67 results on '"Beneficial insects"'
Search Results
2. Bijen en hommels, naast bestuivers ook nuttig bij gewasbescherming : nuttige ‘snuffelpaal’ door meenemen bacteriën en schimmels
- Author
-
Arkesteijn, M. and van der Steen, J.J.M.
- Subjects
antagonists ,flowering ,plant protection ,gewasbescherming ,illumination ,bloei ,gewasteelt ,crop management ,bestuivers (dieren) ,cropping systems ,antagonisten ,landbouwkundig onderzoek ,agricultural research ,apidae ,nuttige insecten ,beneficial insects ,plantgezondheid ,glastuinbouw ,belichting ,pollinators ,plant health ,greenhouse horticulture ,teeltsystemen - Abstract
Bijen en hommels zijn door hun bouw en gedrag goede bestuivers. Maar ze kunnen meer. Ze zijn ook heel geschikt om antagonistische micro-organismen voor ziektebestrijding over te brengen én informatie vanuit het veld over ziekten mee terug te nemen. Belangrijk voor al deze taken is: hoe houden we ze actief onder de ‘nieuwe’ teeltomstandigheden in de kas?
- Published
- 2015
3. Biodiversiteit onder glas : voedsel voor luizenbestrijders
- Author
-
Janmaat, L., Bloemhard, C.M.J., and Kleppe, R.
- Subjects
plant protection ,gewasbescherming ,sweet peppers ,GTB Gewasgez. Bodem en Water ,aphididae ,bloemen ,nuttige insecten ,organic farming ,augmentation ,greenhouse vegetables ,paprika's ,greenhouse horticulture ,biodiversity ,plaagbestrijding met natuurlijke vijanden ,flowers ,biodiversiteit ,plagenbestrijding ,nectarplanten ,beneficial insects ,biologische landbouw ,biological control agents ,nectar plants ,glasgroenten ,glastuinbouw ,pest control ,organismen ingezet bij biologische bestrijding - Abstract
In het praktijknetwerk 'Biodiversiteit onder glas' is door glastuinders geëxperimenteerd met bloemen in en rond de kas. Al dan niet in combinatie met bankerplanten zoals granen. Deze brochure is gemaakt om kennis over bloemen en biologische bestrijders te geven en specifiek het nut van biodiversiteit.
- Published
- 2014
4. Biodiversiteit onder glas : voedsel voor luizenbestrijders
- Subjects
plant protection ,gewasbescherming ,sweet peppers ,GTB Gewasgez. Bodem en Water ,aphididae ,bloemen ,nuttige insecten ,Crop health ,organic farming ,augmentation ,greenhouse vegetables ,paprika's ,greenhouse horticulture ,biodiversity ,plaagbestrijding met natuurlijke vijanden ,flowers ,biodiversiteit ,plagenbestrijding ,nectarplanten ,beneficial insects ,biologische landbouw ,biological control agents ,nectar plants ,glasgroenten ,Gewasgezondheid ,glastuinbouw ,pest control ,organismen ingezet bij biologische bestrijding - Abstract
In het praktijknetwerk 'Biodiversiteit onder glas' is door glastuinders geëxperimenteerd met bloemen in en rond de kas. Al dan niet in combinatie met bankerplanten zoals granen. Deze brochure is gemaakt om kennis over bloemen en biologische bestrijders te geven en specifiek het nut van biodiversiteit.
- Published
- 2014
5. Biologische bestrijding van plagen : planten zijn doe-het-zelvers (deel 2)
- Subjects
plant protection ,disease resistance ,nuttige organismen ,gewasbescherming ,biological control ,host range ,biologische bestrijding ,insect plant relations ,Laboratorium voor Entomologie ,ecosystemen ,gastheerreeks ,pest resistance ,insecten ,nuttige insecten ,beneficial insects ,insect-plant relaties ,ziekteresistentie ,beneficial organisms ,plaagresistentie ,EPS ,Laboratory of Entomology ,insects ,ecosystems - Abstract
Biologische bestrijding wordt gezien als noodzakelijk hulmiddel voor de plant bij de verdediging tegen natuurlijke vijanden. Onderzoek toont aan dat planten in staat zijn zich te verdedigen. Ze kunnen biologische bestrijders recruteren om zich tegen plaaginsecten te weren. Planten grijpen daarmee duidelijk in de relaties die er bestaan tussen plantenetende en insectenetende insecten en spelen daarmee een rol in de interacties die in ecosystemen bestaan. In dit verband komen in dit artikel de volgende onderwerpen aan de orde: 1) variatie en het belang van onderzoek naar het gedrag van insecteneters; 2) chemische informatie van planten in een voedselnetwerk; 3) het 'hoe' en 'waarom' van SOS-signalen van planten; 4) 'hard roepende' planten en biologische bestrijders met een keurmerk; 5) consequenties voor biologische bestrijding en waardplantresistentie
- Published
- 1999
6. Bijen en hommels, naast bestuivers ook nuttig bij gewasbescherming : nuttige ‘snuffelpaal’ door meenemen bacteriën en schimmels
- Subjects
antagonists ,flowering ,plant protection ,gewasbescherming ,illumination ,bloei ,gewasteelt ,Entomology & Disease Management ,crop management ,bestuivers (dieren) ,cropping systems ,antagonisten ,landbouwkundig onderzoek ,agricultural research ,apidae ,nuttige insecten ,beneficial insects ,plantgezondheid ,glastuinbouw ,belichting ,pollinators ,plant health ,greenhouse horticulture ,teeltsystemen - Abstract
Bijen en hommels zijn door hun bouw en gedrag goede bestuivers. Maar ze kunnen meer. Ze zijn ook heel geschikt om antagonistische micro-organismen voor ziektebestrijding over te brengen én informatie vanuit het veld over ziekten mee terug te nemen. Belangrijk voor al deze taken is: hoe houden we ze actief onder de ‘nieuwe’ teeltomstandigheden in de kas?
- Published
- 2015
7. Akkernatuur : herkenningsboekje bloeiend bedrijf
- Author
-
Bos, M.
- Subjects
agrobiodiversiteit ,agro-biodiversity ,akkerranden ,natural enemies ,arable farming ,natuurlijke vijanden ,nuttige insecten ,beneficial insects ,bevordering van natuurlijke vijanden ,functional biodiversity ,akkerbouw ,field margins ,encouragement ,functionele biodiversiteit - Abstract
Dit boekje laat de minder opvallende, maar uiterst nuttige beestjes zien die u op en rond akkers tegen kunt komen. Iedereen kan deze groepen herkennen en actief inzetten voor natuurlijke plaagbeheersing.
- Published
- 2011
8. Akkernatuur : herkenningsboekje bloeiend bedrijf
- Subjects
agrobiodiversiteit ,agro-biodiversity ,akkerranden ,natural enemies ,arable farming ,natuurlijke vijanden ,nuttige insecten ,beneficial insects ,bevordering van natuurlijke vijanden ,functional biodiversity ,akkerbouw ,field margins ,encouragement ,functionele biodiversiteit - Abstract
Dit boekje laat de minder opvallende, maar uiterst nuttige beestjes zien die u op en rond akkers tegen kunt komen. Iedereen kan deze groepen herkennen en actief inzetten voor natuurlijke plaagbeheersing.
- Published
- 2011
9. Uitheemse insecten rammelen aan de poort (interview met Leen Moraal)
- Author
-
Wildenbeest, G. and Moraal, L.G.
- Subjects
climatic change ,insect pests ,forest pests ,parasitism ,parasitisme ,klimaatverandering ,insect plant relations ,insectenplagen ,insecten ,nuttige insecten ,beneficial insects ,insect-plant relaties ,CE - Molecular Ecology Ecotoxicology and Wildlife Management ,Wageningen Environmental Research ,insects ,bosplagen - Abstract
Klimaatverandering en toenemende handelscontracten vergroten de kans op nieuwe insecten in de Nederlandse bos- en boomkwekerijsector: Sommige zijn betrekkelijk onschuldig, andere kunnen rampen veroorzaken, zoals de beruchte Oost-Aziatische boktor of de moerbeischildluis. Om nog maar niet te spreken van de essenprachtkever. "Het zal een keer gebeuren dat die binnenkomt, zegt Leen Moraal, insectenexpert bij het Wageningse Alterra.
- Published
- 2011
10. Uitheemse insecten rammelen aan de poort (interview met Leen Moraal)
- Author
-
Wildenbeest, G. and Moraal, L.G.
