401 results on '"A. Schipper"'
Search Results
2. VIA ACTIELEREN NAAR SYSTEMATISCH SIGNALEREN: EEN ALMEERS VOORBEELD
- Author
-
Lineke Verkooijen, Cle Burgers, Evelyn Post, and Evelien Schipper
- Subjects
systematisch signaleren, sociaal domein, actieleren, signaleren, kritische vriend systematic signaling, social domain, action learning, signaling, critical friend ,Sociology (General) ,HM401-1281 - Abstract
SAMENVATTINGEén van de kernopdrachten van sociale wijkwerkers is signaleren. Uit onderzoek blijkt dat 59% van de wijkteams niet aan deze taak toe komt, zo ook in Almere. De Almeerse wijkteams constateerden tevens handelingsverlegenheid. Met name een gestructureerde aanpak ontbrak. Besloten werd om in twee van deze wijkteams een pilot te starten rond het vraagstuk: systematisch signaleren, hoe doen we dat? In dit artikel doen we verslag van onze zoektocht met behulp van actieleren. Er zijn meerdere manieren waarop actieleren vorm kan krijgen. In de Almeerse wijkteams hebben we een variant ontwikkeld die bestaat uit de onderdelen: (praktijk)ervaring,reflectie op de (praktijk)ervaring, informatie zoeken, plan maken, nieuwe ervaring opdoen. In vier bijeenkomsten en een follow-up is een antwoord gezocht op onze vraag. Dit heeft geleid tot een door het team gedragen methode voor systematisch signaleren. Tijdens de follow up zijn de ervaringen van twee maanden toepassen van de methode gedeeld. Belangrijke resultaten zijn:• heldere handvatten voor systematisch signaleren;• de kijk op de eigen rol is verbreed: signalen oppakken is een taak voor iedereen;• signalen leiden voortaan tot actie;• signalen zijn het vertrekpunt voor het jaarplan geworden.Actieleren hielp de energie van deelnemers te richten en gaf handvatten om samen te ontwikkelen en te leren op de werkvloer.SUMMARYOne of the core tasks of social community workers is that of signalling, but research has shown that 59% of these community workers do not get around to this task. This is the case in Almere, for example, where community teams were reluctant to engage with this task, and a structured approach was notably absent. It was therefore decided to set up a pilot involving two of these community teams with in order to address the question of: systematic signalling, how do we do that? In this article, we report on our experiences with the help of action learning. Action learning can take several forms. For the Almere community teams, we developed a variant that consists of the following elements: (practical) experience, reflecting on (practical) experience), finding information, creating a plan and experiencing new things. An answer to our question was found through four meetings and one follow-up session. This has led to a method for systematic signalling that has support within the team. The experiences that the team had with the method during the twomonth period were shared at the follow-up session. The most important results are as follows:• Clear tools for systematic signalling;• A broader view of the role of team members: picking up signals is something that everyone should be doing.• Signals will henceforth lead to action;• Signals have become the starting point for the annual plan.Action learning helped to focus the energy of participants and provided the tools required for developing and learning together in the workplace.
- Published
- 2019
- Full Text
- View/download PDF
3. Schoner effluent RWZI’s Waterschap Aa en Maas : Effluentkwaliteit om de KRW opgave voor nutriënten in te vullen
- Author
-
Schipper, Peter and van Boekel, Erwin
- Subjects
Sustainable Soil Use ,Life Science ,Duurzaam Bodemgebruik - Abstract
De oppervlaktewateren in het Maasstroomgebied bevatten te veel stikstof en fosfor. Dat vormt een belangrijke belemmering om de waterkwaliteitsdoelen te halen zoals die voor de KRW zijn vastgesteld. In deze studie is met modelberekeningen voor enkele gebieden van het waterschap Aa en Maas verkend wat de benodigde emissiereductie zou moeten zijn voor de RWZI’s in die gebieden, opdat het Waterschap voldoet aan de opgaven die vanuit de KRW aan het waterschap kunnen worden toebedeeld.
- Published
- 2023
4. [The risks of tanning with the Barbie drug]
- Author
-
M J P Marjella, Eijmael, Cynthia J, Janmaat, and E M Noortje, Briët-Schipper
- Subjects
Adult ,Male ,Pharmaceutical Preparations ,Humans ,Self Administration ,Skin Pigmentation ,Dysplastic Nevus Syndrome - Abstract
Melanotan II, also known as 'Barbie drugs', can be purchased over the internet and in gyms to facilitate sunless tanning. The purchased product is a alpha-melanocyte-stimulating hormone (α-MSH) analogue, which stimulates the production of eumelanin to get skin pigmentation. However, previous research showed that Melanotan supports the development of new pigmented and dysplastic naevi.We report a case of a 27 year old male, with no relevant medical history, who presented at the emergency department two hours after subcutaneous self-administration of Melanotan II. He suffered from sympathomimetic symptoms and was treated with lorazepam, supplemental potassium and intravenous fluid resuscitation.This case reports underlines self-administration of Melanotan II is not without potential side effects, although Melanotan II is easily available on the internet and in gyms.
- Published
- 2022
5. Belemmerende en bevorderende factoren bij implementatie van de methode Multi-Disciplinair Expertise Team voor afbouw van onvrijwillige zorg
- Author
-
Karin Grapendaal, Esther Bisschops, Clasien Schipper, J., Carlo Schuengel, LEARN! - Child rearing, APH - Mental Health, Clinical Child and Family Studies, APH - Aging & Later Life, and APH - Quality of Care
- Subjects
determinanten ,onvrijwillige zorg ,implementatie ,verstandelijke beperking - Abstract
Inleiding: De Wet zorg en dwang geeft met ingang van 2020 zorgorganisaties voor mensen met een verstandelijke beperking een impuls om methodische innovaties te implementeren die afbouw van onvrijwillige zorg stimuleren. Het Multi-Disciplinair Expertise Team (MDET) is een methode om onvrijwillige zorg versneld af te bouwen. De vraag voor dit onderzoek was welke belemmerende en bevorderende factoren voor implementatie naar voren kwamen bij de implementatie van MDET bij ’s Heeren Loo, zodat hiervan kan worden geleerd voor op- en uitschalen van deze methode. Methode: Deductieve kwalitatieve inhoudsanalyse van geschreven materiaal van MDET consultatietrajecten bij 19 woningen aan de hand van het determinanten-overzicht voor implementatie van innovaties in de gezondheidszorg van Fleuren et al. (2004).Resultaten: Binnen de context van zorgorganisatie, zorgprofessionals, cliënten, en de methode zelf kwamen 9 bevorderende of belemmerende determinanten naar voren: verwacht (on)gemak cliënt, personeelsverloop, personeelscapaciteit, collegiale ondersteuning, verenigbaarheid doelen, duidelijke richtlijnen/procedures, relatieve voordelen, risico’s cliënt en financiële middelen. Middels inductieve analyse kwamen 5 nieuwe determinanten en randvoorwaarden naar voren ten opzichte van het overzicht van de genoemde determinanten uit Fleuren et al. (2004): organisatie nachtdienst, motivatie/weerstand, risico’s andere cliënten, gebouw, en bereidheid ouders/vertegenwoordigers. Discussie: Hoewel het overzicht van Fleuren et al. (2004) ontwikkeld is voor de reguliere gezondheidszorg bleek deze ook bruikbaar voor het identificeren van determinanten bij implementatieprocessen in de langdurige zorg. Tevens bleken nog een aantal aanvullende belemmerende en bevorderende factoren een rol te spelen. Bekendheid geven aan deze determinanten kan bijdragen aan het succes van implementatie in de langdurige zorg.
