46 results on '"Agricultural science"'
Search Results
2. Consumer preference for dried mango attributes: A conjoint study among Dutch, Chinese, and Indonesian consumers
- Author
-
Ruud Verkerk, Bea L.P.A. Steenbekkers, Matthijs Dekker, and Ita Sulistyawati
- Subjects
Adult ,Male ,product familiarity ,China ,Adolescent ,030309 nutrition & dietetics ,Sensory & Consumer Sciences ,media_common.quotation_subject ,Color ,Health consciousness ,Tropical fruit ,Food Preferences ,Young Adult ,03 medical and health sciences ,Agricultural science ,0404 agricultural biotechnology ,Humans ,Quality (business) ,drying ,Netherlands ,media_common ,VLAG ,Sensory and Consumer Sciences ,0303 health sciences ,Mangifera ,consumer ,04 agricultural and veterinary sciences ,fruit ,Consumer Behavior ,Middle Aged ,Adaptive choice ,040401 food science ,language.human_language ,Preference ,Conjoint analysis ,Indonesian ,Food Quality and Design ,Indonesia ,Taste ,Color preferences ,language ,conjoint analysis ,Female ,Business ,Food Science - Abstract
One way to add value to tropical fruit and increase its availability in the global market is to develop new, less perishable, products from fresh fruit. The purpose of this study is to compare the perception of key quality attributes and preferences of dried mango between consumers with different familiarity and health consciousness. This study surveyed respondents from China, Indonesia, and the Netherlands via an adaptive choice‐based conjoint method (n = 483) to evaluate intrinsic quality attributes that influenced consumer preference for dried mango. Consumers in different countries have different texture, taste, and color preferences for dried mango. The most important attribute for the Dutch and Chinese was “free from extra ingredients”, while for Indonesians, it was the texture. Familiarity with dried mango and health consciousness do not influence consumer preference of intrinsic attributes of dried mango. Different preferences of intrinsic attributes of dried mango between countries are related to cultural differences. This study provides useful insights for food manufacturers into the significance of key intrinsic quality attributes in developing dried mango. Practical Application Intrinsic quality parameters of dried mango are not perceived in the same way by every consumer and this is related to cultural differences. Crispy texture is important only for Indonesian consumers, while “free from extra ingredients” is the most important for Dutch and Chinese consumers. This information is relevant when developing dried mango products for the respective markets.
- Published
- 2020
3. Bepaling weidetijd op melkveebedrijven : Verkenning van aanvullende informatiebronnen over beweiding, met nadere uitwerking voor sensoren en satellietbeelden
- Author
-
J. van Os and G.J. Roerink
- Subjects
Earth Observation and Environmental Informatics ,Computer science ,media_common.quotation_subject ,Regional Development and Spatial Use ,Regionale Ontwikkeling en Ruimtegebruik ,Agricultural census ,Agricultural science ,Grazing ,Aardobservatie en omgevingsinformatica ,Life Science ,Quality (business) ,Fatty acid composition ,Dairy cattle ,Motion sensors ,media_common - Abstract
Because of dairy product quality and nitrogen emissions, grazing time of dairy cattle is becoming increasingly important. Until now, the farmer’s own registration of grazing time is available, with random checks carried out by the dairy chain. For N-emissions, the grazing time from the agricultural census is used. To ensure quality, there is a need for an independent registration. This could be provided by using information from existing motion sensors to dairy cattle or satellite images. Another option is analyzing fatty acid composition of the milk. This report concerns an exploration of extra data sources and an investigation into the possibilities of sensors and satellite images. In its current form, both are not yet suitable for replacing registration; however, they may be useful as additional clues. Vanuit de zuivelketen en met het oog op stikstofemissies wordt de weidetijd bij melkvee steeds belangrijker. Tot nu toe vindt de registratie van weidetijd plaats door de veehouder zelf, waarbij door de zuivelketen steekproefsgewijze controle plaatsvindt. Voor N-emissies wordt de weidetijd vanuit de landbouwtelling gebruikt. Voor borging van de kwaliteit is behoefte aan een onafhankelijke registratie. Daarin zou voorzien kunnen worden door informatie te gebruiken van bestaande bewegingssensoren aan melkvee of satellietbeelden. Maar er zijn ook andere mogelijkheden, zoals een analyse van de vetzuursamenstelling van de melk. Deze rapportage betreft een verkenning van aanvullende bronnen, en een nader onderzoek naar de mogelijkheden van bewegingssensoren en satellietbeelden. In de huidige vorm zijn beide nog niet geschikt om de registratie te vervangen; wel kunnen ze bruikbaar zijn als aanvullende aanwijzingen.
- Published
- 2021
4. Efficiëntie verbetering in de Nederlandse dierlijke productie en het effect daarvan op de N- en P- kringlopen : Efficiëntie op dierniveau in relatie tot de efficiëntie van hogere kringlopen
- Author
-
L.B.J. Sebek and J.C. van Middelkoop
- Subjects
nutrient flows ,Dierlijke Productiesystemen ,cycling ,Animal Nutrition ,Animal feed ,Animal production ,voer ,nutriëntenstromen ,Animal husbandry ,Diervoeding ,Animal Production Systems ,nitrogen ,Agricultural science ,stikstof ,circular agriculture ,feeds ,WIAS ,kringlooplandbouw ,kringlopen ,Production chain ,Mathematics - Abstract
In the public-private partnership Feed4Foodure Wageningen UR works on the sustainability of the animal feed production chain and animal husbandry. To get an idea to which extent this contributes to the improvement of the societal value of animal husbandry the impact of an improvement of 5% of the N and P efficiencies on animal level is studied. This is performed by consulting a group of experts using a Nutrient Cycle Assessment Tool. In the report it is mentioned which changes can be expected inside and outside the Netherlands if 1) animal production remains the same, input and excretion decrease; 2) excretion remains the same, input and production increase. Binnen het publiek-private onderzoeksprogramma Feed4Foodure werkt Wageningen UR aan verduurzaming van de diervoederketen en de veehouderij. Om een beeld te krijgen in hoeverre dit bijdraagt aan verbetering van de maatschappelijke waarde van de veehouderij is de impact van een 5% verbetering van de N- en P-efficiëntie op dierniveau onderzocht. Dit is uitgevoerd door met een groep deskundigen een Kringlooptoets te doorlopen. In het rapport is benoemd welke veranderingen binnen en buiten Nederland te verwachten zijn als 1) productie gelijk blijft en input en excretie lager worden; en 2) excretie gelijk blijft en input en productie hoger worden.
- Published
- 2021
5. Typering extensieve landbouw in Nederland
- Author
-
Judith Westerink, Raymond Schrijver, Herman Agricola, and Zoe van Eldik
- Subjects
Agricultural science ,Geography ,Order (business) ,Extensive farming ,Biodiversity ,Biodiversiteit en Beleid ,Life Science ,Regional Development and Spatial Use ,Regionale Ontwikkeling en Ruimtegebruik ,Spatial distribution ,Biodiversity and Policy ,Agricultural census - Abstract
This report investigates the size of the extensive farming sector in the Netherlands, in terms of number of farms and in land managed. In addition, the spatial distribution of extensive farms is shown. Extensive farms were selected from the agricultural census data (2016) based on a definition related to norms for nitrogen application, in order to select farms that are likely to create favourable conditions for biodiversity. Dit rapport brengt het aandeel extensieve landbouwbedrijven in beeld binnen de Nederlandse landbouw, evenals hun ruimtelijke spreiding. Daarvoor is een definitie ontwikkeld die samenhangt met de stikstofgebruiksnormen, om extensieve bedrijven in beeld te brengen die mogelijk goede condities scheppen voor biodiversiteit.
- Published
- 2021
6. Perspectief voor het verlagen van NH3-emissie uit de Nederlandse melkveehouderij : verkenning van reductiepotentieel en economische impact op sectorniveau op basis van integrale doorrekening maatregelen op 8 representatieve melkveebedrijven
- Author
-
I. Vermeij, A.C.G. Beldman, Joan Reijs, A.G. Evers, Michel de Haan, and G.J. Doornewaard
- Subjects
Agricultural science ,Performance and Impact Agrosectors ,Agriculture ,business.industry ,Economics ,Life Science ,Emissie & Mestverwaarding ,Emissions & Manure Valorisation ,business ,Investment (macroeconomics) ,Innovation- and Risk Management and Information Governance ,Dairy farming ,Performance en Impact Agrosectoren - Abstract
This study, commissioned by LTO Nederland (the Netherlands Agricultural and Horticultural Association), NZO (Dutch Dairy Association) and Rabobank, calculated the effect of the expected development of the Dutch dairy farming sector if current policies are continued combined with an integrated package of measures to reduce ammonia emissions. The calculated reduction of ammonia emitted by the Dutch dairy sector in 2030 compared to 2018 amounts to 28%. The additional investment for ammonia measures in barns, water storage and land was calculated to be 1.3 billion euro at sector level. The overall effect on the financial result of dairy farms is on average -1.07 euro per 100 kg of milk. Given that on average the margins per kg of milk are narrow, this constitutes a significant impact for many farms. The package of measures evaluated in this study can be considered realistic in terms of the level of change compared to current average practice. With respect to the assumed degree of implementation, it is ambitious. In dit onderzoek is op verzoek van LTO Nederland, Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) en Rabobank doorgerekend wat het gecombineerde effect kan zijn van de verwachte ontwikkeling van de Nederlandse melkveesector bij voortzetting van huidig beleid en een integraal pakket van maatregelen om ammoniakemissie te reduceren. De berekende reductie van NH3-emissie uit de Nederlandse melkveehouderij in 2030 ten opzichte van 2018 bedraagt 28%. De berekende extra investering voor ammoniakmaatregelen in stallen, wateropslag en grond bedragen op sectorniveau 1,3 miljard euro. Het totaaleffect van de ammoniakmaatregelen op het economisch resultaat van melkveebedrijven bedraagt gemiddeld -1,07 euro per 100 kg melk. Omdat de marges per kg melk gemiddeld klein zijn, is dit een substantieel effect voor veel bedrijven. Het in dit onderzoek doorgerekende maatregelpakket kan worden beschouwd als realistisch ten aanzien van het niveau van de maatregelen en de aansluiting bij de huidige praktijk en ambitieus ten aanzien van de veronderstelde implementatiegraad.