- Subjects
climatic change ,insect pests ,forest pests ,parasitism ,parasitisme ,klimaatverandering ,insect plant relations ,insectenplagen ,insecten ,nuttige insecten ,beneficial insects ,insect-plant relaties ,insects ,bosplagen - Abstract
Klimaatverandering en toenemende handelscontracten vergroten de kans op nieuwe insecten in de Nederlandse bos- en boomkwekerijsector: Sommige zijn betrekkelijk onschuldig, andere kunnen rampen veroorzaken, zoals de beruchte Oost-Aziatische boktor of de moerbeischildluis. Om nog maar niet te spreken van de essenprachtkever. "Het zal een keer gebeuren dat die binnenkomt, zegt Leen Moraal, insectenexpert bij het Wageningse Alterra.
- Published
- 2011
11. De paardekastanjemineermot nieuw voor Nederland
- Subjects
epidemiologie ,biological control ,aesculus hippocastanum ,netherlands ,biologische bestrijding ,cameraria ,tortricidae ,insecten ,nederland ,nuttige insecten ,beneficial insects ,oogstschade ,crop damage ,ecologie ,epidemiology ,leaf miners ,bladmineerders ,Wageningen Environmental Research ,ecology ,insects - Abstract
Levenswijze, schadebeeld, verspreiding en natuurlijke vijanden van de paardekastanjemineermot
- Published
- 2000
12. Haalbaarheidsstudie alternatief voedsel als ondersteuning voor biologische bestrijding
- Author
-
Messelink, G.J., van Holstein-Saj, R., Kok, L.W., and Cortez Arriola, J.
- Subjects
plant protection ,gewasbescherming ,chrysanthemum ,Wageningen UR Greenhouse Horticulture ,plant pests ,plantenplagen ,PE&RC ,Wageningen UR Glastuinbouw ,reduviidae ,landbouwkundig onderzoek ,agricultural research ,nuttige insecten ,beneficial insects ,Biologische bedrijfssystemen ,chrysanthemums ,biological control agents ,glastuinbouw ,predatory mites ,chrysanten ,Biological Farming Systems ,greenhouse horticulture ,organismen ingezet bij biologische bestrijding ,roofmijten - Abstract
Biologische bestrijding van plagen met natuurlijke vijanden komt in veel gewassen onvoldoende tot stand. De reden hiervoor is dat veel natuurlijke vijanden zich maar matig, of zelfs helemaal niet vestigen in een gewas in perioden met weinig voedsel. Dit rapport geeft de resultaten weer van een haalbaarheidsstudie naar de mogelijkheden om alternatief voedsel in te zetten voor ondersteuning van natuurlijke vijanden in de glastuinbouw. Daarbij hebben we ons beperkt tot generalistische roofmijten en roofwantsen. Literatuur laat zien dat er goede mogelijkheden zijn om predatoren op alternatieve voedselbronnen te kweken. Deze studies waren hoofdzakelijk gericht op de ontwikkeling van massakweken. Het ondersteunen van roofmijten en roofwantsen op gewassen met alternatief voedsel is een nog weinig beproefde methode, maar krijgt wereldwijd steeds meer aandacht. In dit onderzoek hebben we 16 voedselbronnen getest die waren in te delen in de categorie (1) alternatieve prooidieren, (2) (bijen)pollen en (3) kunstmatige voedselbronnen op basis van eiwitten, koolhydraten, suikers en vitamines. De voedselbronnen zijn zowel in het laboratorium als in de kas beoordeeld.De kasproeven lieten zien dat er mogelijkheden zijn om roofmijtpopulaties op gewassen te ondersteunen met goedkoop kunstmatig voedsel. De voedselbronnen waren in staat op chrysant dichtheden van 2 tot 4 roofmijten per blad in stand te houden. De tot nu toe onderzochte producten waren matig of niet geschikt voor reproductie. Literatuur laat zien dat alternatief voedsel veel mogelijkheden biedt voor het verbeteren van de biologische bestrijding, maar dat er ook risico¿s aan verbonden kunnen zijn. Ook dat laatste moet worden onderzocht. Er moet onderscheid worden gemaakt tussen substituut-voedsel, dat voedsel van een prooi volledig kan vervangen, en supplementair voedsel, dat voornamelijk de levensduur verlengt, maar niet geschikt is voor reproductie. Verder is er behoefte aan onderzoek om een alternatieve voedselbron verder te ontwikkelen tot een goedkoop, commercieel toepasbaar product. Mogelijkheden liggen er bij zowel kunstmatige voedselbronnen als bijenpollen.
- Published
- 2009
13. Haalbaarheidsstudie alternatief voedsel als ondersteuning voor biologische bestrijding
- Subjects
plant protection ,gewasbescherming ,chrysanthemum ,Wageningen UR Greenhouse Horticulture ,plant pests ,plantenplagen ,PE&RC ,reduviidae ,Wageningen UR Glastuinbouw ,landbouwkundig onderzoek ,agricultural research ,nuttige insecten ,beneficial insects ,chrysanthemums ,Biologische bedrijfssystemen ,biological control agents ,glastuinbouw ,predatory mites ,chrysanten ,Biological Farming Systems ,greenhouse horticulture ,organismen ingezet bij biologische bestrijding ,roofmijten - Abstract
Biologische bestrijding van plagen met natuurlijke vijanden komt in veel gewassen onvoldoende tot stand. De reden hiervoor is dat veel natuurlijke vijanden zich maar matig, of zelfs helemaal niet vestigen in een gewas in perioden met weinig voedsel. Dit rapport geeft de resultaten weer van een haalbaarheidsstudie naar de mogelijkheden om alternatief voedsel in te zetten voor ondersteuning van natuurlijke vijanden in de glastuinbouw. Daarbij hebben we ons beperkt tot generalistische roofmijten en roofwantsen. Literatuur laat zien dat er goede mogelijkheden zijn om predatoren op alternatieve voedselbronnen te kweken. Deze studies waren hoofdzakelijk gericht op de ontwikkeling van massakweken. Het ondersteunen van roofmijten en roofwantsen op gewassen met alternatief voedsel is een nog weinig beproefde methode, maar krijgt wereldwijd steeds meer aandacht. In dit onderzoek hebben we 16 voedselbronnen getest die waren in te delen in de categorie (1) alternatieve prooidieren, (2) (bijen)pollen en (3) kunstmatige voedselbronnen op basis van eiwitten, koolhydraten, suikers en vitamines. De voedselbronnen zijn zowel in het laboratorium als in de kas beoordeeld.De kasproeven lieten zien dat er mogelijkheden zijn om roofmijtpopulaties op gewassen te ondersteunen met goedkoop kunstmatig voedsel. De voedselbronnen waren in staat op chrysant dichtheden van 2 tot 4 roofmijten per blad in stand te houden. De tot nu toe onderzochte producten waren matig of niet geschikt voor reproductie. Literatuur laat zien dat alternatief voedsel veel mogelijkheden biedt voor het verbeteren van de biologische bestrijding, maar dat er ook risico¿s aan verbonden kunnen zijn. Ook dat laatste moet worden onderzocht. Er moet onderscheid worden gemaakt tussen substituut-voedsel, dat voedsel van een prooi volledig kan vervangen, en supplementair voedsel, dat voornamelijk de levensduur verlengt, maar niet geschikt is voor reproductie. Verder is er behoefte aan onderzoek om een alternatieve voedselbron verder te ontwikkelen tot een goedkoop, commercieel toepasbaar product. Mogelijkheden liggen er bij zowel kunstmatige voedselbronnen als bijenpollen.
- Published
- 2009
14. Invloed van UV straling in de kas. Fors minder plaaginsecten bij kasdek dat geen UV-licht doorlaat
- Author
-
Hemming, S. and van Os, E.
