscheid wordt gemaakt tussen duurzaamheid ten aanzien van transport, huisvesting, personeel en meten en rapporteren

Onderzoek en innovatie zijn de motor voor (toekomstige) welvaart en welzijn van Nederland. Om internationaal concurrerend te blijven, moeten we de ambitie behouden én realiseren om als Nederland tot de top vijf kenniseconomieën van de wereld te behoren. Nederland zit daartegenaan, maar zal extra stappen moeten zetten om daar te komen. Dat vraagt vooral om investeringen in onderzoek en innovatie, zowel publiek als privaat.

Het #kennisdebat en Twitterkrant komen voort uit een samenwerking tussen VSNU, NWO, KNAW, HBO-raad, TNO, VNO-NCW en MKB-Nederland. De twitterkrant heeft een oplage van 10.000 stuks en is online beschikbaar op www.twitterdebatkennisinnovatie.nl en als pdf.

De schrik van iedere archiefbeheerder en bibliothecaris zijn schimmels, want die verkruimelen op den duur op het papier. Uit recent onderzoek blijkt dat door de behandeling met gammastralen de conditie van het vaak broze documentatiemateriaal nauwelijks verder wordt aangetast

Al sinds 1932 draagt TNO via projecten, programma’s en andere activiteiten bij aan het toepasbaar maken van kennis voor en het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Dit doen we in opdracht van het Nederlandse bedrijfsleven en de overheid, nationaal en internationaal. Met ons onderzoek dragen we bij aan kostenbesparingen, zorgen we voor innovatieve doorbraken en versterken we de positie van het Nederlandse bedrijfsleven.

6 lnleiding: waar liggen de wortels van de Nederlandse kenniseconomie? DEEL 1 : de oorsprong van de kenniseconomie 13 De grote kloof: waarom begon de Industriële Revolutie niet in China? 24 De kleine kloof: hoe kwam Nederland aan zijn technisch paradijs? 35 De verlichte economie: waarom begon de Industriële Revolutie niet in Nederland? 45 De Gouden Delta: doet technologie er nog toe in de 21ste eeuw? DEEL 2: TNO en de oorsprong van de kenniseconomie 53 TNO als icoon van het verlichtingsideaal 56 TNO en 'gecodificeerde kennis' 60 TNO en 'stilzwijgende kennis' 65 TNO: de oude en nieuwe missie 73 Noten

Management Samenvatting 3 Inhoudsopgave 15 1 Inleiding 17 1.1 Aanleiding en context17 1.2 Doelstelling evaluatie 18 1.3 Aanpak 20 1.4 Leeswijzer 21 2 Vraagsturing – aanleiding en opzet van het proces 23 2.1 Vraagsturing gedefinieerd 23 2.2 Advies van de Commissie Wijffels 25 2.3 Kabinetsreactie op het advies 29 2.3.1 Reactie kabinet op rapport van de Cie. Wijffels 29 2.3.2 Oprichting van de Regiegroep Vraagsturing – Augustus 2004 31 2.3.3 Uitwerking van vraagsturing door de Regiegroep – 2004/2005 32 2.3.4 Voortgangsrapportage Tweede Kamer – November 2005 32 2.4 Organisatorische inrichting van het vraagsturingsproces 33 2.4.1 Inrichting van het proces 34 2.4.2 Oprichting van de CEKI Werkgroep, het Platform Instituten en het Platform Pen- en regievoerders 37 2.5 Financiële middelen voor het instrument Vraagsturing 39 2.5.1 Overzichten van de totale financiering, per thema, financier en ontvangend instituut 40 2.5.2 Opsplitsing van VPfinanciering in BTK, KAV en KAVOT 44 3 Vraagsturing in de praktijk en resultaten ervan 47 3.1 Thematische innovatiesystemen, overheidsrollen en sturingsmechanismen 47 3.2 Centrale coördinatie en regie bij de ministeries en interdepartementale afstemming 50 3.2.1 De overheid als regisseur 50 3.2.2 Verschuivingen op niveau Thema’s 52 3.2.3 Verschuivingen op niveau VP’s (binnen thema’s) 54 3.3 Versterking van het kennisen onderzoeksbeleid 58 3.4 Structuur- en organisatiewijzigingen bij instituten 59 3.4.1 Discussie rondom Grote Faciliteiten 60 3.4.2 Grote structuurwijzigingen bij de instituten 62 3.4.3 Organisatorische veranderingen om de interactie met bedrijven en maatschappelijke organisaties te bevorderen 63 3.4.4 Effect van (re)organisaties 66 3.5 Betrokkenheid van bedrijven en maatschappelijke organisaties 67 3.5.1 Werking van de kennisarena’s en directe betrokkenheid van bedrijven en maatschappelijke organisatie bij Vraaggestuurde Programma’s 68 3.5.2 De ontwikkeling van contractonderzoek van instituten 70 3.5.3 Betere aansluiting van bedrijven en maatschappelijke organisaties op onderzoeksresultaten van instituten 74 3.6 Aansluiting met andere kennisinstellingen en internationale samenwerking 76 3.6.1 Samenwerking met andere kennisinstellingen 76 3.6.2 Samenwerking in internationale context 80 3.7 Wat heeft het instrument Vraagsturing TNO en GTI’s per saldo opgeleverd? 83 3.7.1 Enkele kanttekeningen bij impactmeting 84 3.7.2 Balans instrument Vraagsturing TNO en GTI’s 89 4 Kritieke Succesfactoren en toekomstige vraagsturing 95 4.1 Succes gedefinieerd 95 4.2 Kritieke succesfactoren voor vraagsturing 96 4.3 Overwegingen bij toekomstige vormgeving van vraagsturing 100 Literatuur 105 Lijst van afkortingen en begrippen 107 Bijlage A. Procesbeschrijving 111 A1. Beschrijving methoden en uitvoering onderzoek 111 A2. Leden van de begeleidingscommissie 113 Bijlage B. Tijdslijnen 115 B1. Tijdslijn op basis van Beleidsdocumenten 115 B2. Tijdslijn op basis van documenten CEKI-werkgroep 118 B3. Tijdslijn op basis van documenten Platform Instituten 129 B4. Tijdslijn op basis van documenten Platform Pen- en regievoerders 133 Bijlage C. Interviews 145 C1. Overzicht gesprekspartners 145 C2. Interview Protocol 147 Bijlage D. Multistakeholder sessies 149 D1. Deelnemers per thematische workshop 149 D2. Protocol thematische workshops 152 D3. Uitkomsten van de stellingen 155 D4. Uitkomsten van de Trade-offs 164 D5. Belangrijkste knelpunten 169 D6. Belangrijkste verbeterpunten 170 Bijlage E. Kwantitatief onderzoek 173 E1. Opgevraagde informatie bij instituten/penvoe[r]ders 173 E2. Opgevraagde informatie bij regievoerders 175 Bijlage F. Strategische workshop 177 F1. Deelnemers aan de strategische workshop 177 F2. Protocol strategische workshop 177

