Search

In a project on Financial Communication, research has been done in the domains of pensions, mortgages and debt collection. This paper presents the results of three studies, concentrating on the pension domain. In the first study we reflect upon mandated disclosure. We demonstrate that the legal context for pension communication is far more detailed than for the other domains. There is a specific law on pension communication with detailed instructions for different documents. Pension organizations consider these obligations as a hindrance for effective and tailored pension communication. In the second study we tested whether participants could locate and comprehend specific information in two versions (original and revision) of three pension documents. We also measured the level of financial literacy of the participants. We demonstrate that in one case study the revision of the document resulted in a reverse Matthew-effect: participants with lower levels of financial literacy performed better in finding information using the revised document compared to the original. This reverse effect is labelled as a Martinus-effect.

Mens en dier delen dezelfde ziektes. Daarom werken dierenartsen en mensendokters wereldwijd steeds meer samen. Beide specialisten kunnen veel van elkaar leren.

Onderzoek naar taal en communicatie heeft zich in het verleden veel te veel gericht op taal als systeem om berichten te coderen, een soort TCP/IP (netwerkprotocol voor communicatie tussen computers). Dat moet maar eens veranderen, stelde prof. dr. Jos van Berkum, hoogleraar Discourse, Cognitie en Communicatie, in zijn oratie die hij op 30 september hield aan de Universiteit Utrecht. Hij pleit voor meer onderzoek naar de sterke verwevenheid van taal en gevoel. Wat hebben taal en gevoel met elkaar te maken? Op het eerste gezicht wellicht niet zo veel. Natuurlijk kunnen we taal gebruiken om iemand te vertellen hoe we ons voelen, of te beschrijven hoe anderen zich voelen. Maar is dat alles? Zo ja, dan hebben taal en gevoel ongeveer net zo veel met elkaar te maken als taal en vakantie: je kan er over praten. Van Berkum laat zien dat taal en gevoel in ons brein veel sterker met elkaar verweven zijn dan dit. In een wereld zonder vakanties is taal nog steeds prima denkbaar. Maar in een wereld zonder gevoelens blijft er van taal niet veel over.

Ondanks aIle aandacht die het onderwerp dierenwelzijn recent krijgt zowel binnen de veterinaire beroepsgroep als in het rnaatschappelijke en politieke krachtenveld, blijft de vraag wat welzijn eigenlijk is, een onderwerp van discussie.

In 2016 zijn van de 22,5 miljoen vluchtelingen in de wereld, meer dan 20.000 vluchtelingen naar Nederland gekomen. Het is een grote uitdaging om deze vluchtelingen in de Nederlandse samenleving te integreren. Integratie wordt als succesvol beschouwd als vluchtelingen hun eigen cultuur kunnen behouden maar ook actief deelnemen in de Nederlandse samenleving. Het aanpassen aan de nieuwe cultuur en het tegelijkertijd behouden van de eigen culturele aspecten vraagt echter veel veerkracht. Veerkracht wordt beschreven als het vermogen om goed om te kunnen gaan met veranderingen en stress. In dit onderzoek hebben we de relatie onderzocht tussen traumatische gebeurtenissen en geestelijke welbevinden en hun samenhang met integratie en veerkracht.

Mens en dier delen dezelfde ziektes. Daarom werken dierenartsen en mensendokters wereldwijd steeds meer samen. Beide specialisten kunnen veel van elkaar leren.