- Published
- 2021
7. Economische effecten sluiting voermestkringloop
- Author
-
Huib Silvis, David Verhoog, Roel Jongeneel, Peter van Horne, Ana Gonzalez Martinez, and Allard Jellema
- Subjects
cycling ,Performance and Impact Agrosectors ,Commodity ,nutriëntenstromen ,WASS ,Management Trainees ,Raw material ,Performance en Impact Agrosectoren ,Agricultural science ,circular agriculture ,feeds ,Economics ,Agricultural Economics and Rural Policy ,Consument & Keten ,International Policy ,kringlooplandbouw ,reststromen ,Internationaal Beleid ,kringlopen ,health care economics and organizations ,nutrient flows ,business.industry ,compound feeds ,voer ,Agrarische Economie en Plattelandsbeleid ,scenario analysis ,residual streams ,scenario-analyse ,Livestock ,business ,Consumer and Chain ,mengvoer - Abstract
Adapting feed in the Netherlands to specific requirements of the feed cycle ('No soy' in compound feed or 'Use only European feed commodities') will lead to price increases in feed concentrates at constant feed commodity prices. Depending on the scenario and type of feed, these price increases will vary from 0% to 14%. If the Netherlands starts to source more feed commodities from Europe, additional price increases are expected for oilseed meal and other protein raw materials. Due to the high import dependency of protein-rich feed commodities, the intensive livestock complex is more sensitive to price increases than the land-based livestock complex. Aanpassing van het Nederlandse veevoer aan kringloopeisen (‘Geen soja’ in mengvoer of ‘Alleen gebruik van Europese grondstoffen’) leidt bij constante grondstofprijzen tot prijsstijgingen van krachtvoer. Afhankelijk van het scenario en de voersoort variëren die van 0% tot 14%. Als Nederland meer grondstoffen uit Europa gaat betrekken, worden extra prijsstijgingen verwacht voor oliezaadschroot en overige eiwithoudende grondstoffen. Door de grote importafhankelijkheid van eiwitrijke grondstoffen is het intensieve veehouderijcomplex gevoeliger voor prijsstijgingen dan het grondgebonden veehouderijcomplex.
- Published
- 2021
8. Quick scan stikstofproblematiek en biologische veehouderij : Mogelijke bijdrage van de biologische sector aan oplossingsrichtingen voor ammoniakproblematiek
- Author
-
Marleen Plomp and Gerard Migchels
- Subjects
business.industry ,Emissie & Mestverwaarding ,Organic dairy farming ,Poultry farming ,Manure ,Agricultural science ,Grazing ,Organic farming ,Life Science ,Environmental science ,Emissions & Manure Valorisation ,business ,Natura 2000 ,Barn (unit) - Abstract
The research focuses on the potential contribution to reducing ammonia emissions from existing organic farms, and the perspective and potential benefits if more farms in the Natura 2000 area switch to organic. Specifically on the larger organic dairy farms, ammonia emissions from the barn were 22% lower than for larger common farms. The average emission from manure administration and grazing on organic BIN farms was 14.6 kg NH3/ha, compared with an average of 31.3 on conventional BIN farms (-53%). Summarizing, there seems to be a prospect of conventional dairy farms in the Natura2000 area switching to organic dairy farming provided that the market is not distorted. The contribution that organic pig and poultry farming can make to reducing ammonia emissions in the Netherlands is very limited. Het onderzoek richt zich op de vraag wat de potentiële bijdrage is aan reductie van de ammoniakemissie van bestaande biologische bedrijven, en het perspectief en de potentiële voordelen als meer bedrijven in de omgeving van Natura 2000 gebieden omschakelen naar biologisch. Specifiek op de grotere biologische melkveebedrijven was de ammoniakemissie uit de stal 22% lager dan bij grotere gangbare bedrijven. De gemiddelde emissie uit mesttoediening en beweiding op de biologische BIN bedrijven was 14,6 kg NH3/ha, tegenover gemiddeld 31,3 op de gangbare BIN bedrijven (-53%). Samenvattend lijkt er perspectief als gangbare melkveebedrijven in de omgeving van Natura2000 gebieden overschakelen naar biologische melkveehouderij mits de markt niet verstoord wordt. De bijdrage die biologische varkens- en pluimveehouderij kunnen leveren aan vermindering van de ammoniakemissie in Nederland is zeer beperkt.
- Published
- 2021
9. Broeikasgasemissies uit landbouw in de nationale inventarisatie : Analyse van emissies in verschillende NIR sectoren ter vergelijking met LCA’s
- Author
-
L.A. Lagerwerf, Jan Vonk, and Pim Mostert
- Subjects
Product (business) ,Agricultural science ,National inventory ,Greenhouse gas ,Member states ,Life Science ,Climate change ,Environmental science ,Emissie & Mestverwaarding ,Emissions & Manure Valorisation ,Life-cycle assessment - Abstract
Within the Convention on Climate Change member states report on their greenhouse gas emissions in national inventories (National Inventory Report; NIR). These inventories have strict geographical boundaries and arrangement towards types of activity. In a Life Cycle Assessment (LCA) the focus is on emissions through the production of a unit of produce. Here all needed inputs like energy or raw materials are allocated to the product, irrespective of the location of origin. This report describes the NIR of the Netherlands, with the goal to provide insight in the differences between both methods in relation to agriculture. Onder het Klimaatverdrag rapporteren lidstaten over hun broeikasgasemissies in nationale inventarisaties (National Inventory Report; NIR). Deze inventarisaties kennen een strikte geografische afbakening en indeling naar typen bedrijvigheid. In een Life Cycle Assessment (LCA) ligt de focus op emissies door het produceren van een eenheid product. Hierbij worden alle benodigde inputs zoals energie of grondstoffen toegerekend aan het product, onafhankelijk van de plaats van oorsprong. Dit rapport beschrijft de Nederlandse NIR, met als doel inzicht te verschaffen in de verschillen tussen beide werkwijzen in relatie tot landbouw.
- Published
- 2021
10. Ruimtelijke aanpak van het stikstofprobleem : inzicht in oplossingsrichtingen vanuit landbouw en natuur
- Author
-
H. Kros, Jan Dijkstra, Nico W.M. Ogink, Peter Geerdink, M. Ravesloot, R.E.E. Jongschaap, S. Munniks, T. Hermans, G. Velthof, K.C. Groenestein, N.A.C. Smits, R. Jongeneel, J.F.M. Huijsmans, and C.J. Voogd
- Subjects
Animal Nutrition ,Bos- en Landschapsecologie ,BU Contaminanten & Toxines ,Emissie & Mestverwaarding ,WASS ,Regional Development and Spatial Use ,Agrosysteemkunde ,Agrosystems Research ,Agricultural science ,BU Contaminants & Toxins ,Political science ,Agricultural Economics and Rural Policy ,Life Science ,Forest and Landscape Ecology ,International Policy ,Duurzaam Bodemgebruik ,Agro Field Technology Innovations ,Internationaal Beleid ,Vegetatie ,Sustainable Soil Use ,WIMEK ,Vegetation ,Agrarische Economie en Plattelandsbeleid ,OT Team Fruit-Bomen ,Regionale Ontwikkeling en Ruimtegebruik ,Diervoeding ,International policy ,WIAS ,Vegetatie, Bos- en Landschapsecologie ,BBP Biorefinery & Sustainable Value Chains ,Vegetation, Forest and Landscape Ecology ,Emissions & Manure Valorisation - Abstract
Herstel van de natuur èn toekomstperspectief voor de landbouw vraagt maatwerk. De daarvoor ontwikkelde aanpak door Wageningen University & Research combineert generieke en gebiedsspecifieke maatregelen voor landbouw en natuur op een systematische en effectieve manier. Hiermee kunnen onnodig rigoureuze maatregelen voorkomen worden en wordt handelingsperspectief geboden op landelijk en lokaal niveau voor alle actoren. Dit leidt tot beleidskeuzes die nationaal en op gebiedsniveau eenduidig onderbouwd zijn. Zo leidt het versterken van natuurkwaliteit tot meer economische ruimte.
- Published
- 2020
11. Pilots naar de vermindering van fijnstofemissie uit pluimveestallen : DUSTion van Serutech-Agri/Optiklep
- Author
-
Albert Winkel, H.H. Ellen, Jos Huis in ’t Veld, and Yvo Goselink
- Subjects
Agricultural science ,Livestock farming ,Fine particulate ,Life Science ,Environmental science ,Emissie & Mestverwaarding ,Emissions & Manure Valorisation ,Barn (unit) - Abstract
To mitigate the concentrations of fine particulate matter in livestock farming areas, techniques are needed which reduce emissions from poultry barns. In this pilot study, measurements were carried out on the DUSTion system of the companies Serutech-Agri and Optiklep, installed inside a broiler barn. In deviation from the measurement protocols, the so called “fine dust pilots” included one (instead of two) farm locations. The measurements show that the system reduces the emission of fine particulate matter (PM10) with 62%. Om de blootstelling aan fijnstof in veehouderijgebieden te verlagen zijn technieken nodig die de emissie uit pluimveestallen kunnen verminderen. In deze pilot zijn metingen verricht aan het DUSTion systeem van de firma’s Serutech-Agri en Optiklep, geïnstalleerd in een vleeskuikenstal. In afwijking van de meetprotocollen is er in de zogenaamde “fijnstof pilots” aan één (in plaats van twee) bedrijfslocaties gemeten. Uit de metingen blijkt dat het systeem de emissie van fijnstof (PM10) met gemiddeld 62% vermindert.