- Subjects
ultraviolet radiation ,tuinbouw ,nuttige insecten ,greenhouses ,uv lamps ,kassen ,transmittance ,uv-lampen ,station tests ,greenhouse horticulture ,glass ,research ,glas ,ultraviolette straling ,horticulture ,schermen ,proeven op proefstations ,onderzoek ,plagenbestrijding ,beschaduwen ,beneficial insects ,blinds ,glastuinbouw ,doorlatendheid ,shading ,pest control - Abstract
Nieuwe energiebesparende kasdekmaterialen hebben een andere doorlatendheid voor UV-straling dan glas. Dat heeft niet alleen invloed op de groei van planten, maar ook op die van plaaginsecten, schimmels, predatoren en bestuivende insecten. In dit artikel komt het effect van UV op plaaginsecten, schimmels en virussen aan bod. Een verslag over UV-licht in de glastuinbouw
- Published
- 2007
15. Invloed van UV straling in de kas. Fors minder plaaginsecten bij kasdek dat geen UV-licht doorlaat
- Subjects
ultraviolet radiation ,tuinbouw ,Wageningen UR Glastuinbouw ,nuttige insecten ,greenhouses ,uv lamps ,kassen ,transmittance ,uv-lampen ,station tests ,greenhouse horticulture ,glass ,research ,glas ,ultraviolette straling ,Wageningen UR Greenhouse Horticulture ,horticulture ,schermen ,proeven op proefstations ,onderzoek ,plagenbestrijding ,beschaduwen ,beneficial insects ,blinds ,glastuinbouw ,doorlatendheid ,shading ,pest control - Abstract
Nieuwe energiebesparende kasdekmaterialen hebben een andere doorlatendheid voor UV-straling dan glas. Dat heeft niet alleen invloed op de groei van planten, maar ook op die van plaaginsecten, schimmels, predatoren en bestuivende insecten. In dit artikel komt het effect van UV op plaaginsecten, schimmels en virussen aan bod. Een verslag over UV-licht in de glastuinbouw
- Published
- 2007
16. Invloed van UV straling in de kas. Fors minder plaaginsecten bij kasdek dat geen UV-licht doorlaat
- Author
-
Hemming, S. and van Os, E.
- Subjects
ultraviolet radiation ,tuinbouw ,Wageningen UR Glastuinbouw ,nuttige insecten ,greenhouses ,uv lamps ,kassen ,transmittance ,uv-lampen ,station tests ,greenhouse horticulture ,glass ,research ,glas ,ultraviolette straling ,Wageningen UR Greenhouse Horticulture ,horticulture ,schermen ,proeven op proefstations ,onderzoek ,plagenbestrijding ,beschaduwen ,beneficial insects ,blinds ,glastuinbouw ,doorlatendheid ,shading ,pest control - Abstract
Nieuwe energiebesparende kasdekmaterialen hebben een andere doorlatendheid voor UV-straling dan glas. Dat heeft niet alleen invloed op de groei van planten, maar ook op die van plaaginsecten, schimmels, predatoren en bestuivende insecten. In dit artikel komt het effect van UV op plaaginsecten, schimmels en virussen aan bod. Een verslag over UV-licht in de glastuinbouw
- Published
- 2007
17. Natuurlijke vijanden van trips in prei
- Subjects
beneficial insects ,allium porrum ,leeks ,preien ,biological control ,biologische bestrijding ,Proefstation voor de Akkerbouw en de Groenteteelt in de Vollegrond ,insects ,thysanoptera ,thrips ,insecten ,nuttige insecten - Published
- 1997
18. Houd natuurlijke vijanden te vriend : biologische bestrijding
- Author
-
van der Linden, A.
- Subjects
beneficial insects ,houtachtige planten als sierplanten ,biologische indicatoren (populatie-ecologie) ,bevordering van natuurlijke vijanden ,overblijvende planten ,biological control ,biologische bestrijding ,biological tags ,perennials ,ornamental woody plants ,encouragement ,nuttige insecten - Abstract
Het bevorderen van natuurlijke vijanden is een biologische bestrijdingsmethode in de kasteelten. Ook in de buitenteelten zijn er mogelijkheden de populatie bestrijders van schadelijke insecten te doen toenemen. Bloeiende planten spelen daarbij een belangrijke rol
- Published
- 2003
19. Houd natuurlijke vijanden te vriend : biologische bestrijding
- Author
-
van der Linden, A.
- Subjects
Wageningen UR Greenhouse Horticulture ,overblijvende planten ,biological control ,biologische bestrijding ,biological tags ,Wageningen UR Glastuinbouw ,nuttige insecten ,beneficial insects ,houtachtige planten als sierplanten ,biologische indicatoren (populatie-ecologie) ,bevordering van natuurlijke vijanden ,perennials ,ornamental woody plants ,encouragement - Abstract
Het bevorderen van natuurlijke vijanden is een biologische bestrijdingsmethode in de kasteelten. Ook in de buitenteelten zijn er mogelijkheden de populatie bestrijders van schadelijke insecten te doen toenemen. Bloeiende planten spelen daarbij een belangrijke rol
- Published
- 2003
20. Bloemen maken boomgaard aantrekkelijk
- Author
-
Heijne, B.
- Subjects
beneficial insects ,Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, Sector Fruit ,natuurbescherming ,fruit growing ,Applied Plant Research, Fruit Research Unit ,fruitteelt ,aphididae ,kosten ,biological control ,costs ,nature conservation ,biologische bestrijding ,nuttige insecten - Abstract
Met bloemrijke kruiden zweefvliegen en sluipwespen aantrekken kan onderdeel zijn van biologische bestrijding van luizen: verslag van onderzoek bij PPO-fruit. Het is ook één van de vele mogelijkheden van agrarische natuurbeheer. Er zijn grote prijsverschillen tussen de mengsels
- Published
- 2003
21. Bloemen maken boomgaard aantrekkelijk
- Author
-
Heijne, B.
- Subjects
beneficial insects ,natuurbescherming ,fruit growing ,fruitteelt ,aphididae ,kosten ,biological control ,costs ,nature conservation ,biologische bestrijding ,nuttige insecten - Abstract
Met bloemrijke kruiden zweefvliegen en sluipwespen aantrekken kan onderdeel zijn van biologische bestrijding van luizen: verslag van onderzoek bij PPO-fruit. Het is ook één van de vele mogelijkheden van agrarische natuurbeheer. Er zijn grote prijsverschillen tussen de mengsels
- Published
- 2003
22. Is soortenrijkdom in open teelten functioneel? : biologische landbouw en natuur en de vraag wat dit teelttechnisch oplevert
- Author
-
Venhorst, B.
- Subjects
plant protection ,gewasbescherming ,agro-biodiversity ,cultural control ,biological control ,insect plant relations ,natural enemies ,natuurlijke vijanden ,nuttige insecten ,organic farming ,perceelsgrootte (landbouwkundig) ,field size ,habitats ,farming systems ,functional biodiversity ,encouragement ,agrobiodiversiteit ,ziektebestrijdende teeltmaatregelen ,biologische bestrijding ,farm management ,plagenbestrijding ,beneficial insects ,insect-plant relaties ,bedrijfssystemen ,biologische landbouw ,bevordering van natuurlijke vijanden ,agrarische bedrijfsvoering ,pest control ,functionele biodiversiteit - Abstract
Natuur en agrarisch natuurbeheer kunnen een functie vervullen voor een positief imago van de biologische landbouw. Als natuur ook nog eens bijdraagt aan een rendabele bedrijfsvoering door het bevorderen van natuurlijke vijanden van plagen worden twee vliegen in één klap geslagen. In het project Biodivers van PPO-AGV wordt onderzocht of natuur een bijdrage kan leveren aan plaagregulatie op perceels- en bedrijfsniveau. Wat betekent een hoge soortenrijkdom van natuurlijke vijanden voor de afzonderlijke gewassen en voor alle gewassen samen; welke natuurlijke elementen spelen een rol; wat is de optimale perceelsgrootte. Beschrijving van het onderzoekssysteem van 12 ha (OBS, Nagele) met een zesjarige vruchtwisseling, en eerste resultaten
- Published
- 2002
23. Hoe houden we de bladluis in toom?
- Author
-
Schelling, G.C. and den Belder, E.
- Subjects
plant protection ,lactuca sativa ,predators ,nuttige organismen ,gewasbescherming ,aphididae ,cultural control ,biological control ,medicago sativa ,lucerne ,insect control ,natural enemies ,predators of insect pests ,bladgroenten ,luzerne ,slasoorten ,natuurlijke vijanden ,nuttige insecten ,predatoren ,population dynamics ,leafy vegetables ,population density ,strip cropping ,aphidoidea ,populatiedichtheid ,insectenbestrijding ,populatiedynamica ,ziektebestrijdende teeltmaatregelen ,biologische bestrijding ,cropping systems ,plagenbestrijding ,lettuces ,beneficial insects ,strokenteelt ,beneficial organisms ,predatoren van schadelijke insecten ,pest control ,teeltsystemen - Abstract
PRI onderzocht het effect van een meter brede strips luzerne op de aantallen bladluizen en hun natuurlijke vijanden in ijsbergsla. Alle belangrijke bladluissoorten op ijsbergsla en de belangrijkste bladluispredatoren werden geteld gedurende drie plantingen in het groeiseizoen. Behalve voor groene perzikluis werden geen duidelijke verschillen gevonden tussen teelten met en zonder luzernestroken
- Published
- 2002
24. Is soortenrijkdom in open teelten functioneel? : biologische landbouw en natuur en de vraag wat dit teelttechnisch oplevert
- Author
-
Venhorst, B.