Mensen met bloosangst vormen een heterogene groep waarvan een groot deel ook voldoet aan de criteria van een sociale angststoornis maar een deel ook niet. Bloosangst gaat vaak gepaard met pervasief vermijdingsgedrag en het gebruik van disfunctioneel veiligheidsgedrag om te voorkomen dat anderen het blozen kunnen zien. De lijdensdruk kan groot zijn en een groeiende groep bloosangstigen kiest voor een drastische chirurgische oplossing om van hun blozen af te komen. Verschillende processen kunnen bijdragen aan het ontstaan en voortduren van de angst. Zo kan het gevoel te blozen negatieve gedachten uitlokken over de gevolgen van het blozen. Deze negatieve gedachten kunnen leiden tot angst, hetgeen op zijn beurt weer kan zorgen voor een versterking van de aandacht voor de bron van angst: het blozen. De kans om in zo’n negatieve spiraal verstrikt te raken is waarschijnlijk groot voor bloosangstigen omdat zij de intensiteit van hun blozen overschatten en in sommige situaties ook daadwerkelijk meer en/of sneller lijken te blozen. Dit artikel bespreekt de empirische evidentie voor deze verschillende processen in samenhang met de klinische implicaties.

Onderzoek naar taal en communicatie heeft zich in het verleden veel te veel gericht op taal als systeem om berichten te coderen, een soort TCP/IP (netwerkprotocol voor communicatie tussen computers). Dat moet maar eens veranderen, stelt prof. dr. Jos van Berkum, hoogleraar Discourse, Cognitie en Communicatie, in zijn oratie die hij op 30 september zal houden aan de Universiteit Utrecht. Hij pleit voor meer onderzoek naar de sterke verwevenheid van taal en gevoel. Wat hebben taal en gevoel met elkaar te maken? Op het eerste gezicht wellicht niet zo veel. Natuurlijk kunnen we taal gebruiken om iemand te vertellen hoe we ons voelen, of te beschrijven hoe anderen zich voelen. Maar is dat alles? Zo ja, dan hebben taal en gevoel ongeveer net zo veel met elkaar te maken als taal en vakantie: je kan er over praten. Van Berkum zal laten zien dat taal en gevoel in ons brein veel sterker met elkaar verweven zijn dan dit. In een wereld zonder vakanties is taal nog steeds prima denkbaar. Maar in een wereld zonder gevoelens blijft er van taal niet veel over.

Beschouwing over het emotioneel functioneren van de mens en de rol van emoties in het dagelijks leven.

Ondanks aIle aandacht die het onderwerp dierenwelzijn recent krijgt zowel binnen de veterinaire beroepsgroep als in het rnaatschappelijke en politieke krachtenveld, blijft de vraag wat welzijn eigenlijk is, een onderwerp van discussie.

Belichamingtheorieën voorspellen dat emotieconcepten lichamelijke reacties kunnen opwekken en een invloed kunnen uitoefenen op lichamelijk reacties ten opzichte van nieuw aangeboden stimuli. Deze laatste verwachting is echter nooit direct getest. In het huidige onderzoek testen we beide voorspellingen met behulp van een zogenaamde vervormde zinnen taak. Nadat proefpersonen angst zinnen of neutrale zinnen hadden verwerkt kregen ze angst en neutrale plaatje aangeboden in combinatie met korte uitbarstingen van witte ruis. Zoals verwacht, vonden we belichaamde reacties, i.e. sterkere huidgeleiding reacties en meer corrugator activiteit, tijdens het verwerken van angst zinnen. Verder vonden we sterkere huidgeleiding reacties ten opzichte van angst plaatjes en sterkere schrik reflex modulatie wanneer het angst concept actief was. Ten slotte liet een mediatie analyse zien dat het versterkende effect van conceptuele kennis over angst, volledig werd gemedieerd door belichaamde reacties tijdens het verwerken van angst zinnen.

De gastredactie introduceert het onderwerp van dit themanummer over de rol van emoties in arbeid en organisaties. De termen stemming, emotie en affect worden gedefinieerd en de historische context van affect op het werk wordt geschetst. Ook worden voorbeelden gegeven van theoretisch en empirisch onderzoek op dit terrein, waarbij onderscheid wordt gemaakt in affect als gevolg, affect als oorzaak en affect als mediator. Tot slot worden de vijf bijdragen aan het thema geïntroduceerd. Geconcludeerd wordt dat emoties in arbeid en organisaties zowel maatschappelijk als wetenschappelijk gezien een belangrijk thema is en zal blijven.