- Published
- 2020
12. (Criteria voor) brand- en rookdetectiesystemen in technische ruimten van veestallen in de intensieve veehouderij : Een inventariserende studie
- Author
-
H.H. Ellen, Yvo Goselink, and M.H. Bokma-Bakker
- Subjects
branden ,Emissie & Mestverwaarding ,dierlijke productie ,animal welfare ,Agricultural science ,Dierenwelzijn en gezondheid ,huisvesting, dieren ,animal housing ,pluimvee ,dieren ,Animal Health & Welfare ,stallen ,animal health ,business.industry ,animal production ,poultry ,fires ,pigs ,rundvee ,diergezondheid ,varkens ,dierenwelzijn ,cattle ,stalls ,Christian ministry ,Livestock ,huisvesting ,Emissions & Manure Valorisation ,business - Abstract
At the request of the Ministry of LNV, an inventory study was carried out regarding fire and smoke detection systems that are suitable for use in technical areas of livestock farms, and regarding the criteria that such systems should meet. Op verzoek van het ministerie van LNV is een inventariserend onderzoek uitgevoerd naar brand- en rookdetectiesystemen die geschikt zijn voor gebruik in technische ruimten van veehouderijen, en naar de criteria waaraan dergelijke systemen zouden moeten voldoen.
- Published
- 2020
13. Toetsing van de Groene Weide Meststof in de praktijk : Demovelden van de gebiedsgerichte pilot Kunstmestvrije Achterhoek, 2018
- Author
-
John van der Lippe and Phillip Ehlert
- Subjects
Sustainable Soil Use ,business.industry ,Environmental research ,Manure ,Monitoring program ,Nitrate directive ,Unifarm ,Renewable energy ,Product (business) ,Agricultural science ,Environmental science ,Life Science ,Duurzaam Bodemgebruik ,business - Abstract
The aim of the project Biobased Fertilisers Achterhoek (in Dutch Kunstmestvrije Achterhoek) project is to make fertilisation practice more sustainable by means of the use of locally available nutrients from renewable sources. The project is part of the sixth action program of the Netherlands serving the Nitrate Directive. One of the objectives is to identify the eligible product quality and product composition of fertilising products from animal manure and sludge which can be produced by means of best available techniques for manure and sludge processing. This objective has been worked out by WUR-Wageningen Environmental Research (WUR-WENR) in a monitoring program. A research topic is testing of a new fertilising product from animal manure and other (most renewable) nitrogen sources in demonstration field trials. This document reports the first results of the year 2018. The demonstration field trials will be continued in 2019 and 2020. De doelstelling van het project KunstmestVrije Achterhoek (KVA) is het verduurzamen van de bemestingspraktijk door de bemesting van grasland en bouwland zo veel mogelijk in te vullen met regionaal beschikbare nutriënten. Het project is onderdeel is van het zesde Nederlandse actieprogramma1 in het kader van de Nitraatrichtlijn. Een van de doelstellingen betreft het identificeren van gewenste productkwaliteit en productsamenstelling van bemestingsproducten van dierlijke mest en slib, beschikbaar komend uit best beschikbare technieken voor mest- en slibverwerking. Deze doelstelling is door WUR-Wageningen Environmental Research (WUR-WENR) uitgewerkt in een monitoringsprogramma. Een onderdeel daarvan is toetsing van een nieuw bemestingsproduct van dierlijke mest en andere (meest hernieuwbare) stikstofbronnen in demovelden. Dit rapport geeft de eerste bevindingen van toetsing van het nieuwe bemestingsproduct in de landbouwpraktijk.
- Published
- 2020
14. Effecten van het EU-Mercosur-akkoord op de Nederlandse economie
- Author
-
J.H. Jager, Caitlyn Carrico, Andrzej Tabeau, Nora Plaisier, and Siemen van Berkum
- Subjects
Performance and Impact Agrosectors ,biology ,business.industry ,media_common.quotation_subject ,Balance of trade ,Euros ,Poultry farming ,biology.organism_classification ,Performance en Impact Agrosectoren ,Bilateral trade ,Agricultural science ,Balance (accounting) ,Agriculture ,Service (economics) ,Economics ,Life Science ,International Policy ,Arable land ,business ,Internationaal Beleid ,media_common - Abstract
This study assesses the economic effects of the EU-Mercosur Agreement for the Netherlands. At the macroeconomic level, potential gains in GDP growth are estimated to be 0.03%, amounting to 287m euros, assuming a full implementation of the Agreement by 2035. At the sectoral level, the Dutch bilateral trade balance with Mercosur contracts for agricultural products (except for dairy), but substantial growth of the trade balance in the manufacturing and service sectors results in an overall positive net trade gain for the Netherlands. At the farm level, estimated income effects are positive for pig and poultry farms, close to zero for dairy and arable farms, and negative for beef and veal farms. Dit onderzoek beoordeelt de economische effecten van het EU-Mercosur-akkoord op Nederland. Op macro-economisch niveau wordt de potentiële winst van de bbp-groei geschat op 0,03%, wat neerkomt op 287 miljoen euro, uitgaande van een volledige uitvoering van het akkoord in 2035. Op sectorniveau verslechtert de Nederlandse bilaterale handelsbalans met Mercosur voor landbouwproducten (behalve zuivel), maar een substantiële groei van de handelsbalans in de verwerkende industrie en de dienstensector resulteert in een algehele positieve netto handelswinst voor Nederland. Op bedrijfsniveau zijn de geschatte inkomenseffecten positief voor varkens- en pluimveebedrijven, vrijwel nul voor melkvee- en akkerbouwbedrijven en negatief voor rund- en kalfsvleesbedrijven.
- Published
- 2020
15. Semi-transparante PV voor kassen : Evaluatie van nieuwe semi-transparante fotovoltaïsche cellen als dekmateriaal voor Nederlandse kassen
- Author
-
Bram van Breugel, Esteban Baeza, and Marcel Raaphorst
- Subjects
Agricultural science ,Horticultural crops ,GTB Tuinbouw Technologie ,Environmental science ,Greenhouse ,Life Science - Abstract
Simulation models have calculated the effect of semi-transparent PV panels in the greenhouse deck on the production and energy needs of different horticultural crops. Three different types of commercially available semi-transparent PV panels have been measured and evaluated. None of the panels can already be used profitably in greenhouse horticulture. Met behulp van simulatiemodellen is berekend in hoeverre semi-transparante PV-panelen in het kasdek invloed hebben op de productie en energiebehoefte van verschillende tuinbouwgewassen. Drie verschillende typen op de markt beschikbare semi-transparante PV-panelen zijn doorgemeten en geëvalueerd. Geen van de panelen is al rendabel in te zetten in de glastuinbouw.---Simulation models have calculated the effect of semi-transparent PV panels in the greenhouse deck on the production and energy needs of different horticultural crops. Three different types of commercially available semi-transparent PV panels have been measured and evaluated. None of the panels can already be used profitably in greenhouse horticulture.
- Published
- 2020
16. Indelingscategorieën broeikasgasemissie : Voor SMK-bedrijven met bedekte teelt
- Author
-
Ruud van der Meer, M.N.A. Ruijs, Anton Kool, and Peter Vermeulen
- Subjects
Economic research ,Agricultural science ,Performance and Impact Agrosectors ,Agriculture ,business.industry ,Life Science ,Christian ministry ,Certification ,Business ,Performance en Impact Agrosectoren - Abstract
Wageningen Economic Research has been commissioned by Stichting Milieukeur (SMK) and financed by the Ministry of Agriculture, Nature and Food Quality to investigate different classification systems for SMK certified companies according to the size of the greenhouse gas emissions. Five classification systems have been developed, which can be used by SMK as a basis for encouraging companies to become more sustainable in the field of energy. The choice and elaboration of the classification criterion is not part of the study. Wageningen Economic Research heeft in opdracht van Stichting Milieukeur (SMK) en gefinancierd door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit verschillende indelingssystemen onderzocht om SMK gecertificeerde bedrijven in de delen naar de omvang van de broeikasgasemissie. Er zijn vijf indelingen ontwikkeld, welke door SMK als basis kunnen worden gebruikt om bedrijven te stimuleren verder te verduurzamen op het terrein van energie. De keuze en uitwerking van het indelingssysteem is geen onderdeel van de studie.
- Published
- 2020
17. Marktwaarde van dieren bij dierziektebestrijding
- Author
-
R.H.M. Bergevoet and L. Puister-Jansen
- Subjects
animal health ,animal diseases ,animal production ,Animal disease ,Culling ,diergezondheid ,dierlijke productie ,Biology ,Innovation- and Risk Management and Information Governance ,killing of animals ,dierenwelzijn ,animal welfare ,Agricultural science ,Common value auction ,Market value ,Animal species ,Valuation (finance) ,doden van dieren - Abstract
Insight is lacking into the market value of a number of animal species that require compensation in the case of compulsory culling in the context of animal disease control. For the major farm animal species, the valuation of most animals can be based on value tables. However, additional insight is needed for animals that do not fall under the value tables. In addition to insight into the most common value (mode), this publication provides the value of very valuable animals (both for farm animals as well as for a number of additional species). The market value of the following species is addressed: farm animals, horses, dogs and carrier pigeons and a number of special animal species (ornamental birds, cloven-hoofed zoo animals). Er is weinig inzicht in de marktwaarde van een aantal diersoorten waarvoor schadevergoeding nodig kan zijn in het geval van doden van dieren in het kader van dierziektebestrijding. Voor de meeste landbouwhuisdieren wordt de waarde bepaald aan de hand van waardetabellen. Er is echter aanvullend inzicht nodig voor dieren die niet onder de waardetabellen vallen. Naast inzicht in de meest voorkomende waarde (modus) geeft deze publicatie ook inzicht in relatief extreme waarden van dieren (zowel voor de landbouwhuisdieren als voor een aantal andere diersoorten). Dit onderzoek betreft de volgende dieren: die landbouwhuisdieren die niet onder waardetabellen vallen, paarden, honden en postduiven en een aantal bijzondere diersoorten (vogels, evenhoevigen).