- Published
- 2022
6. De nieuwe ontslaggronden van art. 2:298 BW: meer mogelijkheden voor belanghebbenden om op te treden tegen bestuurders en RvT-leden van een stichting?
- Author
-
van Uchelen-Schipper, M.J., van Bekkum, J., Spruitenburg, K., Harmsen, C.M., Croiset van Uchelen, A.R.J., Bier, B., de Jongh, J.M., Lokin, E.C.H.J., and CSECL (FdR)
- Published
- 2022
7. 35 jaar beheer Drentsche Aa: Evaluatie natuurontwikkeling en aanbevelingen voor verbetering
- Author
-
Everts, Henk, Grootjans, Ab P., Schipper, Piet, Bakker, Jan P., and Bakker group
- Published
- 2022
8. Noord-Beveland
- Author
-
van Steensel, Arie, de Kok, Eugène, van der Wal, Gerard, de Schipper, Paul, de Jonge, Peter, Antonisse, Rinus, Breure, Rinus, Slager, Kees, Verkamman, Matty, and Research Centre for Historical Studies (CHS)
- Published
- 2022
9. Drie natuurlijke barrières beschermen het grondwater
- Author
-
Verweij, Wilko, Passier, Hilde, Bloem, J., Schipper, P.N.M., Dijkstra, Joris, van Vliet, Marielle, van Loon, Arnaut, and Swartjes, Frank
- Subjects
Life Science - Abstract
De grondwaterkwaliteit staat onder druk door klimaatverandering en maatschappelijke en technologische ontwikkelingen. In de bodem en ondergrond beschermen drie van nature aanwezige ‘barrières’ het grondwater tegen verontreinigingen. Afsluitende lagen zorgen voor een fysieke barrière; reactieve bestanddelen in de ondergrond vormen door afbraak, omzettingen en binding een geochemische barrière; en afbraak door micro-organismen in de bovengrond fungeert als een biologische barrière. In het project Kennisimpuls grondwaterkwaliteit is de beschermende werking van deze barrières in beeld gebracht en zijn risico’s voor aantasting van de barrières geanalyseerd.
- Published
- 2022
10. Innovatieve monitoring en modellering ondersteunt gebiedsgerichte aanpak af- en uitspoeling meststoffen
- Author
-
Schipper, P.N.M., Groenendijk, P., Lukacs, Saskia, van Loon, Arnaut, and Rozemeijer, Joachim
- Subjects
Life Science - Abstract
In de strijd tegen af- en uitspoeling van meststoffen is het laaghangend fruit inmiddels wel geplukt. Om een effectieve gebiedsgerichte aanpak te ondersteunen is een innovatieve, intensieve monitoringsmethode opgezet in twee gebieden: het stroomgebied van de Vuursteentocht (Flevopolder,kleigrond) en van de Vinkenloop (Noord-Brabant, zandgrond). Welke nieuwe kennis levert dit op en welke handelingsperspectieven volgen hieruit voor een gebiedsgerichte verdere aanpak van nutriëntenverliezen?
- Published
- 2022
11. Vergrijzing van grondwater: handelingsperspectieven voor de voortschrijdende aantasting van grondwaterkwaliteit door menselijke invloeden : eindrapport van het KIWK-project Grondwater
- Author
-
Verweij, Wilko, Passier, Hilde, Hoekstra, Nanne, van den Meiracker, Rianne, Ouwerkerk, Kevin, van Loon, Arnout, Swartjes, Frank, Hartmann, Julia, van Vliet, Mariëll, Dijkstra, Joris, Bloem, Jaap, and Schipper, Peter
- Subjects
Sustainable Soil Use ,Dierecologie ,Life Science ,Animal Ecology ,Duurzaam Bodemgebruik ,PE&RC - Abstract
Dit is het eindrapport van het project Grondwater van de Kennisimpuls Waterkwaliteit. In het rapport zijn alle resultaten van het project bijeengebracht. In het project is vooral gekeken naar de sluipende verontreiniging van het grondwater door menselijke invloeden – de zogenoemde vergrijzing van het grondwater - met name naar de langetermijneffecten.
- Published
- 2022
12. Dynamiek en begeleiding van Learning Communities
- Author
-
Schruijer, Sandra, Snoeren, M., Veltman, M., Woudstra, L., Grobbe, F., schipper, t, vos, m, wallner, c, Organizational Culture and Change, and UU LEG Research USG Public Matters
- Published
- 2022
13. Effectiviteit nutriëntenmaatregelen om uit- en afspoeling vanuit landbouwgronden te verminderen: Deltafact
- Author
-
Schipper, P.N.M., van Loon, Arnaut, Rozemeijer, Joachim, Groenendijk, P., and Lukacs, Saskia
- Subjects
Sustainable Soil Use ,Life Science ,Duurzaam Bodemgebruik - Published
- 2022
14. Invloed grondwater op de kwaliteit van Gelderse beken : Definitief rapport
- Author
-
Schipper, Peter, van Boekel, Erwin, Mi-Gegotek, Yanjiao, Renaud, Leo, Römkens, Paul, and Kruijne, Roel
- Subjects
Sustainable Soil Use ,Environmental Risk Assessment ,Life Science ,Duurzaam Bodemgebruik - Published
- 2022
15. Uitvoering DAW komt op stoom, maar effectmonitoring wordt gemist
- Author
-
Schipper, P.N.M., Rozemeijer, Joachim, van Loon, Arnaut, Groenendijk, P., and Lukacs, Saskia
- Subjects
Life Science - Abstract
34 IHet Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) komt op stoom, maar tot dusverre is de monitoring alleen gericht op het registeren van de uitvoering. Of de maatregelen ook een significante verbetering van de oppervlaktewaterkwaliteit oplevert weten we niet, want specifieke monitoring ontbreekt. Een belangrijk gemis, stellen Peter Schipper, Joachim Rozemeijer, Arnaut van Loon, Piet Groenendijk en Saskia Lukacs in een speciale bijdrage als product van de Kennisimpuls Waterkwaliteit.
- Published
- 2022
16. Evaluatie Strategisch Programma RIVM 2015-2018
- Author
-
Smit, E, ten Kroode, J, Schipper, L, van Beek, A, Bos, V, Breure, T, and van Kalkhoven, I
- Subjects
RIVM rapport 2021-0135 - Abstract
Het RIVM voert vooral opdrachten uit van de overheid. Daarnaast heeft het zelf geld om wetenschappelijk innovatief onderzoek te doen, het Strategisch Programma RIVM (SPR). Dit programma heeft drie hoofddoelen: de positie van het RIVM in het wetenschappelijk veld behouden of versterken, ervoor zorgen dat we de kennis in huis hebben om in de toekomst opdrachten te kunnen uitvoeren, en onderzoek doen naar toekomstige maatschappelijke vragen die voor het instituut relevant zijn. SPR wordt telkens voor vier jaar opgezet en na afloop door het RIVM geëvalueerd. Dit rapport gaat over SPR 2015-2018. Uit de evaluatie blijkt dat de SPR-onderzoeken in deze ronde aan alle drie de hoofdoelen hebben bijgedragen. De mate waarin verschilde per thema en project. Elke vier jaar worden er een aantal thema’s gekozen die aansluiten bij de maatschappelijke opgaven waar het RIVM voor staat en de doelen van SPR. Twee voorbeelden van de thema’s in deze ronde zijn: beter kunnen communiceren over risico’s, en ervoor zorgen dat beleidsmakers de onderzoeksresultaten beter kunnen gebruiken. De resultaten hebben dit keer ook andere vormen gekregen dan wetenschappelijke publicaties, zoals databases, factsheets, innovaties, en nieuwe methoden. Hierdoor zijn er minder wetenschappelijke publicaties verschenen dan in eerdere rondes. De kwaliteit van de wetenschappelijke publicaties was goed. Uit de evaluatie komt het advies om de resultaten van de projecten en opgedane kennis beter over te dragen aan andere medewerkers binnen het RIVM. Dan kunnen ze ook op de lange termijn worden gebruikt.
