Search

Bespreking en analyse van Belgische en Europese rechtspraak in de periode 2010-2021 in de materie van het internationaal privaatrecht inzake personen-, familie- en familiaal vermogensrecht

Deze publicatie, en de bijhorende tentoonstelling in VANDENHOVE Centrum voor Architectuur en kunst, werd gemaakt naar aanleiding van het emeritaat van prof. dr. Bart Verschaffel aan de Vakgroep Architectuur en Stedenbouw van de Universiteit Gent. Met teksten van Dirk De Meyer, Maarten Delbeke, Yves Schoonjans, Wouter Davidts, Sven Sterken, Lionel Devlieger, Rajesch Heynickx, Andrew Leach, Bruno Notteboom, Maarten Van den Driessche, Maarten Liefooghe, Christophe Van Gerrewey, Pieter-Jan Cierkens, Richard Venlet, Niloofar Amini, en Eleni Kamma. This publication, and the accompanying exhibition at VANDENHOVE Centre for Architecture and Art, was made on the occasion of Professor Bart Verschaffel's retirement from the Department of Architecture and Urban Planning at Ghent University. With texts by Dirk De Meyer, Maarten Delbeke, Yves Schoonjans, Wouter Davidts, Sven Sterken, Lionel Devlieger, Rajesch Heynickx, Andrew Leach, Bruno Notteboom, Maarten Van den Driessche, Maarten Liefooghe, Christophe Van Gerrewey, Pieter-Jan Cierkens, Richard Venlet, Niloofar Amini, and Eleni Kamma.

Deze analyse bespreekt uitvoerig de argumenten van voor- en tegenstanders van het wetsvoorstel ter versoepeling van de Belgische abortuswetgeving (2019-…). Het fel bediscussieerde wetsvoorstel beoogt het zelfbeschikkingsrecht van de zwangere persoon uit te breiden en abortus te destigmatiseren. Door vrijwillige zwangerschapsafbreking als gezondheidszorg te kwalificeren geven de indieners van het wetsvoorstel tevens de voorkeur aan een gezondheidsrechtelijk traject op maat van de zwangere persoon als patiënt. De inkorting van de wachtperiode-en het schrappen van abortusspecifieke informatieverplichtingen geven in die zin blijk van vertrouwen in de zwangere persoon, in het kwalitatief handelen van de zorgverlener en in de waarborgen die het gezondheidsrecht reeds biedt. De wetgever dient met andere woorden uit te maken (1) welke regels hij in de context van abortus nodig acht, (2) of deze regels reeds worden gewaarborgd door de algemene gezondheidswetten- en deontologie, en (3) of de vooropgestelde regels hun doel bereiken. Een uitbreiding van het zelfbeschikkingsrecht van de zwangere persoon wordt tevens bewerkstelligd door de termijnuitbreiding van twaalf naar achttien weken voor abortus op verzoek. Een keuze voor een termijn is steeds in zekere mate willekeurig, doch reflecteert een beleidsethische keuze waarbij wordt gezocht naar een evenwicht tussen de bescherming van ongeboren leven en het zelfbeschikkingsrecht van de zwangere persoon. Praktische bekommernissen vormen hierbij geen fundamenteel bezwaar tegen een termijnuitbreiding maar dienen, in overleg met de betrokken sector, te worden geanticipeerd en maximaal te worden opgevangen door middel van organisatorische (niet-noodzakelijk juridische) initiatieven. Ten slotte beogen de indieners van het wetsvoorstel opheffing van alle strafsancties voor vrijwillige zwangerschapsafbreking. Op rechtstheoretisch vlak blijven echter vragen bestaan omtrent de manier waarop dit voorstel een volledige depenalisering doorvoert. Hoewel het tuchtrecht enige rol kan spelen bij gebrek aan strafsancties, creëert de vooropgestelde depenalisering van ongeoorloofde zwangerschapsafbreking door een arts een rechtsonzekere situatie.

Deze publicatie (nummer 99 in de architectuurreeks Vlees & Beton) werd gepubliceerd als catalogus bij een tentoonstelling die de resultaten toont van een studie op het gebied van bouwgeschiedenis, gedaan door UGent’s masterstudenten in engineering architecture gedurende de laatste 4 jaar. Hun analyses (kort essay, digitaal model, 3D-print, VR-presentatie) van 75 constructies dienen om de ontwikkeling van het bouwen in beton in België vanaf 1890 te schetsen. Er zijn voorbeelden gekozen uit alle delen van het land met een verscheidenheid aan programmatische en constructieve typologieën. Bekende klassiekers gaan samen met anonieme gebouwen – nog steeds bestaand of afgebroken. Kerken, huizen, schuilplaatsen voor de wereldoorlog, musea, fabrieken, mijnbouwconstructies, universiteitsbibliotheken, amusementshallen, paviljoens voor de kermis van de wereld. De tentoonstelling loopt van 23/9 tot 23/10 in het Vandenhove Centrum voor Architectuur en Kunst.

De Vlaamse overheid, Departement Omgeving, wil de effecten van verschillende deelsystemen in kaart brengen om toekomstig beleid te onderbouwen. De nadruk van het onderzoek ligt op het verzamelen van actuele kennis over omgevingsimpact in binnen- en buitenland. De focus ligt op de ruimtelijke en milieu aspecten van deelsystemen, aanvullend worden ook de economische en menselijke aspecten onderzocht wanneer die verdere duiding geven aan het deelsysteem.