- Published
- 2020
18. Pilots naar de vermindering van fijnstofemissie uit pluimveestallen: PMX Agri van StaticAir
- Author
-
Jos Huis in ’t Veld, Yvo Goselink, Albert Winkel, and H.H. Ellen
- Subjects
Agricultural science ,Livestock farming ,Fine particulate ,Environmental science ,Life Science ,Emissie & Mestverwaarding ,Emissions & Manure Valorisation ,Barn (unit) - Abstract
To mitigate the concentrations of fine particulate matter in livestock farming areas, techniques are needed which reduce emissions from poultry barns. In this pilot study, measurements were carried out on the PMX Agri system of the company StaticAir, installed inside a broiler barn. In deviation from the measurement protocols, the so called “fine dust pilots” included one (instead of two) farm locations. The measurements show that the system reduces the emission of fine particulate matter (PM10) with 26%. Om de blootstelling aan fijnstof in veehouderijgebieden te verlagen zijn technieken nodig die de emissie uit pluimveestallen kunnen verminderen. In deze pilot zijn metingen verricht aan het PMX Agri systeem van de firma StaticAir, geïnstalleerd in een vleeskuikenstal. In afwijking van de meetprotocollen is er in de zogenaamde “fijnstof pilots” aan één (in plaats van twee) bedrijfslocaties gemeten. Uit de metingen blijkt dat het systeem de emissie van fijnstof (PM10) met gemiddeld 26% vermindert.
- Published
- 2020
19. Effect mestvergisting op de emissies van broeikasgassen uit mest van melkvee : Een literatuur- en scenariostudie
- Author
-
K. Groenestein, Julio Mosquera, Roland W. Melse, and M. Timmerman
- Subjects
manure fermentation ,Emissie & Mestverwaarding ,Agricultural science ,emission ,greenhouse gases ,Data flow model ,Desk ,melkveebedrijven ,methaan ,business.industry ,mestvergisting ,methane ,carbon dioxide ,dairy farms ,Manure ,emissie ,kooldioxide ,Agriculture ,Carbon footprint ,WIAS ,Environmental science ,Christian ministry ,Emissions & Manure Valorisation ,Food quality ,business ,broeikasgassen - Abstract
The research in this report examines the effect of manure digestion on the carbon footprint of a dairy farm by means of a desk study and a C flow model with different scenarios. Based on the results, a number of perspectives of action for the farmer are outlined to reduce methane emissions.This study was financed by the Ministry of Agriculture, Nature and Food quality and FrieslandCampina. Het onderzoek in deze rapportage gaat in op het effect van mestvergisting op de carbon footprint van een melkveebedrijf middels een deskstudie en een rekenmodel met verschillende scenario’s. Aan de hand van de uitkomsten worden enkele handelingsperspectieven voor de veehouder geschetst om de methaanemissies te reduceren. Deze studie is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en FrieslandCampina.
- Published
- 2020
20. Aanpak van vogelmijt bij pluimvee
- Author
-
T.G.C.M. van Niekerk, Francesca Neijenhuis, and Monique F. Mul
- Subjects
Integrated pest management ,animal health ,animal production ,poultry ,Allowance (money) ,Emissie & Mestverwaarding ,Legislation ,diergezondheid ,dierlijke productie ,dierenwelzijn ,animal welfare ,Agricultural science ,Dierenwelzijn en gezondheid ,pluimvee ,Business ,Animal Health & Welfare ,Emissions & Manure Valorisation ,Economic consequences - Abstract
To manage Red Poultry Mite (RPM) in laying hen farms, a large project has bene carried out. With 20 commercial test farms the total concept IPM (Integrated Pest Management) has been tested and optimized. The RPM populations on these farms as well as on 10 control farms have been monitored. Monitoring has been optimized and an advice has been formed how this can best be done. The economic consequences of RPM are listed. For the use of chemicals against PRM an overview has been made of the allowed chemicals and under what legislation they are allowed. Also for new chemicals the possibilities are given for registration or obtaining allowance to use. Om vogelmijt op leghennenbedrijven te beheersen is een groot project uitgevoerd. Met 20 praktijk proefbedrijven is een totaalconcept IPM (Integrated Pest Management) uitgetest en geoptimaliseerd. De vogelmijtpopulaties op deze bedrijven en op 10 controlebedrijven zijn gemonitord. Monitoring is geoptimaliseerd en een advies is opgesteld hoe dit het beste kan worden uitgevoerd. De economische gevolgen van vogelmijt zijn in kaart gebracht. Voor het gebruik van middelen is in kaart gebracht welke middelen volgens welke regelgeving toegestaan zijn en welke mogelijkheden er zijn om middelen goedgekeurd te krijgen voor toepassing tegen vogelmijt.
- Published
- 2020
21. Succesfactoren voor een laag antibioticumgebruik bij vleeskalveren : resultaat van een verdiepende analyse op vleeskalverbedrijven
- Author
-
J.W. van Riel, M. Kluivers-Poodt, M.H. Bokma-Bakker, and C.C. de Lauwere
- Subjects
animal health ,animal production ,diergezondheid ,dierlijke productie ,Innovation- and Risk Management and Information Governance ,antibiotics ,dierenwelzijn ,animal welfare ,Agricultural science ,Dierenwelzijn en gezondheid ,vleeskalveren ,Dierecologie ,Christian ministry ,Business ,Animal Ecology ,Animal Health & Welfare ,Antibiotic use ,veal calves ,antibiotica - Abstract
Commissioned by the Dutch veal calf sector (SBK) and the Ministry of LNV, phase 2 of the study into critical success factors for low antibiotic use in veal calves (KSF Veal Calves) involved an indepth analysis (qualitative) of 10 white-veal calf farms. The aim of the research was to find out which factors could explain that certain veal farms with characteristics that are associated with a high use, inter alia a large farm size, are nevertheless able to structurally achieve a low use, while this cannot be achieved on other farms with similar characteristics. Op verzoek van SBK en het ministerie van LNV is binnen fase 2 van het onderzoek naar kritische succesfactoren voor een laag antibioticumgebruik bij vleeskalveren (KSF Vleeskalveren) een verdiepende analyse (kwalitatief) uitgevoerd op 10 blankvlees kalverbedrijven. Het onderzoek had tot doel om te achterhalen welke factoren kunnen verklaren dat bepaalde kalverbedrijven met kenmerken die geassocieerd zijn met een hoog gebruik, o.a. een grote bedrijfsomvang, toch structureel een laag gebruik weten te realiseren, terwijl dit op andere bedrijven met vergelijkbare kenmerken niet lukt.
- Published
- 2019
22. Typologie van boeren in Flevoland : Een verkenning van typen boeren die het anders willen
- Author
-
H.B. Schoorlemmer, P.L. de Wolf, D.J.M. van Balen, S.R.M. Janssens, and A.B. Smit
- Subjects
Biodynamic agriculture ,Entrepreneurship ,Performance and Impact Agrosectors ,business.industry ,OT Team Agriculture & Society ,sociale evolutie ,nature-inclusive agriculture ,OT Team Bedrijfssyst.onderz./Bodemkwaliteit ,Performance en Impact Agrosectoren ,natuurinclusieve landbouw ,innovations ,Agricultural science ,Geography ,Agriculture ,circular agriculture ,Vegetable farming ,Consument & Keten ,kringlooplandbouw ,business ,Consumer and Chain ,OT Team Landbouw & Samenleving ,Dairy farming ,social evolution ,innovaties - Abstract
Agriculture in the province of Flevoland is very diverse in identity and presentation. The sector contains different ‘types’ of entrepreneurship besides different subsectors (field and vegetable farming, dairy farming, greenhouse horticulture, flower bulb growing, etc.). These types not only hold conventional, organic and biodynamic agriculture. There is also much variation within these three main stream types as to the motivation of farmers ‘to change’ and the direction in which they are moving. This report contains an inventory of such types and of the innovations that take place within those types. De land- en tuinbouw in de provincie Flevoland is zeer gevarieerd in verschijningsvorm. Naast verschillende sectoren (akkerbouw, vollegrondsgroenteteelt, melkveehouderij, glastuinbouw, bloembollenteelt en dergelijke) komen er ook verschillende ‘typen’ van ondernemerschap voor. Daarbij gaat het niet alleen om gangbare, biologische en biologisch-dynamische landbouw. Ook binnen die ‘hoofdstromen’ is veel variatie te zien in de mate waarin boeren ‘het anders willen’ en in de richting waarin ze zich bewegen. Dit rapport bevat een inventarisatie van die typen en de vernieuwingen die binnen die typen worden doorgevoerd.
- Published
- 2019
23. Duurzaamheids-ethische toetsing van methaanreducerende technische maatregelen : Evaluatie van technische maatregelen ten aanzien van de integrale verduurzaming van de veehouderij
- Author
-
C.M. Groenestein and Daniel Puente-Rodríguez
- Subjects
Methane emissions ,manure fermentation ,animal manures ,Emissie & Mestverwaarding ,varkensmest ,maatregelen ,Agricultural science ,emission ,Pig farming ,duurzame veehouderij ,dierlijke meststoffen ,ethiek ,methaan ,business.industry ,sustainable animal husbandry ,mestvergisting ,methane ,measures ,Expert consultation ,Manure ,ethics ,veehouderij ,pig manure ,Anaerobic digestion ,emissie ,Environmental science ,Livestock ,Emissions & Manure Valorisation ,Literature study ,livestock farming ,business - Abstract
This research makes an inventory of technical measures which are able to reduce the methane emissions of the Dutch livestock production systems (i.e. cattle and pig farming): breeding, composition and quality of feed, use of inhibitors, frequent manure removal from barns, manure additives, manure mixing and aeration, manure cooling, anaerobic digestion, methane oxidation. Through a literature study and expert consultation a qualitative assessment framework has been developed and applied to evaluate different sustainability and ethical aspects of these measures. This has been conducted from the perspective of different stakeholders Dit onderzoek inventariseert kansrijke methaanemissie reducerende technische maatregelen in de Nederlandse veehouderij(rundvee en varkenshouderij) op het gebied vanfokkerij, rantsoensamenstelling en kwaliteit van voer, gebruik van inhibitors, mest van de vloeren en uit mestkelders frequent verwijderen, middelen aan mest toevoegen, mest mixen/beluchten, mest koelen, mestvergisting en methaanoxidatie. Op basis van literatuuronderzoek en expertconsultatie is er een kwalitatief toetsingskader ontwikkeld en toegepast om verschillende duurzaamheids en ethische aspecten van deze maatregelen te evalueren vanuit het perspectief van verschillende stakeholders.