- Subjects
plant protection ,gewasbescherming ,agro-biodiversity ,cultural control ,biological control ,insect plant relations ,natural enemies ,natuurlijke vijanden ,nuttige insecten ,organic farming ,perceelsgrootte (landbouwkundig) ,field size ,habitats ,farming systems ,functional biodiversity ,encouragement ,agrobiodiversiteit ,Biointeracties and Plant Health ,ziektebestrijdende teeltmaatregelen ,biologische bestrijding ,farm management ,plagenbestrijding ,beneficial insects ,insect-plant relaties ,bedrijfssystemen ,biologische landbouw ,bevordering van natuurlijke vijanden ,PRI Biointeractions en Plantgezondheid ,agrarische bedrijfsvoering ,pest control ,functionele biodiversiteit - Abstract
Natuur en agrarisch natuurbeheer kunnen een functie vervullen voor een positief imago van de biologische landbouw. Als natuur ook nog eens bijdraagt aan een rendabele bedrijfsvoering door het bevorderen van natuurlijke vijanden van plagen worden twee vliegen in één klap geslagen. In het project Biodivers van PPO-AGV wordt onderzocht of natuur een bijdrage kan leveren aan plaagregulatie op perceels- en bedrijfsniveau. Wat betekent een hoge soortenrijkdom van natuurlijke vijanden voor de afzonderlijke gewassen en voor alle gewassen samen; welke natuurlijke elementen spelen een rol; wat is de optimale perceelsgrootte. Beschrijving van het onderzoekssysteem van 12 ha (OBS, Nagele) met een zesjarige vruchtwisseling, en eerste resultaten
- Published
- 2002
25. Laatste uur buxustopmijt heeft geslagen
- Author
-
van der Linden, A.
- Subjects
plant protection ,gewasbescherming ,PPO Bloembollen en Bomen ,biological control ,plant pests ,plantenplagen ,biologische bestrijding ,pesticides ,cultuurmethoden ,geïntegreerde bestrijding ,insecten ,nuttige insecten ,populatie-ecologie ,beneficial insects ,buxus ,houtachtige planten als sierplanten ,Nursery Stock-Flower Bulbs ,population ecology ,pesticiden ,cultural methods ,integrated control ,insects ,ornamental woody plants - Abstract
Effect van gesnoeid buxusmateriaal en overheadberegening op topmijt-populatie en verslag van onderzoek naar biologische en alternatieve bestrijding van de buxustopmijt. Voor de alternatieve bestijding werden de middelen Eupareen M, Masaï 25 WG, Mitac en Orthene gebruikt. De populatie roofmijten (Amblyseius californicus) werd op pijl gehouden met bankerplanten (Ageratum en Ipomoea)
- Published
- 2002
26. Een bloemstrook als leverancier van natuurlijke vijanden: Met luzerne minder groene perzikluis op ijsbergsla
- Author
-
Schelling, G.C. and den Belder, E.
- Subjects
plant protection ,lactuca sativa ,predators ,nuttige organismen ,gewasbescherming ,aphididae ,cultural control ,biological control ,medicago sativa ,lucerne ,insect control ,natural enemies ,parasites ,predators of insect pests ,luzerne ,slasoorten ,natuurlijke vijanden ,parasites of insect pests ,nuttige insecten ,predatoren ,parasieten ,population dynamics ,population density ,strip cropping ,aphidoidea ,myzus persicae ,populatiedichtheid ,insectenbestrijding ,parasieten van plaaginsecten ,populatiedynamica ,ziektebestrijdende teeltmaatregelen ,biologische bestrijding ,cropping systems ,plagenbestrijding ,lettuces ,beneficial insects ,strokenteelt ,beneficial organisms ,predatoren van schadelijke insecten ,pest control ,teeltsystemen - Abstract
PRI onderzocht het effect van stroken bloeiende luzerne tussen vollegronds ijsbergsla op het voorkomen van natuurlijke vijanden van bladluizen. In de luzernestroken bleken vele predatoren en parasieten van bladluizen voor te komen (zweefvliegen; sluipwespen; loopkevers; roofwantsen); met name de aantallen groene perzikluis waren duidelijk lager in de ijsbergsla met luzerne
- Published
- 2002
27. Laatste uur buxustopmijt heeft geslagen
- Author
-
van der Linden, A.
- Subjects
plant protection ,gewasbescherming ,biological control ,plant pests ,plantenplagen ,biologische bestrijding ,pesticides ,cultuurmethoden ,geïntegreerde bestrijding ,insecten ,nuttige insecten ,populatie-ecologie ,beneficial insects ,buxus ,houtachtige planten als sierplanten ,population ecology ,pesticiden ,cultural methods ,integrated control ,insects ,ornamental woody plants - Abstract
Effect van gesnoeid buxusmateriaal en overheadberegening op topmijt-populatie en verslag van onderzoek naar biologische en alternatieve bestrijding van de buxustopmijt. Voor de alternatieve bestijding werden de middelen Eupareen M, Masaï 25 WG, Mitac en Orthene gebruikt. De populatie roofmijten (Amblyseius californicus) werd op pijl gehouden met bankerplanten (Ageratum en Ipomoea)
- Published
- 2002
28. Hoe houden we de bladluis in toom?
- Author
-
Schelling, G.C. and den Belder, E.
- Subjects
plant protection ,lactuca sativa ,predators ,nuttige organismen ,gewasbescherming ,aphididae ,cultural control ,biological control ,medicago sativa ,lucerne ,insect control ,natural enemies ,predators of insect pests ,bladgroenten ,luzerne ,PRI Agrosysteemkunde ,slasoorten ,natuurlijke vijanden ,nuttige insecten ,predatoren ,population dynamics ,leafy vegetables ,population density ,strip cropping ,aphidoidea ,populatiedichtheid ,insectenbestrijding ,populatiedynamica ,ziektebestrijdende teeltmaatregelen ,biologische bestrijding ,cropping systems ,plagenbestrijding ,lettuces ,beneficial insects ,strokenteelt ,beneficial organisms ,Agrosystems ,predatoren van schadelijke insecten ,pest control ,teeltsystemen - Abstract
PRI onderzocht het effect van een meter brede strips luzerne op de aantallen bladluizen en hun natuurlijke vijanden in ijsbergsla. Alle belangrijke bladluissoorten op ijsbergsla en de belangrijkste bladluispredatoren werden geteld gedurende drie plantingen in het groeiseizoen. Behalve voor groene perzikluis werden geen duidelijke verschillen gevonden tussen teelten met en zonder luzernestroken
- Published
- 2002
29. Een bloemstrook als leverancier van natuurlijke vijanden: Met luzerne minder groene perzikluis op ijsbergsla
- Author
-
Schelling, G.C. and den Belder, E.
- Subjects
plant protection ,lactuca sativa ,predators ,nuttige organismen ,gewasbescherming ,aphididae ,cultural control ,biological control ,medicago sativa ,lucerne ,insect control ,natural enemies ,parasites ,PRI Gewas- en Productie-ecologie ,predators of insect pests ,luzerne ,slasoorten ,natuurlijke vijanden ,parasites of insect pests ,nuttige insecten ,predatoren ,parasieten ,population dynamics ,population density ,strip cropping ,aphidoidea ,myzus persicae ,populatiedichtheid ,insectenbestrijding ,parasieten van plaaginsecten ,populatiedynamica ,ziektebestrijdende teeltmaatregelen ,biologische bestrijding ,cropping systems ,plagenbestrijding ,lettuces ,PRI Crop and Production Ecology ,beneficial insects ,strokenteelt ,beneficial organisms ,predatoren van schadelijke insecten ,pest control ,teeltsystemen - Abstract
PRI onderzocht het effect van stroken bloeiende luzerne tussen vollegronds ijsbergsla op het voorkomen van natuurlijke vijanden van bladluizen. In de luzernestroken bleken vele predatoren en parasieten van bladluizen voor te komen (zweefvliegen; sluipwespen; loopkevers; roofwantsen); met name de aantallen groene perzikluis waren duidelijk lager in de ijsbergsla met luzerne
- Published
- 2002
30. Roofmijt Amblyseius andersoni helpt boomkwekers gewas schoon te houden
- Author
-
van der Linden, A.
- Subjects
beneficial insects ,houtachtige planten als sierplanten ,plant protection ,gewasbescherming ,biological control ,biologische bestrijding ,insects ,ornamental woody plants ,amblyseius ,insecten ,nuttige insecten - Abstract
Bestrijding van spintmijt, galmijt en trips in boomkwekerijgewassen met de roofmijt Amblyseius andersoni
- Published
- 2002
31. Roofmijt Amblyseius andersoni helpt boomkwekers gewas schoon te houden
- Author
-
van der Linden, A.