- Published
- 2021
17. Virtueel sociaal contact voor mensen met verstandelijke beperkingen in woonvoorzieningen:Literatuuronderzoek naar gebruikte ICT-middelen, effecten op welzijn en uitdagingen bij het gebruik
- Author
-
Tharner, Anne, Bakkum, Lianne, Schuengel, Carlo, Frielink, Noud, Embregts, Petri J.C.M., de Schipper, J. Clasien, ten Brug, Annet, and Sterkenburg, P.S.
- Subjects
technology ,intellectual disabilities ,Social contact - Published
- 2021
18. Pabostudent in leernetwerk:Samen is niet genoeg
- Author
-
Schipper, Hanne and Vrieling - Teunter, E.M.
- Abstract
Het stimuleren van gemotiveerd leren in netwerken vraagt om een goede facilitering vanuit de hogeschool. Een goede integratie van de netwerkactiviteiten met de stage en rest van de opleiding is van belang voor het gevoel van competentie bij de studenten. Een goede afstemming tussen de groepsdoelen en ieders individuele leerbehoeften, interesses en doelen, geeft studenten een gevoel van autonomie. Voor de verbondenheid is het belangrijk om tijd te reserveren voor kennismakingsactiviteiten en informele momenten tijdens de netwerkbijeenkomsten. Daarbij moet duidelijk zijn dat de onderlinge verhoudingen gelijkwaardig zijn ongeacht iemands functie, kennis of ervaring. Aandacht voor deze drie motivatieaspecten zal bijdragen aan een positieve leerervaring bij studenten. Het leren in een leernetwerk bereidt hen op die wijze beter voor op een leven lang leren. Zij betreden de arbeidsmarkt vaardig en gemotiveerd om praktijkgericht onderzoek uit te voeren voor het oplossen van een persoonlijke leervraag of ervaren probleem. Dit pleit ervoor om netwerkleren zorgvuldig te verankeren in het curriculum.
- Published
- 2021
19. Onderzoeksrapportage Kids First: towards a pedagogical climate
- Author
-
Bronkhorst, Arnold, de Greeff, Marck J. W., Hofenk, Harold, Jacobs, Frank, Luderus, Anne, Schipper van Veldhoven, Nicolette, and Praktijkgerichte Sportwetenschap
- Subjects
verandervermogen ,sports climate ,pupillen ,capacity for change ,pupil football ,professionals ,sportklimaat ,clubcultuur ,club culture - Abstract
Jeugdsport draagt bij aan een groot aantal positieve aspecten waaronder gezondheid, zelfvertrouwen en sociale contacten. Dit gaat alleen niet vanzelf. Om de positieve aspecten van jeugdsport te vergroten en probleemgedrag te verminderen moet er een pedagogisch sportklimaat gecreëerd worden. Een pedagogisch sportklimaat is een sportklimaat waarbij het kind centraal staat. Daarnaast moet, vanuit een zorgzame en sociaal veilige basis, de focus liggen op plezier en op de persoonlijke en sociale ontwikkeling van het kind in en door de sport. Het doel van het Kids First, towards a pedagogical sport climate-project is het ontwerpen en invoeren van een hulpkader om dit pedagogisch sportklimaat op clubniveau te realiseren. Het project is gesubsidieerd vanuit het ZonMw programma 'Sport en Bewegen 2017-2020'.
- Published
- 2021
20. Pabostudent in leernetwerk: Samen is niet genoeg
- Author
-
Schipper, Hanne, Vrieling - Teunter, E.M., RS-Research Line Social Learning (part of ERA program), and Department of Social Learning
- Abstract
Het stimuleren van gemotiveerd leren in netwerken vraagt om een goede facilitering vanuit de hogeschool. Een goede integratie van de netwerkactiviteiten met de stage en rest van de opleiding is van belang voor het gevoel van competentie bij de studenten. Een goede afstemming tussen de groepsdoelen en ieders individuele leerbehoeften, interesses en doelen, geeft studenten een gevoel van autonomie. Voor de verbondenheid is het belangrijk om tijd te reserveren voor kennismakingsactiviteiten en informele momenten tijdens de netwerkbijeenkomsten. Daarbij moet duidelijk zijn dat de onderlinge verhoudingen gelijkwaardig zijn ongeacht iemands functie, kennis of ervaring. Aandacht voor deze drie motivatieaspecten zal bijdragen aan een positieve leerervaring bij studenten. Het leren in een leernetwerk bereidt hen op die wijze beter voor op een leven lang leren. Zij betreden de arbeidsmarkt vaardig en gemotiveerd om praktijkgericht onderzoek uit te voeren voor het oplossen van een persoonlijke leervraag of ervaren probleem. Dit pleit ervoor om netwerkleren zorgvuldig te verankeren in het curriculum.
- Published
- 2021
21. De gevolgen van de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen voor pensioenfondsen
- Author
-
van Uchelen-Schipper, M.J. and Privaatrecht (FdR)
- Abstract
In november 2020 is de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (“WBTR”) in de Eerste Kamer aangenomen en deze zal op 1 juli 2021 in werking treden. Als gevolg van de WBTR worden in het stichtingenrecht (titel 6 van Boek 2 BW) nieuwe wetsartikelen over bestuur en toezicht opgenomen. In deze bijdrage zullen, na een korte schets van de achtergrond van de WBTR, thema’s van de WBTR worden uitgelicht die voor pensioenfondsen, die gebruikmaken van de stichting als rechtsvorm, relevant zijn. De nieuwe wetsartikelen van de WBTR zullen worden gerelateerd aan bestaande regelingen uit de Pensioenwet (PW), de Wet verplichte beroepspensioenregeling (Wvb), de Code Pensioenfondsen en de VITP-Toezichtcode. Deze bijdrage eindigt met een aantal aandachtspunten voor statuten en reglementen van pensioenfondsen.
