Search

Gebruikte matrassen worden steeds vaker gescheiden ingezameld en gerecycled, wat een lagere CO2-uitstoot kent. Toch lijkt dit niet altijd verstandig omdat het recyclen van matrassen relatief duur is.

Van publieke leiders wordt verwacht dat zij complexe vraagstukken of wicked problems effectief weten te hanteren en dat zij met hun samenwerkingspartners publieke waarde creëren. De theorie beschrijft hierbij het belang van ‘relationeel leiderschap’ en de inzet van een dialoog als vorm van gesprek. Maar hoe ziet dit eruit in de praktijk?

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) wil de zorgfinanciering over een andere boeg gooien om innovatie te stimuleren. Dat is omslachtig, vinden de auteurs. Creëer inzicht in het verschuiven van behandelingen en zekerheid over verantwoordelijkheid en financiën, dan komt innovatie vanzelf.

Steeds meer gemeenten gebruiken digitale middelen om het contact met de burger online te vergemakkelijken. Toch gaat deze ontwikkeling niet bij iedere gemeente even snel. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het gegeven dat grotere gemeenten meer mogelijkheden lijken te hebben om te investeren en kenniscapaciteit te ontwikkelen. Dit artikel bespreekt, op basis van het promotieonderzoek van Faber, enkele recente ontwikkelingen in het denken over digitalisering binnen de publieke sector

OBJECTIVE: A sustainable healthcare system calls for strengthening the focus on prevention. In general, there is no articulated demand for preventive interventions by an individual. Prevention therefore requires a programmatic approach. Based on an empirical analysis of primary and secondary prevention in our healthcare system, we identify crucial elements of such an approach. DESIGN: Desk research METHOD: The online publication is based on 41 preventive interventions that, according to US guidelines for adults, certainly will (grade A) or are very likely (grade B) to improve health. We investigated whether these interventions were implemented in a similar manner in clinical or public health practice in the Netherlands, and how these interventions are organized, implemented and funded. RESULTS: In the US, a systematic approach for disease prevention is recommended for 15 drug or behavioural interventions. In the Netherlands, six of these (e.g. counselling excessive alcohol consumption) are offered only to patients who present themselves with complaints or questions. In the US, systematic early detection is recommended for 26 diseases. In the Netherlands, for eleven of those, no early detection programme has been implemented (e.g. hypertension). In the Netherlands, all interventions have a basis for funding. CONCLUSION: Firstly, it is recommended that consensus will be reached in the Netherlands about which preventive interventions should be systematically offered to whom. Secondly, strengthening prevention implies the systematic identification of those who might benefit from interventions, especially in case of drug and behavioural ones. Thirdly, our analysis points to the importance of funding that aligns with a programmatic approach.

OBJECTIVE: A sustainable healthcare system calls for strengthening the focus on prevention. In general, there is no articulated demand for preventive interventions by an individual. Prevention therefore requires a programmatic approach. Based on an empirical analysis of primary and secondary prevention in our healthcare system, we identify crucial elements of such an approach. DESIGN: Desk research METHOD: The online publication is based on 41 preventive interventions that, according to US guidelines for adults, certainly will (grade A) or are very likely (grade B) to improve health. We investigated whether these interventions were implemented in a similar manner in clinical or public health practice in the Netherlands, and how these interventions are organized, implemented and funded. RESULTS: In the US, a systematic approach for disease prevention is recommended for 15 drug or behavioural interventions. In the Netherlands, six of these (e.g. counselling excessive alcohol consumption) are offered only to patients who present themselves with complaints or questions. In the US, systematic early detection is recommended for 26 diseases. In the Netherlands, for eleven of those, no early detection programme has been implemented (e.g. hypertension). In the Netherlands, all interventions have a basis for funding. CONCLUSION: Firstly, it is recommended that consensus will be reached in the Netherlands about which preventive interventions should be systematically offered to whom. Secondly, strengthening prevention implies the systematic identification of those who might benefit from interventions, especially in case of drug and behavioural ones. Thirdly, our analysis points to the importance of funding that aligns with a programmatic approach.

In 2018 heeft Leading the Change het Talma Instituut verzocht een programmatische aanpak te ontwikkelen om zorgprofessionals te faciliteren bij de implementatie van zorgevaluaties op basis van een vooronderzoek. Uitgangspunten daarbij waren het versterken van de leercultuur en het verminderen van drempels voor implementatie. Op basis van een vooronderzoek omvat de voorgestelde aanpak versnelling implementatie door: (1) Ontwikkelen van spiegelinformatie op basis van bestaande, lande¬lijke datasets (EPD en declaratie data), zodat zorgprofessionals inzichtelijk krijgen hoe ze zich gedragen ten opzichte van anderen, een prikkel krijgen om hun gedrag waar nodig aan te passen, en voortgang van implementatie kunnen inzien; (2) Systematische analyse van (financiële) impact door verandering van gangbare behandeling voor patiënt, professional en zorgverlener, zodat eventuele drempels voor implementatie transparant worden en kunnen worden geadresseerd; (3) Formuleren van escalatiemogelijkheden die bijdragen aan de implementatie van zorgevaluaties, met aangrijpingspunten in de verschillende fasen vanaf het opstellen van een ken¬nisagenda voor nader onderzoek tot en met een aanpassing van de vergoeding van zorg. In het rapport zijn de resultaten samengevat. In deze rapportage is per onderdeel in detail doel, aanpak, resultaten en toepassingsmogelijkheden uitgewerkt. De rapportage bevat verwijzingen naar deelrapportages die gedurende het project zijn opgesteld.

Voorafgaand aan toelating tot het verzekerde pakket wordt de prijs van een geneesmiddel meestal beoordeeld op basis van de waarde die het medicijn heeft voor de patiënt. Een middel met een groot effect op de gezondheid en overleving mag meer kosten dan een middel met een klein of onzeker effect. Dat lijkt een rechtvaardig uitgangspunt, maar dergelijke ‘waarde-gedreven’ modellen leiden soms tot onredelijk hoge prijzen. Dit leidt vervolgens weer tot discussies over de grenzen van de bekostiging van zorg en tot vertragingen in de toegankelijkheid van geneesmiddelen. Wij betogen dat het voor verschillende categorieën geneesmiddelen logischer zou zijn om de prijzen te baseren op gemiddelde kosten, eventueel gecombineerd met een bonus voor innovatie, de zogenoemde kostprijs-plus-methode.

Nieuwe vormen van verantwoording die passen bij de interne sturing zijn een kwestie van maatwerk. Dit artikel laat aan de hand van een evaluatie van het experiment Vernieuwend verantwoorden in de gehandicaptenzorg zien dat nieuwe verantwoordingsvormen naast 'willen' ook 'kunnen' nodig hebben, waar organisatiecultuur een belangrijk fundament van is.

Nederlandse promovendi werken veelal niet onder aanvaardbare arbeidsvoorwaarden en voor promovendi uit het buitenland is de situatie vaak nog erger. Bram Faber en Lucille Mattijssen doen voorstellen voor betere bescherming van deze sandwichpromovendi.

geen abstract nodig

There is an increased interest among scientists and practitioners in leadership in complex and adaptive systems (adaptive leadership). Here we present qualitative research into the leadership styles and functions of a small sample of council secretaries in the Netherlands. The results from in-depth interviews show that in practice the formal and bureaucratic leadership functions are still dominant, leaving little room for adaptive and enabling leadership. This paper explores the extent to which the public and political circumstances influence the execution of these leadership functions. The main conclusion of our research is that leadership theory and practice diverge greatly.