- Subjects
beneficial insects ,houtachtige planten als sierplanten ,plant protection ,Nursery Stock-Flower Bulbs ,gewasbescherming ,PPO Bloembollen en Bomen ,biological control ,biologische bestrijding ,insects ,ornamental woody plants ,amblyseius ,insecten ,nuttige insecten - Abstract
Bestrijding van spintmijt, galmijt en trips in boomkwekerijgewassen met de roofmijt Amblyseius andersoni
- Published
- 2002
32. Uitheemse insecten rammelen aan de poort (interview met Leen Moraal)
- Subjects
climatic change ,insect pests ,forest pests ,parasitism ,parasitisme ,klimaatverandering ,insect plant relations ,insectenplagen ,insecten ,nuttige insecten ,beneficial insects ,insect-plant relaties ,CE - Molecular Ecology Ecotoxicology and Wildlife Management ,Wageningen Environmental Research ,insects ,bosplagen - Abstract
Klimaatverandering en toenemende handelscontracten vergroten de kans op nieuwe insecten in de Nederlandse bos- en boomkwekerijsector: Sommige zijn betrekkelijk onschuldig, andere kunnen rampen veroorzaken, zoals de beruchte Oost-Aziatische boktor of de moerbeischildluis. Om nog maar niet te spreken van de essenprachtkever. "Het zal een keer gebeuren dat die binnenkomt, zegt Leen Moraal, insectenexpert bij het Wageningse Alterra.
- Published
- 2011
33. De paardekastanjemineermot nieuw voor Nederland
- Author
-
Moraal, L.G.
- Subjects
epidemiologie ,biological control ,aesculus hippocastanum ,netherlands ,biologische bestrijding ,cameraria ,tortricidae ,insecten ,nederland ,nuttige insecten ,beneficial insects ,oogstschade ,crop damage ,ecologie ,epidemiology ,leaf miners ,bladmineerders ,ecology ,insects - Abstract
Levenswijze, schadebeeld, verspreiding en natuurlijke vijanden van de paardekastanjemineermot
- Published
- 2000
34. De paardekastanjemineermot nieuw voor Nederland
- Author
-
Moraal, L.G.
- Subjects
epidemiologie ,biological control ,aesculus hippocastanum ,netherlands ,biologische bestrijding ,cameraria ,tortricidae ,insecten ,nederland ,nuttige insecten ,beneficial insects ,oogstschade ,crop damage ,ecologie ,epidemiology ,leaf miners ,bladmineerders ,Wageningen Environmental Research ,ecology ,insects - Abstract
Levenswijze, schadebeeld, verspreiding en natuurlijke vijanden van de paardekastanjemineermot
- Published
- 2000
35. Biologische bestrijding van plagen : planten zijn doe-het-zelvers (deel 2)
- Author
-
Dicke, M.
- Subjects
plant protection ,disease resistance ,nuttige organismen ,gewasbescherming ,biological control ,host range ,biologische bestrijding ,insect plant relations ,ecosystemen ,gastheerreeks ,pest resistance ,insecten ,nuttige insecten ,beneficial insects ,insect-plant relaties ,ziekteresistentie ,beneficial organisms ,plaagresistentie ,insects ,ecosystems - Abstract
Biologische bestrijding wordt gezien als noodzakelijk hulmiddel voor de plant bij de verdediging tegen natuurlijke vijanden. Onderzoek toont aan dat planten in staat zijn zich te verdedigen. Ze kunnen biologische bestrijders recruteren om zich tegen plaaginsecten te weren. Planten grijpen daarmee duidelijk in de relaties die er bestaan tussen plantenetende en insectenetende insecten en spelen daarmee een rol in de interacties die in ecosystemen bestaan. In dit verband komen in dit artikel de volgende onderwerpen aan de orde: 1) variatie en het belang van onderzoek naar het gedrag van insecteneters; 2) chemische informatie van planten in een voedselnetwerk; 3) het 'hoe' en 'waarom' van SOS-signalen van planten; 4) 'hard roepende' planten en biologische bestrijders met een keurmerk; 5) consequenties voor biologische bestrijding en waardplantresistentie
- Published
- 1999
36. Biologische bestrijding van plagen : planten zijn doe-het-zelvers (deel 2)
- Author
-
Dicke, M.
- Subjects
plant protection ,disease resistance ,nuttige organismen ,gewasbescherming ,biological control ,host range ,biologische bestrijding ,insect plant relations ,Laboratorium voor Entomologie ,ecosystemen ,gastheerreeks ,pest resistance ,insecten ,nuttige insecten ,beneficial insects ,insect-plant relaties ,ziekteresistentie ,beneficial organisms ,plaagresistentie ,EPS ,Laboratory of Entomology ,insects ,ecosystems - Abstract
Biologische bestrijding wordt gezien als noodzakelijk hulmiddel voor de plant bij de verdediging tegen natuurlijke vijanden. Onderzoek toont aan dat planten in staat zijn zich te verdedigen. Ze kunnen biologische bestrijders recruteren om zich tegen plaaginsecten te weren. Planten grijpen daarmee duidelijk in de relaties die er bestaan tussen plantenetende en insectenetende insecten en spelen daarmee een rol in de interacties die in ecosystemen bestaan. In dit verband komen in dit artikel de volgende onderwerpen aan de orde: 1) variatie en het belang van onderzoek naar het gedrag van insecteneters; 2) chemische informatie van planten in een voedselnetwerk; 3) het 'hoe' en 'waarom' van SOS-signalen van planten; 4) 'hard roepende' planten en biologische bestrijders met een keurmerk; 5) consequenties voor biologische bestrijding en waardplantresistentie
- Published
- 1999
37. Plant-aardige insecten
- Author
-
Dicke, M.
- Subjects
nuttige organismen ,openbare redes ,biological control ,biologische bestrijding ,insect plant relations ,Laboratorium voor Entomologie ,insecten ,nuttige insecten ,animals ,beneficial insects ,lectures ,insect-plant relaties ,beneficial organisms ,dieren ,colleges (hoorcolleges) ,EPS ,Laboratory of Entomology ,insects ,public speeches - Abstract
Inaugural lecture of Prof. Dr. M. Dicke about insects and their diverse relations to cultivated plants
- Published
- 1998
38. Aspergehaantje biologisch te bestrijden
- Author
-
Poll, J.T.K., van Alphen, J.J.M., and Driessen, G.J.J.
- Subjects
beneficial insects ,asparagus ,biological control ,plant pests ,plantenplagen ,biologische bestrijding ,Proefstation voor de Akkerbouw en de Groenteteelt in de Vollegrond ,insects ,insecten ,nuttige insecten - Published
- 1998
39. Visie op variatie
- Subjects
species diversity ,parasitism ,openbare redes ,parasitisme ,soortendiversiteit ,biological control ,biologische bestrijding ,insect plant relations ,host parasite relationships ,Laboratorium voor Entomologie ,insecten ,nuttige insecten ,beneficial insects ,lectures ,insect-plant relaties ,gastheer parasiet relaties ,colleges (hoorcolleges) ,Laboratory of Entomology ,insects ,public speeches - Published
- 1998
40. Plant-aardige insecten
- Subjects
nuttige organismen ,openbare redes ,biological control ,biologische bestrijding ,insect plant relations ,Laboratorium voor Entomologie ,insecten ,nuttige insecten ,animals ,beneficial insects ,lectures ,insect-plant relaties ,beneficial organisms ,dieren ,colleges (hoorcolleges) ,EPS ,Laboratory of Entomology ,insects ,public speeches - Abstract
Inaugural lecture of Prof. Dr. M. Dicke about insects and their diverse relations to cultivated plants
- Published
- 1998
41. Visie op variatie
- Author
-
Vet, L.E.M.
- Subjects
species diversity ,parasitism ,openbare redes ,parasitisme ,soortendiversiteit ,biological control ,biologische bestrijding ,insect plant relations ,Laboratorium voor Entomologie ,host parasite relationships ,insecten ,nuttige insecten ,beneficial insects ,lectures ,insect-plant relaties ,gastheer parasiet relaties ,colleges (hoorcolleges) ,Laboratory of Entomology ,insects ,public speeches - Published
- 1998
42. Aspergehaantje biologisch te bestrijden
- Author
-
Poll, J.T.K., van Alphen, J.J.M., and Driessen, G.J.J.
- Subjects
beneficial insects ,asparagus ,biological control ,plant pests ,plantenplagen ,biologische bestrijding ,insects ,insecten ,nuttige insecten - Published
- 1998
43. Natuurlijke vijanden van trips in prei
- Author
-
Ester, A. and Vierbergen, G.