- Published
- 2021
22. Energieprojecten in de diepe ondergrond; aanwijzingen voor een slagvaardiger juridisch kader
- Author
-
Dieperink, M.A.M., Schipper, S.M., Kooijmans Institute, Public Contract Law, and Constitutional and Administrative Law
- Abstract
In de transitie naar een CO2-neutrale samenleving, zullen steeds vaker energieprojecten in de diepe ondergrond plaatsvinden; dat wil zeggen op een diepte groter dan 500 meter.2 Denk bijvoorbeeld aan geothermie, maar ook aan de opslag van waterstof en de opslag van CO2 (ook wel bekend als carbon-capture-and-storage (CCS)). Het publiekrechtelijke juridische kader voor deze projecten is complex: dit kader is verspreid over verschillende wetten en deze wetten zijn – ook na de toekomstige wijzigingen daarvan – inhoudelijk onvoldoende op elkaar afgestemd. Bovendien liggen besluitbevoegdheden bij verschillende (nationale en decentrale) overheden. Hiernaast is de verhouding tussen dit wettelijke kader en de zogenoemde ‘gemeentelijke regierol’ in de warmtetransitie gespannen. Zo rusten belangrijke bevoegdheden bij de nationale overheid en hebben gemeenten daarbij slechts een (indirect) adviesrecht.In dit artikel schetsen wij het juridische kader voor energieprojecten in de diepe ondergrond, de knelpunten dienaangaande en doen wij suggesties ter verbetering...
- Published
- 2021
23. Altijd aan het reizen: Brieven van een mormoonse emigrant naar Noord-Amerika, 1877-1913 bezorgd en toegelicht door J. Spitse
- Author
-
Frank Schipper
- Subjects
Social history and conditions. Social problems. Social reform ,HN1-995 ,Economic history and conditions ,HC10-1085 - Published
- 2013
24. Circulair inclusief wonen: Onderzoekend ontwerpen aan een nieuwe leefgemeenschap
- Author
-
Entrop, A.G. (Bram), Ubbink, B. (Brendan), Elgohary, M. (Merna), Zents, T. (Tim), Schipper, J. (Jolien), Staden, van, C. (Carel), Koerssen, B. (Bastiaan), Besten, A. (Arne), Lai, L. (Li), Netphana, T. (Tan), Berber, B. (Busra), Issa, L. (Lana), Vennemann, T. (Thea), Mars, A. (Anouk), Vorderman, J. (Jelmer), Jansen, D. (Demi), and Knigge, A. (Anneke)
- Subjects
Circulair wonen - Abstract
In het voor u liggende document worden beknopt vier studentprojecten besproken, waarin circulair bouwen en inclusief wonen bij elkaar zijn gebracht om een bijdrage te leveren aan meerdere vraagstukken uit de circulaire transitie-agenda. Grunstra Architecten, We ask YOU, Buro Hollema en Saxion zijn namelijk vier organisaties, die ook inzien dat de huidige manier van bouwen niet kan worden gecontinueerd en dat circulair bouwen een deel van de oplossing kan vormen.
- Published
- 2021
25. Maatregel op de Kaart (Fase 2) : Identificeren van kansrijke perceelsmaatregelen voor schoner grond- en oppervlaktewater
- Author
-
Groenendijk, Piet, van Gerven, Luuk, Schipper, Peter, Jansen, Stefan, Buijs, Simon, van Loon, Arnaut, Lukacs, Saskia, Verhoeven, Frank, Housmans, Bart, van Rotterdam, Debby, Ros, Gerard, Verloop, Koos, and Noij, Gert-Jan
- Subjects
Sustainable Soil Use ,Life Science ,Duurzaam Bodemgebruik ,Agro Field Technology Innovations - Abstract
In veel regionale oppervlaktewateren belemmert de belasting met stikstof en fosfor de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water. De uit- en afspoeling vanaf landbouwgronden heeft hierin een grote bijdrage. En in diverse grondwaterbeschermingsgebieden spoelt nog te veel nitraat van de landbouwgronden naar het grondwater waardoor niet aan de Europese Nitraatrichtlijn wordt voldaan. Om de uit- en afspoeling van stikstof en fosfor terug te dringen, worden agrariërs via het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer gestimuleerd maatregelen te nemen die zijn opgenomen in de zogenaamde BOOT-lijst die door het Bestuurlijk Overleg Open Teelten (BOOT) is vastgesteld. Deze lijst omvat meer dan 100 maatregelen. Om dit proces te ondersteunen is voor de Kennisimpuls het deelproject Maatregelen op de Kaart (MoK) opgestart. Het doel hiervan is om agrariërs, adviseurs en waterbeheerders te ondersteunen in het werken en beoordelen van de lijst met BOOT-maatregelen om de uit- en afspoeling van stikstof en fosfor terug te dringen. In 2019 is hiervan een eerste versie opgeleverd: de GIS-tool “Maatregelenkaart Waterkwaliteit fase 1”. In 2020 is in de tweede fase van het project de GIS-tool verbeterd, verbreed en in de praktijk getoetst. De resultaten hiervan worden in het onderhavige rapport beschreven. De nieuwe versie, “Maatregelenkaart Waterkwaliteit fase 2”, geeft inzicht in de maatregelen die het best passen bij de kenmerken van een landbouwperceel en daarbij leiden tot schoner grond- en oppervlaktewater. Concreet geeft de tool voor elk landbouwperceel in Nederland informatie over: • De perceelskenmerken die van invloed zijn op de uitspoelingsgevoeligheid • Per type maatregel (bodemverbetering, landmanagement, bemesting–nutriëntenbenutting, waterbeheer, zuivering/ route) een top-3 om de stikstof- en fosforbelasting richting het oppervlaktewater te verminderen en een overall top-5 • Per type maatregel ook een top-3 en overall top 5 om de nitraatuitspoeling naar het grondwater te verminderen • Het wel/niet aanwezig zijn van een landbouwopgave om de belasting met stikstof en/of fosfor terug te dringen en evenzo of er een regionale opgave ligt om het nitraatgehalte in het grondwater terug te dringen. De toetsing bevestigt dat de kaart een basis biedt voor een gericht, perceel-specifiek advies over kansrijke maatregelen voor schoner grond- en oppervlaktewater. De toetsing heeft ook geleid tot voorstellen voor een aantal concrete doorontwikkelopties. Hiervoor zijn aanbevelingen geformuleerd. De Maatregelenkaart Waterkwaliteit fase 2 is beschikbaar als shapefile en via een eenvoudige webviewer. In 2020 is de kaart ook als basis verwerkt in de tool BedrijfsBodemWaterPlan die is toegepast in het project Bodem-UP en vanaf april 2021 inzetbaar is in heel Nederland.
- Published
- 2021
26. De Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (WBTR): het antwoord op 'incidenten' bij stichtingen?
- Author
-
van Uchelen-Schipper, M. and Privaatrecht (FdR)
- Published
- 2021
27. Kennisleemten procesmodellen uit-en afspoeling nutriënten
- Author
-
Groenendijk, Piet, Schipper, Peter, and Rozemeijer, Joachim
- Subjects
Sustainable Soil Use ,Life Science ,Duurzaam Bodemgebruik - Published
- 2021
28. Aandoeningen van lever, galwegen en pancreas bij kinderen
- Author
-
de Kleine, Ruben, Bruggink, Janneke, de Meijer, Vincent E., Hulscher, Jan B.F., Heineman, E., Heineman, D.J., Lange, J.F.M., Blankensteijn, J.D., Boermeester, M.A., Borel Rinkes, I.H.M., Klaase, J.M., Schipper, I.B., Schreurs, W.H., Wijnen, R.M.H., Groningen Institute for Organ Transplantation, and Center for Liver, Digestive and Metabolic Diseases
- Published
- 2021
29. 'Maatregel op de kaart' is verbeterd en getoetst
- Author
-
Groenendijk, P., Verloop, J., and Schipper, P.N.M.