- Published
- 2019
24. Antimicrobiële resistentie en residuen van diergeneesmiddelen (antibiotica) in een circulaire veehouderij : Tegengaan van verspreiding via mest en milieu
- Author
-
J. Lahr, P. Hoeksma, A.P. Bos, and Daniel Puente-Rodríguez
- Subjects
medicine.medical_specialty ,cycling ,Emissie & Mestverwaarding ,Context (language use) ,nature-inclusive agriculture ,dierlijke productie ,antibiotics ,natuurinclusieve landbouw ,Agricultural science ,circular agriculture ,medicine ,kringlooplandbouw ,kringlopen ,animal health ,business.industry ,Public health ,animal production ,diergezondheid ,Animal husbandry ,Manure ,One Health ,Agriculture ,Dierecologie ,Livestock ,Animal Ecology ,Emissions & Manure Valorisation ,business ,antibiotica - Abstract
There is a large reservoir of manure in the Netherlands which can become a source of antimicrobial resistance (AMR) and of residues of antibiotics and other antimicrobial agents. This can have consequences not only for public health but also for the health of animals and of the environment (One Health). However, it is not clear yet what the exact consequences thereof can be. At the same time, a process of change is taking place through which to make Dutch livestock production systems more sustainable. This research aims to reflect on the problem field of AMR and residues of veterinary medicines in the chain formed by livestock, manure, and ecosystems (soil and water) in the context of the future animal husbandry. Particularly, within the scope of circular agriculture. This from a technical, ecological, agronomic and policy perspective to enable the identification of relevant questions and dilemmas. In Nederland is een groot reservoir aan mest dat als bron van antimicrobiële resistentie (AMR) en of antibiotica en andere residuen van antimicrobiële middelen kan werken. Dit kan niet alleen gevolgen voor de volksgezondheid hebben maar ook voor de gezondheid van dieren en van het milieu (One Health). Harde cijfers over wat precies (op welke domeinen) de gevolgen van AMR of residuen kunnen zijn ontbreken echter nog. Daarbij wordt momenteel gewerkt aan de verduurzaming van de Nederlandse veehouderij vanuit verschillende invalshoeken. Dit werpt nieuwe vragen op met betrekking tot AMR. Dit document heeft tot doel de problematiek van AMR en residuen van diergeneesmiddelen in de keten veehouderij – mest – ecosystemen (bodem en water) beleidsmatig en op een reflectieve manier te agenderen binnen de bredere context van de toekomst van de veehouderij en meer in het bijzonder de kringlooplandbouw, zowel vanuit een technische, ecologische en agronomische als vanuit een institutionele invalshoek, met een focus op het helder identificeren van te beantwoorden vragen en dilemma’s op dit gebied.
- Published
- 2019
25. Monitoring integraal duurzame stallen : peildatum 1 januari 2019
- Author
-
S.R.M. van Wageningen-Lucardie, LR Veehouderij en omgeving, G.F.V. van der Peet, H. Docters van Leeuwen, Lei Performance, R.W. van der Meer, and Impact Agrosectors
- Subjects
Performance and Impact Agrosectors ,business.industry ,animal production ,poultry ,pigs ,Emissie & Mestverwaarding ,rundvee ,dierlijke productie ,varkens ,dierenwelzijn ,animal welfare ,Performance en Impact Agrosectoren ,Agricultural science ,Agriculture ,cattle ,pluimvee ,Christian ministry ,Emissions & Manure Valorisation ,business - Abstract
Since 2008 commissioned by the Ministry of agriculture, nature and food quality (LNV) WUR conducts the monitor integral sustainable stables. The monitor shows that on 1 January 2019 in the Netherlands 16.5% of all cattle, pig and poultry houses are integral sustainable. Sinds 2008 voert WUR in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) de monitor integraal duurzame stallen uit. De monitor laat zien dat op 1 januari 2019 in Nederland 16,5 % van alle rundvee-, varkens- en pluimveestallen integraal duurzaam is.
- Published
- 2019
26. Rekenregels pluimvee voor de Landbouwtelling: verantwoording van het gebruik van het Identificatie- & Registratiesysteem
- Author
-
J. van Os, H.H. Ellen, and L.J.J. Jeurissen
- Subjects
Sustainable Soil Use ,Engineering ,National government ,business.industry ,animal diseases ,Environmental research ,Emissie & Mestverwaarding ,Registration system ,Regional Development and Spatial Use ,Regionale Ontwikkeling en Ruimtegebruik ,Agricultural science ,Life Science ,Christian ministry ,Livestock ,Operations management ,Emissions & Manure Valorisation ,Duurzaam Bodemgebruik ,business ,Dairy cattle - Abstract
Information on poultry farming in the Netherlands is needed for national statistics on livestock farming and farm structure. To obtain this information the national government asks farmers to submit information on the number of poultry on their farms, divided into the various animal classes, as part of the annual agricultural census. The government also wants to minimise the administrative burden on farmers. At the request of the Ministry of Agriculture, Nature and Food Quality, Wageningen Environmental Research has studied to what extent it would possible to derive the required information from the existing identification and registration system (I&R) for poultry (a system for identifying and registering livestock for animal and human health purposes). The results of the study indicate that, in principle, this can be done; the I&R system for poultry farming contains a more detailed breakdown into animal classes than is necessary for the agricultural census or emissions inventory. In addition, stocking densities per livestock shed, a key input for calculating emissions, can be determined by linking the I&R for poultry farming to the Register of Addresses and Buildings. This new way of working will not only reduce the administrative burden, but it will also lead to better quality of data on poultry. Om te voldoen aan statistische verplichtingen voor veehouderij en bedrijfsstructuur en voor de registratie van emissies is informatie nodig over de pluimveehouderij in Nederland. Daartoe vraagt de Rijksoverheid bij veehouders op hoeveel pluimvee aanwezig is, uitgesplitst in verschillende diergroepen; dit is een onderdeel van de jaarlijkse landbouwtelling. De Rijksoverheid streeft naar beperking van administratieve lastendruk bij ondernemers. Wageningen Environmental Research heeft op verzoek van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit onderzocht in welke mate het mogelijk is om de benodigde gegevens af te leiden uit het bestaande Identificatie & Registratiesysteem (I&R) voor pluimvee (een systeem voor identificatie en registratie van dieren voor dier- en volksgezondheid). Dat blijkt in principe goed mogelijk; het I&R-systeem voor pluimveehouderij bevat meer onderscheid tussen diergroepen dan nodig is voor de Landbouwtelling of Emissieregistratie. Door koppeling van I&R-Pluimvee aan de Basisregistratie Adressen en Gebouwen kan ook de dierbezetting per stal bepaald worden, wat belangrijke input is bij emissieberekeningen. Deze nieuwe werkwijze leidt niet alleen tot lagere administratieve lasten, maar ook tot een kwaliteitsverbetering van de pluimveegegevens.
- Published
- 2019
27. Verkennende studie naar prikkels voor gedragsverandering naar duurzaam bodemkoolstofbeheer : een literatuurstudie en acht interviews met akkerbouwers en melkveehouders
- Author
-
Carolien de Lauwere and Simone van der Burg
- Subjects
Scope (project management) ,Soil organic matter ,energie ,klimaatadaptatie ,Peer group ,climate adaptation ,Specific knowledge ,Innovation- and Risk Management and Information Governance ,bodembeheer ,organisch bodemmateriaal ,Agricultural science ,Incentive ,klimaat ,soil organic matter ,circular agriculture ,Business ,kringlooplandbouw ,Arable land ,soil management ,climate ,energy - Abstract
Eight in-depth interviews with ten arable farmers and dairy farmers show that they are positive about managing soil organic matter to capture carbon in the soil. In their opinion, the main obstacles to taking measures – or taking more measures – are the lack of specific knowledge about how proposed measures meet the needs of the farm's particular type of soil. Incentives for these farmers could aim to provide financial and institutional scope to conduct experiments to develop this 'soil-specific' knowledge for their own farms. In such cases, the farmers' own networks (peer groups) can be used to learn together and to exchange experiences. Uit acht diepte-interviews met tien akkerbouwers en melkveehouders blijkt dat deze boeren positief staan tegenover het beheren van bodemorganische stof om koolstof in de bodem vast te leggen. De belangrijkste belemmeringen om (nog meer) maatregelen te nemen liggen volgens hen in het gebrek aan specifieke kennis over de manier waarop voorgestelde maatregelen aansluiten bij de behoeften van de bodem van hun eigen bedrijf. Prikkels voor deze boeren zouden dus gericht kunnen zijn op het bieden van financiële en institutionele ruimte om experimenten uit te kunnen voeren om deze ‘bodemspecifieke’ kennis voor het eigen bedrijf te ontwikkelen. Daarbij kan gebruik gemaakt worden van het eigen netwerk van deze boeren (peer groups) om samen te leren en ervaringen uit te wisselen.