- Subjects
beneficial insects ,allium porrum ,leeks ,preien ,biological control ,biologische bestrijding ,Proefstation voor de Akkerbouw en de Groenteteelt in de Vollegrond ,insects ,thysanoptera ,thrips ,insecten ,nuttige insecten - Published
- 1997
44. Evaluation and application of parasitoids for biological control of Aphis gossypii in glasshouse cucumber crops
- Subjects
aphididae ,biological control ,plant pests ,plantenplagen ,biologische bestrijding ,PE&RC ,Laboratorium voor Entomologie ,parasitoids ,insecten ,nuttige insecten ,beneficial insects ,komkommers ,cucumbers ,cucumis sativus ,hymenoptera ,Laboratory of Entomology ,insects ,parasitoïden - Abstract
IntroductionAphids are an important problem in glasshouse vegetables. Already at low aphid densities fruits can get contaminated with honeydew, which decreases the economical value of the fruits. When aphids feed on the growing tips of the plants, the new shoots can get heavily distorted and plant growth is reduced. At the time this project was started integrated aphid control in cucumber and sweet pepper crops consisted of introduction of the parasitoid Aphidius matricariae Haliday (Hymenoptera: Braconidae) and the predatory gall midge Aphidoletes aphidimyza Rondani (Diptera: Cecidomyiidae). Integrated control of Myzus persicae Sulzer (Homoptera: Aphididae) in sweet pepper was effective, but A. gossypii was little affected by the introduced parasitoids. Additional control with the selective aphicide pirimicarb was also not possible since cotton aphid has developed resistance against this chemical. Aphid control with non-selective insecticides inhibits the use of biological control of other pests (like thrips and whitefly) in the glasshouse, which is applied on a large scale in the Netherlands. To be able to keep using biological control of other pests it is, therefore, necessary to develop an effective biological control programme for cotton aphid as well. In Chapter 1 the biology of cotton aphid and its most important natural enemies is described. This literature review showed that detailed data on the biology of A. gossypii were scarce. Therefore, the first experiments consisted of detailed research on the biology of cotton aphid.Research to develop biological control of A. gossypii can be divided into two main lines. First of all a selection of (a) potential candidate(s) for the control of A. gossypii has to be made. Many natural enemies of aphids are known, ranging from monophagous to polyphagous species. The natural enemies can be divided into three groups: pathogens (mainly parasitic fungi), predators (like ladybeetles, lacewings and hoverflies) and parasitoids. Based on several criteria, a literature survey indicated that parasitoids seemed most promising.Insect pathogens need very high humidities for successful germination and sporulation. These humidities are difficult to maintain in glasshouses for sufficiently long periods and can cause plant diseases.Predators have lower population growth rates than parasitoids and will, therefore, not be able to react to increasing aphid densities as quickly as parasitoids. Additionally, predator larvae need many aphids for successful development which might give problems during periods of low aphid density. Finally, predators are more expensive to culture (with the exception of A. aphidimyza ), because of the cannibalistic habits of the larvae. Parasitoid populations can multiply rapidly because of a short development time, and parasitoids need only one aphid for successful development. Based on the high reproductive capacity and the possibility of rearing parasitoids in large quantities, parasitoids seem to be the most promising group of aphid natural enemies.Secondly, an efficient method has to be developed for the introduction of natural enemies in a glasshouse. In glasshouses the interaction between aphids and natural enemies is wave-like. The natural enemies are efficient searchers and are able to destroy the aphid population almost completely. When few aphids are present, most of the natural enemies Will die and the aphid population can grow again once few aphids have entered the glasshouse from outside. A more stable situation can be created by introducing many parasitoids very frequently, but this would be very expensive. A second solution is the creation of a refuge for the parasitoids in the form of banker plants with aphids, which are harmless to the crop. On these refuges the parasitoidscan multiply independently of the presence of aphids in the crop. As a consequence a continuous presence of a large number of natural enemies is ensured during the entire cropping period.In the next section the life history of A. gossypii will be described. Thereafter the two lines of research ((a) what is the best parasitoid and (b) what is the best introduction method) will be dealt with.Life history of Aphis gossypiiIn Chapter 2 the influence of temperature, host plant cultivar and parasitism on the life history data of the cotton aphid are described. The potential population growth of a cotton aphid population is highest at 25 °C, because of a shorter development time and a higher daily reproduction at this temperature. There is a good agreement between life history data in the laboratory and in glasshouses. The development times on two cucumber cultivars differs markedly. Partial host plant resistance can be a useful tool for improving biological control of cotton aphid.Aphids, successfully parasitized by Aphidius colemani Viereck (Hymenoptera: Braconidae) only reproduce when they are parasitized in the fourth instar or as adult. These aphids produce nymphs for several days but, because of the short development time of the nymphs, they still have a large contribution to the growth of the aphid population.Evaluation of parasitoidsThe evaluation of several parasitoids is described in Chapter 3. For aphidiine parasitoids a small laboratory experiment gives a good indication on the usefulness of the parasitoids in glasshouses. Out of four parasitoid species A . colemani is the most promising control agent. This species finds more aphid colonies in glasshouses and higher parasitization rates are obtained than for A. matricariae , Ephedrus cerasicola Stary and Lysiphlebus testaceipes Cresson (Hymenoptera: Braconidae).Because of the different reproduction strategies, comparison of Aphelinus varipes Förster (Hymenoptera: Aphelinidae) with aphidiine parasitoids is not possible in the laboratory. Aphidiine parasitoids have a higher daily reproduction but a shorter reproduction period compared to aphelinids. Therefore, A. varipes was compared with A. colemani in small glasshouses. The combined effect of A. varipes and A. colemani results in better and more stable control than when A. colemani is introduced alone.Life history of parasitoidsFor several parasitoids life history data were collected in more detail (Chapter 4). Both A.colemani and L. testaceipes have a very high daily reproduction and a short development period. The population growth rates are slightly lower than for A. gossypii. The life span of the parasitoids is only a few days. This might create problems when these parasitoids are used for preventive introductions in glasshouses, because the introduced parasitoids will be present for a short period only. Aphidius -species can parasitize many aphids during a reproduction period of a few days, whereas Aphelinus -parasitoids parasitize less aphids daily over a longer reproduction period. Development of A. varipes takes longer than the development of the aphidiine parasitoids at 20 °C, but at temperatures above 25 °C the development times and population growth rates are equal. The life span of A. varipes is considerably longer than for A. colemani.Aphefinus varipes parasitoids will survive periods of low aphid density for a longer period.Searching behaviour of Aphidius colemaniThe searching behaviour of A. colemani is described in Chapter 5. Few oviposition experiences increases the responsiveness of females to host plants. The parasitoids are able to detect the presence of aphids on a leaf from a short distance even if no directed air current is present. When the parasitoids can choose between a clean and an aphid infested leaf, most of the parasitoids fly to the aphid infested leaf. Oviposition experiences on the grain aphid Rhopalosiphum padi Linnaeus (Homoptera: Aphididae) do not change the in-flight host location by A. colemani. Therefore, the use of banker plants with R. padi will probably not influence the searching behaviour of A. colemani.Once in an aphid colony the functional response (the reaction of individual parasitoids to the number of aphids present) of A.colemani is sigmoid. The increase of the parasitization rates is clearest at densities of up to ten aphids per leaf disk. At higher aphid densities the parasitization rate decreases gradually. After re-entering a recently visited leaf disk the parasitoid stays for a much shorter time than the first visit. No evidence of patch marking is found, so the reduction of visiting times is probably caused by encounters with parasitized hosts.Also the time allocation of individual A.colemani female parasitoids foraging for A. gossypii nymphs on cucumber leaves has been investigated. The leaving tendency only decreases on leaves with a high host density (100 aphids), thus increasing the giving up time since the latest encounter. Rejection of aphids and the nearby presence of another aphid colony has no influence on the leaving tendency. The effect of the number of hosts encountered differs among aphid densities. When less than ten aphids are present the leaving tendency is much larger after 30 encounters than beforehand. At a density of 100 aphids the leaving tendency is lower than at the other aphid densities and increases only after 100 encounters. Repeated visits to leaves with ten unparasitized aphids results in an increase in the leaving tendency after approximately ten visits. These results can be explained by assuming that the parasitoids have some innate expectancy of the spatial distribution of hosts (which is likely to be clustered) and concentrate their searching time on high density patches.Application of Aphidius colemaniIn Chapter 6 application of A. colemani is studied. The effect of repeated introductions of parasitoids depends highly on the timing and size of the introductions. Natural enemies have to be present in large numbers to obtain sufficient and immediate control. With lower introduction rates not all aphids will be parasitized. As a consequence the aphid population keeps on growing. Sufficient control is only obtained when the parasitoid population has built up sufficiently, which might be too late to prevent damage to the crop. Especially in summer successful control will be difficult to obtain because at the higher temperatures the colonies which are not found by the parasitoids will grow much faster.An open rearing with wheat plants and grain aphids (R. padi) can be used to maintain a parasitoid population, independent of the occurrence of cotton aphid in the glasshouse. Compared to weekly introductions the open rearing method gives initially a much better aphid control, mainly because of the high number of parasitoids than can be reared on the open rearings. At the end of the cucumber cropping hyperparasitoids can occur on the open rearing of the parasitoids. At this point the number of parasitoids will decrease, followed by an increase in aphid numbers. If hyperparasitoids start to increase, other natural enemies (like the gall midge, A. aphidimyza ) can also be introduced with the open rearing method. In glasshouses with repeated introductions the influence of hyperparasitoids is much less, even though they do also occur in these glasshouses.Apart from A. gossypii several other aphid species frequently are a pest in glasshouses. The most important species are the tomato aphid, Macrosiphum euphorbiae Thomas (Homoptera: Aphididae) and the peach aphid M.persicae. A short test, as done for evaluation of parasitoids in Chapter 4 is used to test whether A. colemani , A. matricariae , E. cerasicola and L. testaceipes can be useful for control of these aphids too. None of the parasitoids produces mummies on M. euphorbiae. Only A. colemani parasitizes A. gossypii and M. persicae successfully and it is concluded that A.colemani seems to be the most suitable species for control of both cotton and green peach aphid.In the general discussion (Chapter 7) it is concluded that evaluation of parasitoids based on several individual criteria can give erroneous results. Life history data of A.colemani and L. testaceipes are not very different, whereas there is a large difference in the effectivity in glasshouses. Also it is made clear that evaluation of different types of parasitoids is difficult in the laboratory. Additionally, the importance of individual evaluation criteria will depend on the system that is studied and the type of control that has to be obtained. For aphid control in glasshouses it is important that a rather constant low aphid level is maintained. A good searching capacity (finding aphid colonies quickly) is a very important characteristic of a successful natural enemy. Aphid colonies have to be found quickly to prevent the colonies from becoming too large. Because aphid parasitoids are able to reduce the aphid population to very low levels (where also only a small amount of parasitoids will be present) the system is very sensitive to incoming aphids. The only way to obtain sufficient control is by ensuring a continuous presence of a sufficient amount of parasitoids. If this succeeds successful control of A. gossypii can be obtained by using the parasitoid A. colemani.