- Subjects
Sustainable Soil Use ,Duurzaam Bodemgebruik ,Agro Field Technology Innovations - Abstract
Omdat de waterkwaliteit in veel gebieden nog niet op orde is, wordt van agrariërs verwacht dat ze ook eenbijdrage leveren aan de verbetering ervan. Een eerder ontwikkelde versie van ‘Maatregel op de Kaart’ isverbeterd en in de praktijk getoetst. De toetsing bevestigt dat de kaart een basis biedt voor een gericht enperceel-specifiek advies voor kansrijke maatregelen.
- Published
- 2021
30. Ecologische effecten van stikstof op Nederlandse oppervlaktewateren
- Author
-
van Geest, Gerben, Verdonschot, Piet, Schipper, Peter, Veraart, Annelies J., Roelofs, Jan, and Tomassen, Hilde
- Subjects
Sustainable Soil Use ,WIMEK ,Water and Food ,Life Science ,Water en Voedsel ,Duurzaam Bodemgebruik - Abstract
De effecten van atmosferische stikstofdepositie op terrestrische natuur staan momenteel sterk in de belangstelling. De gevolgen van een hoge stikstofbelasting op de aquatische natuur en waterkwaliteit in zoete wateren krijgen daarentegen veel minder aandacht. Deze factsheet gaat in op de rol van stikstof voor waternatuur in zoete Nederlandse oppervlaktewateren. Allereerst zijn de resultaten samengevat van verschillende bronnenanalyses, die de herkomst van stikstof hebben bepaald. Vervolgens wordt ingegaan op omzettingen van stikstofverbindingen die in het grond- en oppervlaktewater kunnen optreden. Tot slot wordt ingegaan op de (directe en indirecte) effecten van een hoge stikstofbelasting op de waterkwaliteit en aquatische natuur van zoete wateren.
- Published
- 2021
31. Verbeteren waterkwaliteit door landbouwmaatregelen ter reductie van nutriëntenbelasting in veenweidegebieden : Casestudie in polder Groot Wilnis-Vinkeveen
- Author
-
van Rotterdam, Debby, Ros, Gerard, Pijlman, Jeroen, Verhoeven, Frank, Honkoop, Wim, Schipper, Peter, Hendriks, Rob, van Gerven, Luuk, and van den Eertwegh, Gé
- Subjects
animal manures ,bodembeheer ,nutrientenbeheer ,water quality ,nitrogen ,dressings ,nitrate ,bodemwaterbalans ,bemesting ,circular agriculture ,nitraat ,verliezen uit de bodem ,kringlooplandbouw ,Duurzaam Bodemgebruik ,dierlijke meststoffen ,nutriëntenuitspoeling ,phosphate ,Sustainable Soil Use ,proefvelden ,experimental plots ,fertilizer application ,waterkwaliteit ,farm management ,mestgiften ,fosfaat ,nutrient management ,stikstof ,nutrient leaching ,losses from soil ,soil water balance ,agrarische bedrijfsvoering ,soil management - Abstract
Op basis van een casestudie in de Proefpolder Gagelweg, onderdeel van Polder Groot Wilnis-Vinkeveen, is een aanpak ontwikkeld om gebiedsgericht duurzaamheidsopgaves aan te pakken op het vlak van waterkwaliteit. Door te focussen op een afgebakend gebied kunnen met een integrale aanpak en goede samenwerking tussen boeren en overige stakeholders daadwerkelijk stappen worden gezet. De algemeen toepasbare ‘polderaanpak’ omvat de volgende bouwstenen: 1. met alle actoren samen invulling geven aan de gebiedsopgave, door eerst gezamenlijk inzicht in het gebied te verschaffen en van daaruit de doelen en werkwijze te formuleren; 2. (indien nodig) een detailanalyse, om beter inzicht te krijgen in processen en om maatwerk maatregelen te onderbouwen; 3. uitwerking van kansrijke maatregelen; 4. gezamenlijk verkennen van en zo mogelijk invulling geven aan ‘waardering en beloning’, zodat de inspanningen beklijven.
- Published
- 2021
32. Lever en Galwegen
- Author
-
Verhoef, C, de Meijer, Vincent E., Heineman, E., Heineman, D.J., Lange, J.F.M, Blankensteijn, J.D., Boermeester, M.A., Borel Rinkes, I.H.M., Klaase, J.M., Schipper, I.B., Schreurs, W.H., Wijnen, R.M.H., Groningen Institute for Organ Transplantation, and Center for Liver, Digestive and Metabolic Diseases
- Published
- 2021
33. Maatregelen op en rond landbouwpercelen ter vermindering van de nutriëntenbelasting van water : Achtergrondinformatie effectiviteit landbouwmaatregelen ten behoeve van de Nationale Analyse Waterkwaliteit
- Author
-
Groenendijk, Piet, van Gerven, Luuk, van Boekel, Erwin, and Schipper, Peter
- Subjects
Sustainable Soil Use ,Life Science ,Duurzaam Bodemgebruik - Abstract
Dit rapport geeft op basis van een review van nationale en internationale studies een actueel overzicht van de kennis over de effectiviteit van uiteenlopende maatregelen op en rond landbouwpercelen om de emissies van stikstof en fosfor naar het oppervlaktewater en de nitraatuitspoeling naar het grondwater te verminderen. Iedere maatregel wordt behandeld in een handzaam factsheet. Het rapport is opgesteld door het project Nutriënten van de Kennisimpuls Waterkwaliteit.