- Published
- 2019
28. Continue verduurzaming van agroproducten : Eindrapportage projecten Continuous Improvement of Sustainability in Dutch food chains (2016) and Continuous Improvement of Sustainability in Dutch agro-products chains (2017-18)
- Author
-
E.S. Georgiev, F.J. de Ruijter, M.A. Dolman, B. de Vos, Tommie Ponsioen, Roel Helmes, K. Boone, and S. de Vries
- Subjects
Food chain ,Agricultural science ,Performance and Impact Agrosectors ,Land Use and Food Security ,Sustainability ,Life Science ,Landgebruik en Voedselzekerheid ,Business ,Directie ,OT Internationaal ,Performance en Impact Agrosectoren - Published
- 2019
29. Meerkosten biodiversiteitsmaatregelen voor melkvee- en akkerbouwbedrijven
- Author
-
A.C.G. Beldman, G.J. Doornewaard, Harry Kager, Henri Prins, Judy Koppenjan, Marijke Dijkshoorn, Nico Polman, and Auke Greijdanus
- Subjects
Performance and Impact Agrosectors ,WASS ,nature-inclusive agriculture ,Innovation- and Risk Management and Information Governance ,veehouderij ,Performance en Impact Agrosectoren ,natuurinclusieve landbouw ,Agricultural science ,Geography ,Groene Economie en Ruimte ,circular agriculture ,kringlooplandbouw ,Arable land ,livestock farming ,Hectare ,Dairy farming ,Green Economy and Landuse - Abstract
The aim of this study is to provide insight into the additional costs of biodiversity measures for dairyfarms and arable farms on the basis of an integral better score on indicators from the biodiversitymonitor. The costs for intensive dairy farms, extensive dairy farms and farms on peat are € 1.95,€ 2.18 and € 3.08 per 100 kg of milk respectively. Weighted over the three types of farms in the dairyfarming sector, the additional costs are € 2.21 per 100 kg of milk and € 417 per hectare. Theestimated additional costs for arable farms on clay with a cultivation plan with potatoes forconsumption or on sand with a cultivation plan with potatoes for starch are 324 and 185 per hectarerespectively. Both dairy farming and arable farming require a wide range of measures to achieve abetter score. Het doel van dit onderzoek is om inzicht te geven in de meerkosten voor melkvee- en akkerbouwbedrijven van biodiversiteitsmaatregelen op basis van een integraal betere score op indicatoren uit de biodiversiteitsmonitor. De kosten voor intensieve melkveebedrijven, extensieve melkveebedrijven en bedrijven op veen zijn respectievelijk € 1,95, € 2,18 en € 3,08 per honderd kg melk. Gewogen over deze drie bedrijfstypen in de melkveehouderij zijn de meerkosten € 2,21 per honderd kg melk ofwel € 417 per hectare. De geraamde meerkosten voor akkerbouwbedrijven op klei met een bouwplan met consumptieaardappelen en voor akkerbouwbedrijven op zand met een bouwplan met zetmeelaardappelen zijn respectievelijk € 324 en € 185 per hectare. Voor zowel de melkveehouderij als de akkerbouw is een breed pakket aan maatregelen nodig om tot een betere score te komen.
- Published
- 2019
30. Evaluatie voortgang PvA naar meer natuurlijke geboorten bij luxe vleesvee
- Author
-
LR Animal Behaviour Welfare, Fleur Hoorweg, Francesca Neijenhuis, Jan ten Napel, and Martien Bokma-Bakker
- Subjects
Agricultural science ,Dierenwelzijn en gezondheid ,business.industry ,Belgian Blue ,Agriculture ,Life Science ,Livestock ,Christian ministry ,Animal Health & Welfare ,Beef cattle ,Fokkerij & Genomica ,business ,Animal Breeding & Genomics - Abstract
UK At the request of the Ministry of Agriculture, Wageningen Livestock Research has carriedout an initial evaluation of the progress of the plan of action (PvA) 'Towards more natural births'concerning beef cattle (Belgian Blue and ‘Verbeterd Roodbont’). In addition, based on genetic keyindicators it is calculated how the percentage of natural births will develop until 2035, anddevelopments in acceptance of more natural births among stakeholders are evaluated. The conclusionis that substantial steps have been taken. The expected percentage of natural births is still laggingbehind the objective. It is possible to reach the target if several factors are improved simultaneously Op verzoek van ministerie LNV heeft Wageningen Livestock Research in 2018 eeneerste evaluatie van de voortgang van het plan van aanpak (PvA) ’Naar meer natuurlijke geboorten’bij luxe vleesvee (Belgisch Witblauw en Verbeterd Roodbont) uitgevoerd. Daarbij is op basis vangenetische kengetallen berekend hoe het percentage natuurlijke geboorten zich naar 2035 toe zalontwikkelen, en zijn ontwikkelingen in draagvlak voor meer natuurlijke geboorten onder stakeholdersgeëvalueerd. Geconcludeerd is dat er wezenlijke stappen zijn gezet. Het verwachte percentagenatuurlijke geboorten blijft nog achter bij de doelstelling. Het is mogelijk de doelstelling te halenindien verscheidene factoren gelijktijdig worden verbeterd.
- Published
- 2019
31. Energiebesparing door 2e scherm bij onbelichte tomaat : monitoring bij vier tomatenafdelingen met verschillende schermconfiguraties
- Author
-
Marcel Raaphorst
- Subjects
Consumption (economics) ,Agricultural science ,GTB Tuinbouw Technologie ,Environmental science ,Greenhouse ,Second screen ,Humidity ,Life Science ,Investment (macroeconomics) - Abstract
The question whether a second screen is an interesting investment for tomato crops without supplementallighting, is examined by monitoring four greenhouse departments. In addition to the purchase of a secondscreen, the heat use turns out to be mainly influenced by the settings for temperature and humidity. It has beenfound that a second screen saved 3 to 4.5 m3/m2 per year and reduced the peak consumption of heat by 15%.This makes the second energy screen only interesting if it also gives advantages to the cultivation. Met monitoring bij vier kasafdelingen is onderzocht of een tweede scherm een interessante investering is voor teelten met onbelichte tomaat. Naast de aanschaf van een tweede scherm blijkt het warmteverbruik in grote mate te worden bepaald de streefwaarden voor temperatuur en luchtvochtigheid. Gebleken is dat een tweede scherm 3 tot 4,5 m3/m2 per jaar bespaart en het piekverbruik met 15% terugdringt. Hierdoor is het energiescherm pas interessant als het naast energiebesparing ook teeltvoordelen biedt.
- Published
- 2018
32. Stalmaatregelen voor het reduceren van geuremissie uit de intensieve veehouderij
- Author
-
André J.A. Aarnink, Albert Winkel, H.H. Ellen, and Nico W.M. Ogink
- Subjects
Agricultural science ,Livestock farming ,Policy making ,WIAS ,Life Science ,Emissie & Mestverwaarding ,Business ,Emissions & Manure Valorisation ,Nuisance - Abstract
This study provides an overview of existing and new measures which can be used to reduce emissions of odour from barns in intensive livestock farming. The results of this study serve policy making and the evaluation of the Dutch act on odour nuisance and livestock farming Deze studie geeft een overzicht van bestaande en perspectiefvolle maatregelen waarmee de emissie van geur uit stallen in de intensieve veehouderij kan worden verminderd. De resultaten van deze studie dienen ter ondersteuning van beleidsvorming en de evaluatie van de Wet geurhinder en veehouderij
- Published
- 2018
33. 'Van melk krijg je geen witte tanden' : Nulmeting van de consumptie van melk, groente en fruit, de kennis van gezonde eetgewoonten en het eet- en drinkgedrag van kinderen in Nederland
- Author
-
M.J. Bogaardt, M.A. van Haaster-de Winter, and G.M.I. Tacken
- Subjects
Drinking behaviour ,Agricultural science ,education ,food and beverages ,Life Science ,Healthy eating ,Consument & Keten ,Psychology ,Innovation- and Risk Management and Information Governance ,Consumer and Chain - Abstract
Recently, in Europe the school fruit scheme and the school milk scheme have been merged into one school scheme. The purpose of the combined school arrangement is to promote the consumption of vegetables, fruit and milk by children. For the purpose of a long-term effect measurement of the regulation, this research covers the current level of consumption of dairy products, fruit and vegetables, the knowledge about healthy eating and the healthy eating and drinking behaviour of school-age children in the Netherlands who have not previously participated in the two schemes. Recent zijn in Europees verband de schoolfruitregeling en de schoolmelkregeling samengevoegd tot één schoolregeling. Het doel van die gecombineerde schoolregeling is om de consumptie van groente, fruit en melk bij kinderen te bevorderen. Ten behoeve van een effectmeting op termijn van de regeling is in dit onderzoek het volgende gemeten: het huidige niveau van de consumptie van melkproducten, groente en fruit, de kennis over gezonde voeding en het gezond eet- en drinkgedrag van schoolgaande kinderen in Nederland die nog niet eerder hebben deelgenomen aan de twee regelingen.
- Published
- 2018
34. Lange termijn opties voor reductie van broeikasgassen uit de Nederlandse landbouw : Een verkenning
- Author
-
H.R.J. van Kernebeek, Th.V. Vellinga, J.W. Reijs, and J.P. Lesschen
- Subjects
Performance and Impact Agrosectors ,klimaatadaptatie ,Emissie & Mestverwaarding ,Context (language use) ,climate adaptation ,dierlijke productie ,animal welfare ,Performance en Impact Agrosectoren ,Agricultural science ,huisvesting, dieren ,animal housing ,klimaat ,pluimvee ,circular agriculture ,dieren ,kringlooplandbouw ,Duurzaam Bodemgebruik ,climate ,Sustainable Soil Use ,melkvee ,animal production ,poultry ,energie ,dairy cattle ,pigs ,varkens ,dierenwelzijn ,Greenhouse gas ,WIAS ,Environmental science ,huisvesting ,Emissions & Manure Valorisation ,Production chain ,energy - Abstract
The report estimates the technical potential mitigation of greenhouse gas emissions up to 2050 of the whole production chain of Dutch agriculture. The mitigation is positioned in the context of the transition of consumption, energy use, biomass and the circular economy and the improvement of biodiversity. Het rapport geeft een inschatting van het technisch potentieel van emissiereductie in de gehele productieketen van de Nederlandse landbouw tot het jaar 2050. Vervolgens worden deze ontwikkelingen in een breder kader geplaatst van de transities van consumptie van dierlijke eiwitten, energie en biomassa, het streven naar een circulaire economie en herstel van de biodiversiteit.