- Published
- 1995
45. Evaluation and application of parasitoids for biological control of Aphis gossypii in glasshouse cucumber crops
- Author
-
van Steenis, M., Agricultural University, and J.C. van Lenteren
- Subjects
aphididae ,biological control ,plant pests ,plantenplagen ,biologische bestrijding ,PE&RC ,Laboratorium voor Entomologie ,parasitoids ,insecten ,nuttige insecten ,beneficial insects ,komkommers ,cucumbers ,cucumis sativus ,hymenoptera ,Laboratory of Entomology ,insects ,parasitoïden - Abstract
IntroductionAphids are an important problem in glasshouse vegetables. Already at low aphid densities fruits can get contaminated with honeydew, which decreases the economical value of the fruits. When aphids feed on the growing tips of the plants, the new shoots can get heavily distorted and plant growth is reduced. At the time this project was started integrated aphid control in cucumber and sweet pepper crops consisted of introduction of the parasitoid Aphidius matricariae Haliday (Hymenoptera: Braconidae) and the predatory gall midge Aphidoletes aphidimyza Rondani (Diptera: Cecidomyiidae). Integrated control of Myzus persicae Sulzer (Homoptera: Aphididae) in sweet pepper was effective, but A. gossypii was little affected by the introduced parasitoids. Additional control with the selective aphicide pirimicarb was also not possible since cotton aphid has developed resistance against this chemical. Aphid control with non-selective insecticides inhibits the use of biological control of other pests (like thrips and whitefly) in the glasshouse, which is applied on a large scale in the Netherlands. To be able to keep using biological control of other pests it is, therefore, necessary to develop an effective biological control programme for cotton aphid as well. In Chapter 1 the biology of cotton aphid and its most important natural enemies is described. This literature review showed that detailed data on the biology of A. gossypii were scarce. Therefore, the first experiments consisted of detailed research on the biology of cotton aphid.Research to develop biological control of A. gossypii can be divided into two main lines. First of all a selection of (a) potential candidate(s) for the control of A. gossypii has to be made. Many natural enemies of aphids are known, ranging from monophagous to polyphagous species. The natural enemies can be divided into three groups: pathogens (mainly parasitic fungi), predators (like ladybeetles, lacewings and hoverflies) and parasitoids. Based on several criteria, a literature survey indicated that parasitoids seemed most promising.Insect pathogens need very high humidities for successful germination and sporulation. These humidities are difficult to maintain in glasshouses for sufficiently long periods and can cause plant diseases.Predators have lower population growth rates than parasitoids and will, therefore, not be able to react to increasing aphid densities as quickly as parasitoids. Additionally, predator larvae need many aphids for successful development which might give problems during periods of low aphid density. Finally, predators are more expensive to culture (with the exception of A. aphidimyza ), because of the cannibalistic habits of the larvae. Parasitoid populations can multiply rapidly because of a short development time, and parasitoids need only one aphid for successful development. Based on the high reproductive capacity and the possibility of rearing parasitoids in large quantities, parasitoids seem to be the most promising group of aphid natural enemies.Secondly, an efficient method has to be developed for the introduction of natural enemies in a glasshouse. In glasshouses the interaction between aphids and natural enemies is wave-like. The natural enemies are efficient searchers and are able to destroy the aphid population almost completely. When few aphids are present, most of the natural enemies Will die and the aphid population can grow again once few aphids have entered the glasshouse from outside. A more stable situation can be created by introducing many parasitoids very frequently, but this would be very expensive. A second solution is the creation of a refuge for the parasitoids in the form of banker plants with aphids, which are harmless to the crop. On these refuges the parasitoidscan multiply independently of the presence of aphids in the crop. As a consequence a continuous presence of a large number of natural enemies is ensured during the entire cropping period.In the next section the life history of A. gossypii will be described. Thereafter the two lines of research ((a) what is the best parasitoid and (b) what is the best introduction method) will be dealt with.Life history of Aphis gossypiiIn Chapter 2 the influence of temperature, host plant cultivar and parasitism on the life history data of the cotton aphid are described. The potential population growth of a cotton aphid population is highest at 25 °C, because of a shorter development time and a higher daily reproduction at this temperature. There is a good agreement between life history data in the laboratory and in glasshouses. The development times on two cucumber cultivars differs markedly. Partial host plant resistance can be a useful tool for improving biological control of cotton aphid.Aphids, successfully parasitized by Aphidius colemani Viereck (Hymenoptera: Braconidae) only reproduce when they are parasitized in the fourth instar or as adult. These aphids produce nymphs for several days but, because of the short development time of the nymphs, they still have a large contribution to the growth of the aphid population.Evaluation of parasitoidsThe evaluation of several parasitoids is described in Chapter 3. For aphidiine parasitoids a small laboratory experiment gives a good indication on the usefulness of the parasitoids in glasshouses. Out of four parasitoid species A . colemani is the most promising control agent. This species finds more aphid colonies in glasshouses and higher parasitization rates are obtained than for A. matricariae , Ephedrus cerasicola Stary and Lysiphlebus testaceipes Cresson (Hymenoptera: Braconidae).Because of the different reproduction strategies, comparison of Aphelinus varipes Förster (Hymenoptera: Aphelinidae) with aphidiine parasitoids is not possible in the laboratory. Aphidiine parasitoids have a higher daily reproduction but a shorter reproduction period compared to aphelinids. Therefore, A. varipes was compared with A. colemani in small glasshouses. The combined effect of A. varipes and A. colemani results in better and more stable control than when A. colemani is introduced alone.Life history of parasitoidsFor several parasitoids life history data were collected in more detail (Chapter 4). Both A.colemani and L. testaceipes have a very high daily reproduction and a short development period. The population growth rates are slightly lower than for A. gossypii. The life span of the parasitoids is only a few days. This might create problems when these parasitoids are used for preventive introductions in glasshouses, because the introduced parasitoids will be present for a short period only. Aphidius -species can parasitize many aphids during a reproduction period of a few days, whereas Aphelinus -parasitoids parasitize less aphids daily over a longer reproduction period. Development of A. varipes takes longer than the development of the aphidiine parasitoids at 20 °C, but at temperatures above 25 °C the development times and population growth rates are equal. The life span of A. varipes is considerably longer than for A. colemani.Aphefinus varipes parasitoids will survive periods of low aphid density for a longer period.Searching behaviour of Aphidius colemaniThe searching behaviour of A. colemani is described in Chapter 5. Few oviposition experiences increases the responsiveness of females to host plants. The parasitoids are able to detect the presence of aphids on a leaf from a short distance even if no directed air current is present. When the parasitoids can choose between a clean and an aphid infested leaf, most of the parasitoids fly to the aphid infested leaf. Oviposition experiences on the grain aphid Rhopalosiphum padi Linnaeus (Homoptera: Aphididae) do not change the in-flight host location by A. colemani. Therefore, the use of banker plants with R. padi will probably not influence the searching behaviour of A. colemani.Once in an aphid colony the functional response (the reaction of individual