- Published
- 2021
34. Learning communities: Het vormgeven en evalueren van een kansrijke vorm voor een leven lang ontwikkelen
- Author
-
Hubers, M., Endedijk, M., Schipper, T., de Jong, L., Corporaal, S., Poell, R., Kessels, J., and Domain specific Learning (RICDE, FMG)
- Published
- 2021
35. Leernetwerken voor Pabostudenten.: De Relatie tussen Sociale Configuratie en Motivatie
- Author
-
Schipper, Hanne
- Subjects
dimensies van sociaal leren (DSL) ,autonome motivatie ,sociale configuratie ,Netwerkleren - Abstract
Lerarenopleidingen basisonderwijs (pabo’s) zoeken naar de vorm waarin zij netwerkleren een plaats kunnen geven in het curriculum. Het opdoen van ervaring met netwerkleren tijdens de opleiding, kan immers bijdragen aan een gemotiveerde leerhouding waarmee studenten hun professionele ontwikkeling benaderen in hun toekomstige beroep. In een ideale leersituatie wordt geleerd vanuit autonome motivatie, een krachtige en duurzame manier van gemotiveerd zijn. Om dit te bereiken moet tegemoet worden gekomen aan de facetten Competentie, Autonomie en Verbondenheid. In zijn aard is er in een leernetwerk sprake van een sociale leersituatie (Verbondenheid), waarin verschillende personen bijdragen (Competentie) aan het oplossen van een ervaren praktijkprobleem (Autonomie). Elk leernetwerk is echter uniek in zijn doelen en structuur, oftewel zijn sociale configuratie. In een samenwerking tussen de Open Universiteit en vier hogescholen wordt een meerjarig onderzoek uitgevoerd naar studentenwelzijn ten behoeve van het ontwikkelen van richtlijnen voor curriculumontwerp. Deze thesis beschrijft een deelonderzoek gesitueerd in het eerste jaar van de studie. Het vormt een exploratieve verkenning naar overeenkomsten en verschillen in de sociale configuratie van leernetwerken en de motivatie van pabostudenten op vier hogescholen. Daarnaast is onderzocht hoe sociale configuratie en motivatie samenhangen. In onderhavig onderzoek is gebruik gemaakt van een mixed methods design. Gedurende studiejaar 2019-2020 hebben 111 studenten van vier hogescholen aan het onderzoek deelgenomen. Sociale configuratie en motivatie zijn onderzocht middels vragenlijsten (n=111), semi gestructureerde interviews (n=14) en analyse van audio-opnames van netwerkbijeenkomsten (n=7). De leernetwerken hadden de looptijd van een studiejaar, in de opstart- en slotfase is de data verzameld. Het raamwerk dimensies van sociaal leren (Vrieling-Teunter, Van den Beemt, & De Laat, 2016) werd gebruikt voor het in kaart brengen van de sociale configuratie vanuit de vier dimensies: Praktijk, Domein en waardecreatie, Collectieve identiteit en Organisatie. Motivatie is benaderd vanuit de Self-Determination Theory (Ryan & Deci, 2000) en geoperationaliseerd vanuit de facetten Competentie, Autonomie en Verbondenheid. Een leernetwerk met daarin enkel studenten toonde een andere sociale configuratie dan gemengde leernetwerken met studenten, basisschoolleraren, pabodocenten en onderzoekers. Vooral in de beginfase bleek in gemengde groepen de fase van afstemming en kennismaking belangrijk voor de ontwikkeling van de sociale configuratie. Op alle hogescholen werd in de leernetwerken tegemoet gekomen aan de facetten van motivatie. Er bleek een (middel)sterke samenhang tussen de sociale configuratie en motivatie, met name op de dimensies Domein en waardecreatie en Collectieve identiteit. Vervolgonderzoek zal moeten uitwijzen of er een causaal verband is tussen de variabelen en volgens welke ontwerpprincipes (gemengde) leernetwerken het beste georganiseerd kunnen worden. De resultaten van dit onderzoek tonen drie thema’s die aandacht verdienen bij het organiseren van leernetwerken. ‘Kennisstroom in tweerichtingsverkeer’ (Competentie) toont de behoefte van studenten om niet allen kennis te halen maar ook te kunnen bijdragen. ‘Vrijheid in gebondenheid’ (Autonomie) laat zien dat er binnen grenzen van de opleiding en sociale configuratie, ruimte moet zijn voor eigen keuzes van studenten. ‘Veilig in gelijkheid’ (Verbondenheid) vraagt om gelijkwaardige verhoudingen tussen de netwerkleden om ervoor te zorgen dat studenten zich veilig voelen.
- Published
- 2020
36. Een gepersonaliseerde keuzehulp voor mensen met darmkanker: Interviews met patiënten
- Author
-
Hommes, Saar, Vromans, Ruben, van Gent, Sophie, Schipper, Gavin, Krahmer, Emiel, and Language, Communication and Cognition
- Abstract
Patiënten met darmkanker staan voor een moeilijke keuze: willen ze wel of geen chemotherapie? Omdat onbekend is wie baat zal hebben bij chemotherapie en hoe groot het effect is op de kwaliteit van leven, zijn hier geen duidelijke richtlijnen voor. Om patiënten in deze keuze te ondersteunen hebben we een support tool gemaakt. Deze specifieke keuzehulp werkt op basis van natural language generation. Dat betekent dat verschillende soorten data input (van de Nederlandse Kanker Registratie, PROFILES en patiënt-prognose) automatisch worden omgezet naar taal. Dit roept verschillende vragen die implementatie kunnen aan- of juist ontmoedigen. Bijvoorbeeld: hoe informeren we patiënten over de achterliggende data? Hoe leggen we ingewikkelde begrippen als “sociaal functioneren” uit? Deze vragen hebben we voorgelegd aan patienten en de gesprekken bieden concrete aanwijzingen over hoe keuzehulpen moeilijke data kunnen uitleggen. Voor een tweede iteratie hebben we de tool aangepast en zullen we deze voorleggen aan dokters.
- Published
- 2020
37. Waar staat het OM? Een onderzoek naar de positie van het openbaar ministerie ten opzichte van de Minister van Justitie en Veiligheid
- Author
-
Schipper, J.H.
- Subjects
onafhankelijk ,aanwijzingsbevoegdheid ,ondergeschikt ,rechterlijke autoriteit ,officier van justitie ,rechterlijke instantie - Abstract
In Nederland is de officier van justitie een rechterlijk ambtenaar. Hij wordt gezien als magistraat en van hem wordt verwacht dat hij zich ook als zodanig gedraagt. De officier van justitie is werkzaam binnen het openbaar ministerie, een instituut dat zich (graag) laat voorstaan op haar onafhankelijkheid en magistratelijkheid. De laatste jaren is er sprake van toenemende kritiek op de officier van justitie als onafhankelijk magistraat. Hoewel deze kritiek niet nieuw is maakt recente jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie duidelijk dat ook vanuit Europa de officier van justitie kennelijk niet (meer) als magistraat wordt beschouwd. Is de Nederlandse Wet op de rechterlijke organisatie, waarin is vastgelegd dat de officier van justitie rechterlijk ambtenaar is, (nog) wel in lijn met de Europese regelgeving? Aan de hand van de totstandkoming en ontwikkeling van een van de oudste wetten van ons land, de Wet op de Rechterlijke Organisatie (Wet RO), wordt nagegaan wat de positie is van het openbaar ministerie en daarmee van de officier van justitie: onafhankelijk of aan de Minister ondergeschikt. Tevens wordt nagegaan welke gevolgen recente jurisprudentie van het HvJ EU heeft op de positie van de officier van justitie als magistraat en of de Wet RO aanpassing behoeft.