- Published
- 2018
35. KringloopToets: sluiten van de nutriëntenkringloop op het niveau van Noordwest-Europa : inhoudelijke en procesmatige rapportage
- Author
-
B. Bremmer, Ferry Leenstra, and Theun Vellinga
- Subjects
nutrient flows ,Nutrient cycle ,Operations research ,voer ,northwestern europe ,diervoedering ,nutriëntenstromen ,Emissie & Mestverwaarding ,recycling ,noordwest-europa ,Agricultural science ,Geography ,Work (electrical) ,North west ,Western europe ,animal nutrition ,feeds ,WIAS ,diervoeding ,animal feeding ,Emissions & Manure Valorisation - Abstract
The Nutrient Cycle Assessment aims at visualizing nutrient flows. In policy documents closing of nutrient cycles at the level of North Western Europe is often mentioned. Province North Brabant, farmers organisation ZLTO and NGO BMF examined together with Wageningen University & Research the effects of closing the borders of North West Europe (Benelux, France, Germany, UK) for feed ingredients and animal products. The results of this exercise were discussed in a separate session with representatives of the feed industry. This report describes the conclusions of the analysis and the lessons that can be learned from this exercise for future work with the Nutrient Cycle Assessment. De KringloopToets beoogt nutriëntenstromen in beeld te brengen. In beleidsstukken wordt het sluiten van kringlopen op de schaal van Noordwest-Europa regelmatig genoemd; vaak zonder duidelijke afbakening van wat het sluiten van kringlopen betekent. Provincie Noord-Brabant, ZLTO en BMF hebben samen met Wageningen Universiteit & Research een modelmatige verkenning uitgevoerd om hier meer grip op te krijgen. Centrale vraag daarbij was welke effecten optreden wanneer zowel veevoer(grondstoffen) als dierlijke producten Noordwest-Europa (Benelux, Duitsland, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk) niet meer ingevoerd en uitgevoerd worden. De resultaten werden besproken in een separate bijeenkomst met vertegenwoordigers van de diervoederindustrie. Deze rapportage beschrijft de inhoudelijke conclusies en de procesmatige lessen voor uitvoering van de KringloopToets die uit deze casus getrokken kunnen worden. Uit de verkenning blijkt dat binnen dit gebied bij gesloten kringloop kan worden voorzien in de behoefte aan dierlijk eiwit. Er ontstaat (extra) schaarste op allerlei gebied, waardoor er diverse verschuivingen plaatsvinden in o.a. voerproductie, grondgebruik, productieallocatie en verwaarding van reststromen. Echter, de invloed op de concentratie van veehouderij, dierenaantallen en mestproductie in de provincie Noord-Brabant is beperkt. De KringloopToets blijkt geschikt om met uiteenlopende stakeholders een gezamenlijk en gedeeld beeld van de effecten van de maatregel te verkrijgen. Het verdient aanbeveling het proces sterker te structureren, waardoor naar verwachting de analyse van de nutriëntenstromen en de neveneffecten vollediger en diepgaander kan zijn.
- Published
- 2017
36. Onderzoek naar kritische succesfactoren voor een laag antibioticumgebruik bij vleeskuikens: rapport van het project Kritische Succesfactoren Pluimvee (KSF Pluimvee)
- Author
-
M.H. Bokma-Bakker, C.C. de Lauwere, M. Kluivers-Poodt, M.M.C. Holstege, R.J. Bouwstra, and J. Wiegel
- Subjects
animal health ,broilers ,business.industry ,animal diseases ,animal production ,poultry ,vleeskuikens ,diergezondheid ,dierlijke productie ,Innovation- and Risk Management and Information Governance ,dierenwelzijn ,animal welfare ,Agricultural science ,Dierenwelzijn en gezondheid ,Agriculture ,pluimvee ,Critical success factor ,Christian ministry ,Business ,Flock ,Animal Health & Welfare ,Antibiotic use - Abstract
Commissioned by AVINED and the Ministry of Agriculture, Nature and Food Quality, research is carried out to identify critical success factors for low antibiotic use in broilers. By analysis of sectoral databases, associations between farm and flock characteristics and antibiotics use are determined. With the results of an additional survey, differences in technical and social factors between structural low and high users of antibiotics are examined. Op verzoek van AVINED en het ministerie van LNV is onderzoek uitgevoerd naar kritische succesfactoren voor een laag antibioticumgebruik bij vleeskuikens. Binnen bestaande databases zijn de relaties van bedrijfs- en koppelkenmerken met het antibioticumgebruik geanalyseerd. Via een aanvullende enquête zijn verschillen in technische en sociale (ondernemers-)factoren tussen structurele laag- en hooggebruikers onderzocht.
- Published
- 2017
37. Ontwikkelen beweidingsystemen bij hoge veebezetting op kleine huiskavel : beweidingsonderzoek op klei- en veengrond in 2015
- Author
-
K. van Reenen, P.J. Galama, and G. Holshof
- Subjects
peat soils ,dairy farming ,melkvee ,Animal Nutrition ,dairy cattle ,Emissie & Mestverwaarding ,stocking density ,bezettingsdichtheid ,netherlands ,zware kleigronden ,Biology ,Diervoeding ,beweidingssystemen ,nederland ,Agricultural science ,Dierenwelzijn en gezondheid ,clay soils ,WIAS ,melkveehouderij ,veengronden ,Animal Health & Welfare ,Emissions & Manure Valorisation ,Dairy farming ,Dairy cattle ,grazing systems - Published
- 2017
38. Onderzoek naar kritische succesfactoren voor een laag antibioticumgebruik bij vleeskalveren : Rapport van het project Kritische Succesfactoren Vleeskalveren (KSF Vleeskalveren)
- Author
-
J.W. van Riel, M.H. Bokma-Bakker, M. Kluivers-Poodt, C.C. de Lauwere, and A.F.G. Antonis
- Subjects
Animal health ,animal health ,business.industry ,animal production ,Animal production ,diergezondheid ,dierlijke productie ,Innovation- and Risk Management and Information Governance ,dierenwelzijn ,Virology & Molecular Biology ,animal welfare ,Virologie & Moleculaire Biologie ,Agricultural science ,Dierenwelzijn en gezondheid ,vleeskalveren ,Agriculture ,Critical success factor ,Christian ministry ,Business ,Animal Health & Welfare ,Antibiotic use ,veal calves ,Stock (geology) - Abstract
Commissioned by SBK and the Ministry of Agriculture, Nature and Food Quality, research is carried out to identify critical success factors for low antibiotic use in veal calves. By analysis of sectoral data-bases, associations between farm and stock characteristics and antibiotics use are determined. With the results of an additional survey, differences in technical and social factors between structural low and high users of antibiotics are examined. Op verzoek van SBK en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is onderzoek uitgevoerd naar kritische succesfactoren voor een laag antibioticumgebruik bij vleeskalveren. Binnen bestaande databases zijn de relaties van bedrijfs- en koppelkenmerken met het antibioticumgebruik geanalyseerd. Via een aanvullende enquête zijn verschillen in technische en sociale (ondernemers-) factoren tussen structurele laag- en hooggebruikers onderzocht.
- Published
- 2017
39. PAS Aanvullende reservemaatregelen Landbouw: uitwerking van een quick scan
- Author
-
L.B.J. Sebek, C. van Bruggen, J. van Harn, Paul Bikker, H.H. Ellen, J.F.M. Huijsmans, I. Vermeij, K. Groenestein, and Nico W.M. Ogink
- Subjects
Nitrogen deposition ,Animal Nutrition ,business.industry ,Emissie & Mestverwaarding ,Animal husbandry ,Diervoeding ,Agricultural science ,Agriculture ,WIAS ,Life Science ,Christian ministry ,Livestock ,Business ,Emissions & Manure Valorisation ,Natura 2000 ,Agro Field Technology Innovations - Abstract
In many Natura 2000 area’s, the nitrogen deposition is higher than wished for. This led to a deadlock in economic development of, among others, livestock husbandry. The interdepartmental program ‘Programma Aanpak Stikstof’ (PAS), is meant to overcome the standstill of grants of permits to produce, while in term preservation goals of nature area’s can be achieved. For the three sector groups Traffic and Transportation, Industry and Energy, and Agriculture source measures are inventoried to deal with the bottlenecks. By order of the Ministry of Economic Affairs this report presents the inventory of measures for agriculture. De stikstofdepositie in veel Natura 2000-gebieden in Nederland is hoger dan gewenst. Dit heeft geleid tot een impasse in economische ontwikkeling van onder meer de veehouderij. Het interdepartementale Programma Aanpak Stikstof (PAS) heeft tot doel de vastgelopen vergunningverlening weer vlot te trekken en ervoor te zorgen dat op termijn de instandhoudingsdoelstellingen van de natuurgebieden kunnen worden gehaald. Voor de drie sectorclusters Verkeer en Vervoer, Industrie en Energie en de Landbouw worden daarom bronmaatregelen geïnventariseerd om knelpunten op te vangen. In opdracht van het Ministerie van Economische Zaken is dit de inventarisatie van maatregelen voor de landbouwsector.