parasitoids to the number of aphids present) of A.colemani is sigmoid. The increase of the parasitization rates is clearest at densities of up to ten aphids per leaf disk. At higher aphid densities the parasitization rate decreases gradually. After re-entering a recently visited leaf disk the parasitoid stays for a much shorter time than the first visit. No evidence of patch marking is found, so the reduction of visiting times is probably caused by encounters with parasitized hosts.Also the time allocation of individual A.colemani female parasitoids foraging for A. gossypii nymphs on cucumber leaves has been investigated. The leaving tendency only decreases on leaves with a high host density (100 aphids), thus increasing the giving up time since the latest encounter. Rejection of aphids and the nearby presence of another aphid colony has no influence on the leaving tendency. The effect of the number of hosts encountered differs among aphid densities. When less than ten aphids are present the leaving tendency is much larger after 30 encounters than beforehand. At a density of 100 aphids the leaving tendency is lower than at the other aphid densities and increases only after 100 encounters. Repeated visits to leaves with ten unparasitized aphids results in an increase in the leaving tendency after approximately ten visits. These results can be explained by assuming that the parasitoids have some innate expectancy of the spatial distribution of hosts (which is likely to be clustered) and concentrate their searching time on high density patches.Application of Aphidius colemaniIn Chapter 6 application of A. colemani is studied. The effect of repeated introductions of parasitoids depends highly on the timing and size of the introductions. Natural enemies have to be present in large numbers to obtain sufficient and immediate control. With lower introduction rates not all aphids will be parasitized. As a consequence the aphid population keeps on growing. Sufficient control is only obtained when the parasitoid population has built up sufficiently, which might be too late to prevent damage to the crop. Especially in summer successful control will be difficult to obtain because at the higher temperatures the colonies which are not found by the parasitoids will grow much faster.An open rearing with wheat plants and grain aphids (R. padi) can be used to maintain a parasitoid population, independent of the occurrence of cotton aphid in the glasshouse. Compared to weekly introductions the open rearing method gives initially a much better aphid control, mainly because of the high number of parasitoids than can be reared on the open rearings. At the end of the cucumber cropping hyperparasitoids can occur on the open rearing of the parasitoids. At this point the number of parasitoids will decrease, followed by an increase in aphid numbers. If hyperparasitoids start to increase, other natural enemies (like the gall midge, A. aphidimyza ) can also be introduced with the open rearing method. In glasshouses with repeated introductions the influence of hyperparasitoids is much less, even though they do also occur in these glasshouses.Apart from A. gossypii several other aphid species frequently are a pest in glasshouses. The most important species are the tomato aphid, Macrosiphum euphorbiae Thomas (Homoptera: Aphididae) and the peach aphid M.persicae. A short test, as done for evaluation of parasitoids in Chapter 4 is used to test whether A. colemani , A. matricariae , E. cerasicola and L. testaceipes can be useful for control of these aphids too. None of the parasitoids produces mummies on M. euphorbiae. Only A. colemani parasitizes A. gossypii and M. persicae successfully and it is concluded that A.colemani seems to be the most suitable species for control of both cotton and green peach aphid.In the general discussion (Chapter 7) it is concluded that evaluation of parasitoids based on several individual criteria can give erroneous results. Life history data of A.colemani and L. testaceipes are not very different, whereas there is a large difference in the effectivity in glasshouses. Also it is made clear that evaluation of different types of parasitoids is difficult in the laboratory. Additionally, the importance of individual evaluation criteria will depend on the system that is studied and the type of control that has to be obtained. For aphid control in glasshouses it is important that a rather constant low aphid level is maintained. A good searching capacity (finding aphid colonies quickly) is a very important characteristic of a successful natural enemy. Aphid colonies have to be found quickly to prevent the colonies from becoming too large. Because aphid parasitoids are able to reduce the aphid population to very low levels (where also only a small amount of parasitoids will be present) the system is very sensitive to incoming aphids. The only way to obtain sufficient control is by ensuring a continuous presence of a sufficient amount of parasitoids. If this succeeds successful control of A. gossypii can be obtained by using the parasitoid A. colemani.
- Published
- 1995
46. Houd natuurlijke vijanden te vriend : biologische bestrijding
- Subjects
Wageningen UR Greenhouse Horticulture ,overblijvende planten ,biological control ,biologische bestrijding ,biological tags ,Wageningen UR Glastuinbouw ,nuttige insecten ,beneficial insects ,houtachtige planten als sierplanten ,biologische indicatoren (populatie-ecologie) ,bevordering van natuurlijke vijanden ,perennials ,ornamental woody plants ,encouragement - Abstract
Het bevorderen van natuurlijke vijanden is een biologische bestrijdingsmethode in de kasteelten. Ook in de buitenteelten zijn er mogelijkheden de populatie bestrijders van schadelijke insecten te doen toenemen. Bloeiende planten spelen daarbij een belangrijke rol
- Published
- 2003
47. Bloemen maken boomgaard aantrekkelijk
- Subjects
Sector Fruit ,fruit growing ,fruitteelt ,aphididae ,biological control ,costs ,nature conservation ,biologische bestrijding ,Applied Plant Research ,nuttige insecten ,beneficial insects ,natuurbescherming ,Praktijkonderzoek Plant & Omgeving ,kosten ,Fruit Research Unit - Abstract
Met bloemrijke kruiden zweefvliegen en sluipwespen aantrekken kan onderdeel zijn van biologische bestrijding van luizen: verslag van onderzoek bij PPO-fruit. Het is ook één van de vele mogelijkheden van agrarische natuurbeheer. Er zijn grote prijsverschillen tussen de mengsels
- Published
- 2003
48. De gevleugelde missie van Thijs Loosjes
- Author
-
Beekman, W.
- Subjects
delia antiqua ,genetic control ,tachinidae ,biological control ,schizophora ,uien ,anthomyiidae ,nuttige insecten ,agromyzidae ,calliphoridae ,onions ,Biologische bedrijfssystemen ,drosophilidae ,insects ,Biological Farming Systems ,sterile insect release ,glossinidae ,tephritidae ,sterilization ,biologische bestrijding ,muscidae ,sterilisatie ,insecten ,beneficial insects ,allium cepa ,genetische gewasbescherming ,steriele insecten techniek - Abstract
Interview with Thijs Loosjes, who runs a firm for biological control in agriculture. The firm is specialized in biocontrol of the onion fly by means of the sterile male technique
- Published
- 1994
49. De gevleugelde missie van Thijs Loosjes
- Author
-
Beekman, W.
- Subjects
delia antiqua ,genetic control ,sterile insect release ,tachinidae ,glossinidae ,biological control ,schizophora ,tephritidae ,sterilization ,biologische bestrijding ,muscidae ,sterilisatie ,uien ,anthomyiidae ,insecten ,nuttige insecten ,beneficial insects ,agromyzidae ,calliphoridae ,onions ,allium cepa ,genetische gewasbescherming ,drosophilidae ,insects ,steriele insecten techniek - Abstract
Interview with Thijs Loosjes, who runs a firm for biological control in agriculture. The firm is specialized in biocontrol of the onion fly by means of the sterile male technique
- Published
- 1994
50. Roofmijt Amblyseius andersoni helpt boomkwekers gewas schoon te houden
- Subjects
beneficial insects ,houtachtige planten als sierplanten ,plant protection ,Nursery Stock-Flower Bulbs ,gewasbescherming ,PPO Bloembollen en Bomen ,biological control ,biologische bestrijding ,insects ,ornamental woody plants ,amblyseius ,insecten ,nuttige insecten - Abstract
Bestrijding van spintmijt, galmijt en trips in boomkwekerijgewassen met de roofmijt Amblyseius andersoni
- Published
- 2002
Catalog
Discovery Service for Jio Institute Digital Library
For full access to our library's resources, please sign in.