- Published
- 2020
38. Sociale ondernemingen in Nederland: is het BV-recht nog flexibel genoeg?
- Author
-
van Uchelen-Schipper, M.J. and Privaatrecht (FdR)
- Published
- 2020
39. De vijfde ziekte? Speekselonderzoek, een niet-belastend alternatief voor bloedonderzoek
- Author
-
Bodewes, R, Kerkhof, J, Cremer, J, Gijselaar, D, van de Nes-Reijnen, L, Voordouw, B, Veldhuijzen, I, Schipper, M, and van Binnendijk, R
- Published
- 2020
40. Onderzoek naar de Samenloop van de Mijnbouwwet en de Omgevingswet: Onderzoek in opdracht van Rijkswaterstaat (RWS) en onder begeleiding van het Interprovinciaal Overleg (IPO)
- Author
-
Dieperink, M.A.M., Schipper, S.M., Kooijmans Institute, Public Contract Law, and Constitutional and Administrative Law
- Abstract
AKD heeft in opdracht van RWS, en onder begeleiding van het IPO, onderzoek verricht naar de samenloop van de Omgevingswet (Ow) en de huidige en toekomstige Mijnbouwwet (Mbw) in onshore-gaswinnings-, energieopslag- en geothermieprojecten. Daarbij stond de afstemming van de bevoegdheden (van decentrale overheden) op grond van de Ow op de bevoegdheden (van de centrale overheid) op grond van de Mbw, en vice versa, centraal. Naar aanleiding van het onderzoek is onder meer geconcludeerd dat: bij de vergunningverlening (voor geothermieprojecten) de regierol van gemeenten in de warmtetransitie niet tot uitgangspunt wordt genomen. Weliswaar is momenteel een wetsvoorstel (aangaande de Mbw) aanhangig waarin uitgangspunt is dat wordt getoetst of er (waarschijnlijk) voldoende vraag naar warmte is, niet is verzekerd dat die vraag is gekoppeld aan de collectieve warmtevoorziening die de gemeente beoogt. Zo wordt bij de verlening van een Mbw-vergunning geen acht geslagen op het ter plaatse van het geothermieproject geldende omgevingsplan (onder de Ow) of de geldende omgevingsverordening (eveneens onder de Ow). Evenmin wordt gekeken naar de relatie tussen een geothermieproject en het gemeentelijke warmtebeleid en –strategie (neergelegd in een omgevingsprogramma en/of –visie in de zin van de Ow), of naar de partij die (voor een warmtekavel) is aangewezen als warmtebedrijf. Het is onduidelijk hoe bij het uitwerken van de bronnenstrategie in een omgevingsplan moet worden omgegaan met verleende Mbw-vergunningen; participatie niet is voorgeschreven in de Mbw, terwijl dat nu juist een belangrijke pijler is van de Ow. Geregeld betreft de eerste besluitvorming voor een geothermieproject de verlening van een Mbw-vergunning. Zowel de Mbw als de Ow reguleren (het gebruik van) de dieper ondergrond. De vergunningenkaders zijn niet op elkaar afgestemd. Zo kan het voorkomen voor een project enerzijds een Mbw-vergunning wordt verleend (althans niet kan worden geweigerd), terwijl anderzijds de omgevingsvergunning niet wordt verkregen, en daardoor een project wordt geblokkeerd. Hierdoor kunnen investeringen, gedaan op basis van een opsporings- of startvergunning, verdampen. Voor een uitgebreide en volledige conclusie wordt verwezen naar de onderzoeksconclusies in hoofdstuk 6 van het Fase II-rapport. De uitgebrachte onderzoeksrapportages treft u onderaan deze pagina aan. Het onderzoek is verricht in twee fases, resulterend in twee rapporten. In Fase I is een deskstopstudie verricht. In Fase II zijn casestudie (aangeduid als klantreizen) verricht.
- Published
- 2020
41. Onderzoek naar de Samenloop van de Mijnbouwwet en de Omgevingswet:Onderzoek in opdracht van Rijkswaterstaat (RWS) en onder begeleiding van het Interprovinciaal Overleg (IPO)
- Author
-
Dieperink, M.A.M. and Schipper, S.M.
- Abstract
AKD heeft in opdracht van RWS, en onder begeleiding van het IPO, onderzoek verricht naar de samenloop van de Omgevingswet (Ow) en de huidige en toekomstige Mijnbouwwet (Mbw) in onshore-gaswinnings-, energieopslag- en geothermieprojecten. Daarbij stond de afstemming van de bevoegdheden (van decentrale overheden) op grond van de Ow op de bevoegdheden (van de centrale overheid) op grond van de Mbw, en vice versa, centraal.Naar aanleiding van het onderzoek is onder meer geconcludeerd dat:bij de vergunningverlening (voor geothermieprojecten) de regierol van gemeenten in de warmtetransitie niet tot uitgangspunt wordt genomen. Weliswaar is momenteel een wetsvoorstel (aangaande de Mbw) aanhangig waarin uitgangspunt is dat wordt getoetst of er (waarschijnlijk) voldoende vraag naar warmte is, niet is verzekerd dat die vraag is gekoppeld aan de collectieve warmtevoorziening die de gemeente beoogt. Zo wordt bij de verlening van een Mbw-vergunning geen acht geslagen op het ter plaatse van het geothermieproject geldende omgevingsplan (onder de Ow) of de geldende omgevingsverordening (eveneens onder de Ow). Evenmin wordt gekeken naar de relatie tussen een geothermieproject en het gemeentelijke warmtebeleid en –strategie (neergelegd in een omgevingsprogramma en/of –visie in de zin van de Ow), of naar de partij die (voor een warmtekavel) is aangewezen als warmtebedrijf.Het is onduidelijk hoe bij het uitwerken van de bronnenstrategie in een omgevingsplan moet worden omgegaan met verleende Mbw-vergunningen;participatie niet is voorgeschreven in de Mbw, terwijl dat nu juist een belangrijke pijler is van de Ow. Geregeld betreft de eerste besluitvorming voor een geothermieproject de verlening van een Mbw-vergunning.Zowel de Mbw als de Ow reguleren (het gebruik van) de dieper ondergrond. De vergunningenkaders zijn niet op elkaar afgestemd. Zo kan het voorkomen voor een project enerzijds een Mbw-vergunning wordt verleend (althans niet kan worden geweigerd), terwijl anderzijds de omgevingsvergunning niet wordt verkregen, en daardoor een project wordt geblokkeerd. Hierdoor kunnen investeringen, gedaan op basis van een opsporings- of startvergunning, verdampen.Voor een uitgebreide en volledige conclusie wordt verwezen naar de onderzoeksconclusies in hoofdstuk 6 van het Fase II-rapport.De uitgebrachte onderzoeksrapportages treft u onderaan deze pagina aan. Het onderzoek is verricht in twee fases, resulterend in twee rapporten. In Fase I is een deskstopstudie verricht. In Fase II zijn casestudie (aangeduid als klantreizen) verricht.
- Published
- 2020
42. Ontstentenis of belet van bestuurders en commissarissen in tijden van corona
- Author
-
van Uchelen-Schipper, M.J., de Vries, P.P., and Privaatrecht (FdR)
- Abstract
De COVID-19-uitbraak leidt tot beperking van mobiliteit en tot meer en ernstigere ziektegevallen. Dit heeft ook een impact op bestuurders en commissarissen en hun functioneren, en leidt tot meer vragen omtrent ontstentenis en belet. Een uitgewerkte statutaire regeling kan een deel van deze vragen ondervangen. Een ontstentenis- en beletregeling kan de wettelijke tegenstrijdig belangregels daarbij doorkruisen, ook als een raad van commissarissen is ingesteld. De statuten kunnen ook partieel belet regelen en de beletregeling doorkruist dan niet de vertegenwoordigingsregeling indien de bestuurder wel tot vertegenwoordiging in staat is. In deze bijdrage betogen we dat in de huidige uitzonderlijke omstandigheden eerder sprake kan zijn van feitelijk belet dan in de literatuur wel wordt aangenomen. De beletfunctionaris zal moeten acteren met een zekere terughoudendheid bij de uitoefening van zijn taak, maar zal daarbij ook het belang van de vennootschap en de daaraan verbonden onderneming als richtsnoer moeten nemen. Dat kan hem ertoe nopen om ingrijpende of zelfs onomkeerbare besluiten te nemen. De positie van beletfunctionaris is daarbij niet altijd te benijden. Hij is een ad hoc bestuurder met mogelijk een achterstand in kennis en ervaring. Bij beoordeling van mogelijke aansprakelijkheid zou daarom enige terughoudendheid gewenst zijn. De dubbelrol van tijdelijk bestuurder en commissaris komt regelmatig voor, maar tijdelijk terugtreden als commissaris is vaak verstandig. Decharge van een beletfunctionaris kan naar onze mening worden verleend door de algemene vergadering. Tot slot kan het wenselijk zijn als een rechtspersoon voorziet in statutaire regels omtrent schorsing en ontslag van een beletfunctionaris.