- Published
- 2017
40. Monitoring verduurzaming veehouderij 1.0 : een eerste proeve van een Monitorings-systematiek voor de 15 ambities van de Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij, met initiële resultaten voor drie diersectoren en een aantal keteninitiatieven
- Author
-
Daniel Puente-Rodríguez, A.P. Bos, Peter W.G. Groot Koerkamp, Joan W. Reijs, and G.F.V. van der Peet
- Subjects
Engineering ,Performance and Impact Agrosectors ,animal behaviour ,Emissie & Mestverwaarding ,dierlijke productie ,animal welfare ,Performance en Impact Agrosectoren ,Agricultural science ,huisvesting, dieren ,animal housing ,pluimvee ,diergedrag ,dieren ,Production (economics) ,Operations management ,melkvee ,WIMEK ,animal health ,business.industry ,Corporate governance ,animal production ,poultry ,Animal production ,dairy cattle ,pigs ,Monitoring system ,diergezondheid ,varkens ,dierenwelzijn ,Livestock ,huisvesting ,Emissions & Manure Valorisation ,business - Abstract
In 2013, the governance network UDV formulated fifteen ambitions towards a sustainable livestock production. In this way, the UDV’s stakeholders defined the long-term goals of an integrated and sustainable livestock production. To what extent have these 15 ambitions been achieved? And, how substantial is the contribution of supra-legal initiatives to this process? In this report, we present the first elaboration of a monitoring system that enables the visualization of the progress made. Moreover, it also enables comparing the different livestock production systems and creates the basis for a comparison between conventional animal production and supra-legal initiatives. In this concept-report the system is applied initially to the three larger livestock production sectors in the Netherlands (i.e., dairy, pigs, and poultry) and –as far as enough data is available– to four supra-legal initiatives. The system is currently under construction. Particularly because it involves interpretation and a number of value-laden choices that –notwithstanding their current support by arguments and references to the literature– should become shared and supported by (at least) the UDV stakeholders in the near future. In 2013 stelde de Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij (UDV) vijftien ambities voor een duurzame veehouderij vast. Daarmee concretiseerden de samenwerkende partijen in de UDV het lange termijn doel van een integraal duurzame veehouderij. Maar waar staan we nu, en hoever is de veehouderij nog van die 15 ambities af, en welke bijdrage leveren bovenwettelijke initiatieven aan die ontwikkeling? In dit rapport is een eerste proeve van een Monitorings-systematiek uitgewerkt, waarmee een beeld van de vorderingen kan worden geschetst. De systematiek maakt het mogelijk de verschillende diersectoren te vergelijken, en legt de basis voor een vergelijking tussen de prestaties van bovenwettelijke initiatieven en de gangbare praktijk. In deze concept-rapportage wordt de systematiek initieel toegepast op de drie grote dierlijke sectoren (melkvee, varkens en pluimvee) en daarnaast –voor zover er data beschikbaar is– op vier bovenwettelijk initiatieven.De systematiek is nadrukkelijk een proeve, mede omdat het optuigen van de systematiek gepaard gaat met interpretatie en een aantal waarden-geladen keuzen. Die zijn weliswaar met argumenten onderbouwd, en waar mogelijk met referenties naar de wetenschappelijk literatuur, maar zullen uiteindelijk gedeeld en gedragen moeten zijn door (in ieder geval) de partners binnen de UDV.
- Published
- 2017
41. Effect afzet mestverwerkingsproducten bij wettelijke status kunstmest of EG-meststof
- Author
-
H.H. Luesink, R. Postma, L. van Schöll, M.J.W. Smits, and T.J. de Koeijer
- Subjects
Performance and Impact Agrosectors ,fertilizers ,agrarisch recht ,kunstmeststoffen ,mest ,netherlands ,Performance en Impact Agrosectoren ,nederland ,Agricultural science ,regulations ,manures ,regelingen ,Green Economy and Landuse ,european union ,mestverwerking ,Waste management ,Manure ,manure treatment ,europese unie ,europa ,Groene Economie en Ruimte ,Geography ,WIAS ,agricultural law ,Tonne ,europe - Abstract
Research of the LEI Wageningen UR and NMI (Nutriënten Management Instituut) how the market for reclaimed nutrients would develop if harmonised product specifications were to apply to organic fertilisers and if substitutes for artificial fertilisers made from animal manure were to be considered legally equivalent to artificial fertiliser. The influence of the scrapping of such regulations is limited. The scale of the processing of manure into mineral concentrates will increase a little, the costs of exporting manure products will be a little lower, and the gate fees for manure processers could decline by 1-2 euros per tonne of manure (5-10%).
- Published
- 2016
42. Pikkerij bij kalkoenen : een stap terug naar het natuurlijk gedrag en soortspecifieke eigenschappen
- Author
-
Thea van Niekerk and Marc B.M. Bracke
- Subjects
kalkoenen ,behavioural biology ,feather pecking ,Pecking order ,animal behaviour ,abnormal behaviour ,behavioral disciplines and activities ,animal welfare ,Agricultural science ,Dierenwelzijn en gezondheid ,Animal welfare ,behaviour disorders ,pluimvee ,verenpikken ,diergedrag ,Economics ,turkeys ,Animal Health & Welfare ,Feather pecking ,Animal health ,animal health ,business.industry ,poultry ,gedragsstoornissen ,diergezondheid ,Poultry farming ,dierenwelzijn ,Beak ,poultry farming ,gedragsbiologie ,behavior and behavior mechanisms ,WIAS ,abnormaal gedrag ,pluimveehouderij ,business ,psychological phenomena and processes - Abstract
With the upcoming ban on beak treatments in the Netherlands alternative measures have to be found to prevent injurious pecking behaviour in turkeys. The measures that are successful for chickens do not seem to have a lot of effect in turkeys. In this report the natural behaviour of turkeys has been reviewed to get more insight in the causes of injurious pecking in turkeys. This insight is used to find possible solutions for preventing injurious pecking in turkeys. Bij het naderende verbod op snavelbehandelen dienen alternatieven gevonden te worden om beschadigend pikgedrag bij kalkoenen tegen te gaan. De maatregelen die bij kippen werken, lijken bij kalkoenen weinig effect te hebben. In dit rapport wordt daarom gekeken naar het natuurlijk gedrag van kalkoenen om van daaruit meer inzicht te krijgen in de oorzaken van het beschadigend pikgedrag bij kalkoenen. Vanuit dit inzicht wordt verder gekeken naar mogelijke oplossingsrichtingen voor kalkoenen.
- Published
- 2016
43. Documentatierapport Koemodel : de werking van het koemodel samengevat
- Author
-
R.L.G. Zom
- Subjects
dairy farming ,Age structure ,Animal Nutrition ,dairy herds ,Dairy herds ,rundvee ,age structure ,Milk production ,Diervoeding ,animal models ,Agricultural science ,melkproductie ,Geography ,cattle ,diermodellen ,melkveehouderij ,feed intake ,milk production ,leeftijdsstructuur ,melkveestapel ,Dairy farming ,voeropname - Published
- 2016
44. Enkele kritische punten bij de huisvesting van melkvee
- Author
-
Geert Opsomer, S. De Vliegher, S. Van Gansbeke, A. de Kruif, Ilse Declerck, and D. Maes
- Subjects
CLAW HEALTH ,Claw ,media_common.quotation_subject ,Agricultural science ,Animal science ,Living place ,Animal welfare ,Bedding Material ,medicine ,Veterinary Sciences ,Udder ,Dairy cattle ,media_common ,ASSOCIATIONS ,COWS ,General Veterinary ,MILK-YIELD ,medicine.anatomical_structure ,PHOTOPERIOD ,RISK-FACTORS ,GROWTH ,STALL CLEANLINESS ,INJURIES ,Business ,Barn ,Welfare ,BEHAVIOR - Abstract
Huisvesting bepaalt of koeien zich al dan niet comfortabel in hun leefomgeving voelen. Een goede huisvesting moet leiden tot een comfortabele leefomgeving waarin een gezonde melkveestapel optimaal kan produceren en reproduceren. Dit artikel geeft een overzicht van enkele kritische punten bij de huisvesting van melkvee. Vooral loopstallen met ligboxen worden besproken omdat dit in België het meest voorkomende staltype is. In het eerste deel worden de afmetingen en de verschillende onderdelen van een ligbox behandeld. Verkeerde afmetingen en opstellingen leiden tot ongewenst gedrag met nadelige gevolgen voor het welzijn, voor de boxhygiëne en voor de uier- en klauwgezondheid. Daarna volgt een overzicht van de verschillende beddingmaterialen en hun invloed op het beenwerk en op de klauw- en uiergezondheid. Vervolgens worden de voor- en nadelen van een betonnen vloer, een rubberen toplaag en van gietasfalt besproken. Tot slot wordt het belang van een optimale bezetting toegelicht in relatie tot het aantal ligbedden en het aantal voeder- en drinkplaatsen. De conclusie is dat de huisvesting een zeer belangrijke rol speelt bij de gezondheid, het welzijn en de productie- en reproductieresultaten van melkvee. De kritische punten hebben vooral betrekking op de constructie van de ligbox, de kwaliteit van de bodem, de fotoperiodiciteit en de dierbezetting.
- Published
- 2012
45. Farming with other gainful activities in The Netherlands
- Author
-
W.M. de Vries
- Subjects
Agricultural science ,Geography ,Sociology and Political Science ,Agriculture ,business.industry ,Life Science ,Vakgroep Sociologie ,business - Published
- 1993
46. Five centuries of farming : a short history of Dutch agriculture 1500-2000
- Author
-
Jan Bieleman
- Subjects
landbouwindustrie ,agricultural history ,zandgronden ,geschiedenis ,tuinbouw ,netherlands ,Afdeling Agrarische geschiedenis ,arable farming ,Agricultural economics ,nederland ,Agricultural science ,sandy soils ,agriculture ,business.industry ,agrarische geschiedenis ,gemengde landbouw ,horticulture ,Division of Rural History ,veehouderij ,mixed farming ,Geography ,landbouw ,Agriculture ,agribusiness ,history ,livestock farming ,business ,akkerbouw - Abstract
Where the lower reaches of the rivers Rijn, Maas and Schelde have passed through the Northwest-European plain to finally flow out into the North Sea, a unique country of towns had come about during the Late Middle Ages. Since then, due to its natural and central location, this country, the Netherlands, has turned into a true crossroads of European trade connections between east and west, north and south. A highly urbanised country emerged and as the urban economies prospered they have had a great impact on the surrounding countryside. This in turn has affected the rural communities and has stimulated all kinds of agrarian activities. Highly productive agribusiness complexes have been the result. Today experts rank Dutch agriculture and horticulture as one of the most productive in the world. Milk production per cow and arable farming and horticulture, productivity per man-hour is amongst the highest known. This book is meant to give an overview of the historical processes of five centuries of farming and it makes clear that the old farming society was only seemingly static. This account of Dutch agricultural history demonstrates how Dutch farmers and horticulturist have always been keen on resetting their aims when the ever changing economic environment induced them to do so.
- Published
- 2010
Catalog
Discovery Service for Jio Institute Digital Library
For full access to our library's resources, please sign in.