Al sinds 1932 draagt TNO via projecten, programma’s en andere activiteiten bij aan het toepasbaar maken van kennis voor en het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Dit doen we in opdracht van het Nederlandse bedrijfsleven en de overheid, nationaal en internationaal. Met ons onderzoek dragen we bij aan kostenbesparingen, zorgen we voor innovatieve doorbraken en versterken we de positie van het Nederlandse bedrijfsleven.

Onder de titel 'Naar de Top' heeft de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) de hoofdlijnen van het nieuwe bedrijvenbeleid geformuleerd. Dit richt zich op negen topsectoren: Energie, Logistiek, Creatieve Industrie, High Tech, Chemie, Tuinbouw, Water, Voedsel en Life Sciences. Voor elk topgebied zal een actie-agenda worden opgesteld met als belangrijk onderdeel een kennis- en onderzoeksagenda. De minister heeft aan TNO en NWO een prominente plaats toebedacht bij het ontwikkelen en uitvoeren van deze agenda. In onze reactie naar de minister hebben wij het grote belang van het nieuwe beleid onderschreven en aangegeven ons volledig te willen inzetten voor het welslagen hiervan. De doelstellingen van het beleid liggen in het hart van onze missie en onze nieuwe strategie 'Innoveren met Impact'. Hier ligt een uitdaging om TNO en de GTI's, DLO en NWO verder op de kaart te zetten als dé innovatiemotor voor de Nederlandse economie en samenleving. We onderkennen echter ook, dat dit niet eenvoudig zal zijn door de gelijktijdige grote bezuinigingen op innovatie, onderzoek en onderwijs. We zullen meer moeten gaan presteren met minder middelen. Scherpere keuzes en meer samenwerking tussen alle betrokken partijen zullen noodzakelijk zijn. Als eerste bijdrage om tot een concrete aanpak te komen heeft TNO voor elke topsector een position paper opgesteld. Deze zijn in dit boekje gebundeld. Elk paper geeft een schets van de sector, de belangrijkste uitdagingen en een eerste aanzet voor de kennis- en onderzoeksagenda. Graag brengen wij deze papers in voor verdere discussie in en met de topteams. Gezien het grote belang, ook in economisch opzicht, van de maatschappelijke thema's Veiligheid, Arbeidsproductiviteit & Arbeidsparticipatie en Ruimte & Stedelijke Ontwikkeling is hierover ook een position paper opgenomen. Onze inhoudelijke bijdrage aan de topsectoren vindt zijn basis in het Strategisch Plan van TNO met 20 innovatiegebieden en hierbinnen concrete proposities, alle reeds getoetst bij klanten en stakeholders. Wij zullen deze proposities inbrengen met als inzet in elke topsector te komen tot één gezamenlijke kennisagenda. Verder zal TNO haar kennis en ervaring inbrengen waar het gaat om succesvolle instrumenten en werkwijzen, zoals bv. het cofinancieringsprogramma van TNO. Aan dit onderwerp is het laatste hoofdstuk van dit boekje gewijd. Namens de TNO Raad van Bestuur, Jan Mengelers, voorzitter