Atherosclerose is een chronische inflammatoire aandoening die gekenmerkt wordt door de geleidelijke opbouw van plaques in de vaatwand van middelgrote en grote slagaders. De laatste decennia is de behandeling van atherosclerose vooral gericht op het verlagen van de lipidenspiegel. Sommige patiënten reageren echter onvoldoende op lipidenverlagende therapie en hebben daarom nog steeds een resterend cardiovasculair risico. Deze problematiek benadrukt de noodzaak van nieuwe therapeutische strategieën. Aangezien macrofagen betrokken zijn bij alle stadia van de ontwikkeling van atherosclerotische plaques, vormen ze een belangrijk alternatief geneesmiddeldoelwit. Recentelijk zijn verschillende ontstekingsremmende strategieën ontwikkeld om atherosclerose te behandelen of te voorkomen. In dit artikel bespreken we verschillende mechanismen van macrofaagdood en hun impact op atherogenese en plaquestabiliteit. Macrofaagsterfte is een prominent kenmerk van geavanceerde plaques en draagt in belangrijke mate bij tot de vorming van een necrotische kern en de destabilisatie van plaques. Mechanismen van macrofaagdood in atherosclerose zijn onder meer apoptose, passieve of accidentele necrose en secundaire necrose, een vorm van celdood die typisch optreedt wanneer apoptotische cellen onvoldoende worden verwijderd door naburige cellen via een fagocytisch proces dat efferocytose wordt genoemd. Bovendien kunnen vormen van gereguleerde necrose in macrofagen van geavanceerde plaques voorkomen zoals necroptose en ferroptose. Autofagie is een belangrijke overlevingsweg die beschermt tegen celdood, maar massale stimulatie van autofagie bevordert een ander type dood, meestal autose genoemd. Recente studies wijzen erop dat een beter inzicht in de verschillende mechanismen van macrofaagdood, en hoe deze onderling samenwerken, nieuwe farmacologische strategieën kan opleveren om atherosclerose te behandelen en kwetsbare, breukgevoelige plaques te stabiliseren.

Project description of the architecture for the exhibition 'Feast of Fools - Bruegel Rediscovered', at Kasteel van Gaasbeek, Belgium, Spring-Summer 2019. Bilingual Dutch-English catalogue, with French summary. Project by Dirk De Meyer and Bart Macken & Eef Boeckx Architecten.

Despite the many restoration measures launched to prevent the Eelfrom further decline, glass eel recruitment and yellow eel density remain troublesome. Eel life is challenging in Flemish waters, where migration routes are blocked by barriers, where unnatural banks and toxic substances hamper growth and reproductive capacity and where pumping stations abruptly end many Eels’ lives. In spite of high levels of pollutants in its meat, Eels still end up on anglers plates (ca. 30 tons/year). Urgent actions are needed to increase the amount of easily accessible high-quality watercourses with more natural flow dynamics. As long as the tides are not turned, a more vigorous European policy on the restriction of the Eel fishery (including elvers) seems indispensable.

Het begeleidingsgesprek nieuwe medicatie (BNM) is een dienstverlening waarbij de apotheker de doeltreffendheid van een astmatherapie tracht te vergroten door alle facetten van de behandeling toe te lichten aan patiënten, die voor het eerst in twaalf maanden een inhalatiecorticosteroïde gebruiken. Deze geïndividualiseerde begeleiding omvat twee gesprekken, die ongeveer twintig minuten duren, en heeft het aanleren van een correcte inhalatietechniek en het verbeteren van de therapietrouw als voornaamste doelstellingen.

Wat moeten we ervan denken dat meerdere jaren na de geboorte van het voorschrijven op stofnaam bijna niemand erin slaagt om dergelijk voorschrift correct te maken? Het is quasi uitgesloten dat de oorzaak hiervan volledig zou te vinden zijn bij de voorschrijvers. Welke vereisten in de regelgeving over het voorschrijven op stofnaam zorgen er dan voor dat het zo moeizaam lukt? Of heeft men gefaald om dit op een goede manier uit te leggen?

The potential protective effect of zinc on the toxicity of arsenic, cadmium, copper, and nickel on the reproductive ability of Caenorhabditis elegans was investigated. Heavy metals have been addressed as toxic to different organ systems, including the reproductive system. During their evolution, organisms have developed several detoxification systems such as glutathione, metallothioneins, heat shock proteins, and transporters to defend themselves. Zinc is a trace element with well-known antioxidant properties that is tightly controlled. It is hypothesized that zinc reduces metal-induced oxidative stress, resulting in beneficial effects on the reproductive system.

Working in Venice means working in a context that is geographically, hydrographically and historically strongly defined. A city where it is nearly impossible to intervene without positioning oneselves with respect to its cultural context, its history, its building traditions. A city where the introduction of modernity not only has a long history of resistance, but is also a necessity for its survival. Hence, Venice is a good place to reflect upon issues at stake in current architectural practice world wide, in particular the many problematic aspects of globalization in architecture and urban planning. Venice is a good context to think about what remains of the the power of the project within an architectural production of ‘a world without qualities’; a good context to reflect upon possible resistances against a world of non-lieux (Marc Augé, 1992). This text explains the aims of our Master Studio, 'Ontwerpstudio C', and illustrates its intentions with three student projects, made during the second semester of 2012-2013.

Bespreking van het boek "Waarom cultuur niet belangrijk is en cultuursubsidie nog minder" uitgegeven bij Academia Press in 2009.