- Published
- 2020
43. Risicobeoordeling van GenX en PFOA in moestuingewassen in Dordrecht, Papendrecht en Sliedrecht
- Author
-
Mengelers M, te Biesebeek JD, Schipper M, Slob W, Boon PE, VVH, and V&Z
- Subjects
risicobeoordeling ,GenX ,PFOA ,moestuin ,risk assessment ,home-grown ,vegetables and fruit ,groente en fruit ,RIVM briefrapport 2018-0017 - Abstract
Door de uitstoot van het chemiebedrijf DuPont/Chemours in Dordrecht zijn de stoffen GenX en PFOA via de lucht terechtgekomen in het milieu. Naar aanleiding hiervan vragen mensen met een moestuin in de buurt van het bedrijf zich af of het veilig is om zelfgeteelde groenten te eten. De grenswaarden die voor de blootstelling van GenX en PFOA gelden, worden via voedsel niet overschreden, zo blijkt uit onderzoek van het RIVM. Omwonenden komen echter ook via lucht en drinkwater in aanraking met de stoffen. Daarom adviseert het RIVM om moestuingewassen die binnen een straal van 1 kilometer van het bedrijf zijn geteeld, met mate te consumeren (niet te vaak of te veel). Daar zijn wat hogere concentraties aangetroffen. Buiten dit gebied zijn de concentraties dermate laag dat de gewassen veilig kunnen worden gegeten, ook in combinatie met andere blootstellingsbronnen. De basis van dit onderzoek is de berekening van de blootstelling aan GenX en PFOA via zelfgeteelde groenten bij mensen met een moestuin binnen een straal van 4 kilometer rond de fabriek. Eind augustus 2017 zijn hiervoor op 10 locaties monsters van groenten genomen: in Dordrecht en Papendrecht op drie locaties en op vier in Sliedrecht. Als vergelijking is een locatie in Bilthoven onderzocht. Op alle locaties zijn van drie categorieën groenten (blad-, knol- en vruchtgroenten) monsters genomen. Op een van de locaties zijn ook nog twee fruitgewassen onderzocht. In totaal zijn 81 monsters geanalyseerd. In ongeveer 40 procent van de monsters rond de fabriek is GenX en/of PFOA aangetoond. In 14 procent van de monsters rond de fabriek is GenX aangetroffen in meetbare hoeveelheden en in 4 procent PFOA. Bij concentraties lager dan 1 nanogram per gram kan de precieze hoeveelheid niet worden aangegeven; alleen de constatering dat het erin zit. Op één locatie, minder dan 1 kilometer ten noordoosten van de fabriek, zijn hogere concentraties GenX in groente (in andijvie, bieten, selderij, sla en tomaten) en PFOA (in bieten) aangetroffen dan op de andere 9 locaties rond de fabriek. De hoogste concentraties zijn vervolgens gebruikt om de blootstelling te berekenen. Hierbij is aangenomen dat mensen hun leven lang dagelijks uitsluitend groenten uit hun eigen tuin eten. De uitkomsten zijn daardoor waarschijnlijk hoger dan de werkelijke blootstelling van GenX en PFOA bij moestuinhouders rond de fabriek. Onder deze worst-case-omstandigheden overschreed de blootstelling van beide stoffen via voedsel niet de grenswaarden die als veilig worden beschouwd (gezondheidskundige grenswaarden).
- Published
- 2020
44. Gezondheid in de IJmond II : Monitoring medicijngebruik 2007-2015
- Author
-
Houthuijs, DJM, Marra, M, de Vries, WJ, Aben, JMM, Swart, WJR, and Schipper, CMA
- Subjects
air pollution ,medication use ,luchtverontreiniging ,IJmond ,RIVM rapport 2019-0037 ,medicijngebruik - Abstract
De verstrekking van medicatie voor bepaalde aandoeningen in de regio IJmond lijkt verband te houden met de uitstoot van fijn stof door Tata Steel. Er zijn nog te veel onzekerheden om te kunnen concluderen dat de uitstoot de directe oorzaak is. Zo is er geen rekening gehouden met leefstijlfactoren die invloed hebben op de medicijnverstrekking, zoals overgewicht en roken. Het gaat om medicijnen voor een verhoogde bloeddruk, diabetes en hartaandoeningen. Er zijn geen aanwijzingen dat er meer medicatie voor luchtwegaandoeningen wordt voorgeschreven. Dit blijkt uit de tweede monitor van het RIVM, waarin gegevens over het medicijngebruik van omwonenden in de jaren 2007 tot en met 2015 zijn onderzocht. De monitor maakt deel uit van een langetermijnonderzoek naar de gezondheid van omwonenden. Dit is in 2009 in gang gezet naar aanleiding van zorgen van omwonenden over de risico's van de uitstoot van luchtverontreiniging door Tata Steel. Het RIVM heeft dat jaar de samenhang tussen de uitstoot van stoffen door Tata Steel, lokale milieukwaliteit en de gezondheid van bewoners onderzocht. Daaruit bleek dat door de bijdrage van Tata Steel aan de fijnstofniveaus in de lucht iets meer gezondheidsklachten bij omwonenden kunnen optreden. Ook bleek dat er in de IJmond relatief meer mensen longkanker hebben, maar het was niet mogelijk om dit zonder meer aan de uitstoot van Tata Steel toe te schrijven. De eerste monitor, waarvan de resultaten in 2014 verschenen, betrof het medicijngebruik van bloeddrukverlagende middelen en luchtwegmedicatie in de periode 2006-2010. Daarin vond het RIVM geen verband tussen de blootstelling aan luchtverontreiniging door Tata Steel en het gebruik van bloeddrukverlagende medicatie door volwassenen. Dit gold ook voor het gebruik van luchtwegmedicatie door volwassenen en jongeren. De methode van onderzoek was destijds minder gedetailleerd dan in de tweede ronde. Beide monitors zijn in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Water (IenW) uitgevoerd. Het RIVM onderzocht het medicatiegebruik. GGD Kennemerland rapporteerde namens de gemeenten in de regio over gegevens uit de lokale gezondheidsmonitor. Zij publiceerden ook de belangrijkste bevindingen over het medicatieonderzoek in maart 2018. Eventuele effecten van grafietregens zijn in deze tweede monitoringsronde niet onderzocht.
- Published
- 2020
45. Achtergrondbelasting fosfaat in de Maasregio
- Author
-
van der Grift, Bas, Spaak, Gemma, Rozemeijer, Joachim, and Schipper, Peter
- Subjects
Sustainable Soil Use ,Life Science ,Duurzaam Bodemgebruik - Abstract
De doelstelling van deze studie is te bepalen of er een relevante bijdrage is van (semi)natuurlijke fosfaatbronnen (achtergrondbelasting) in het Maas stroomgebied. Indien dit het geval is, dan kan de waterkwaliteitsbeheerder dit meenemen bij het bepalen van de waterkwaliteitsdoelen.
- Published
- 2020
46. Kwaliteit van BRO grondwatersamenstelling en grondwaterputten: logische validatieregels
- Author
-
Peter Schipper, J.D. Bulens, M. Knotters, and Wies Vullings
- Subjects
Sustainable Soil Use ,Database ,Water en Landgebruik ,Computer science ,Applied Spatial Research ,Water and Land Use ,Base (topology) ,computer.software_genre ,Fuzzy logic ,Bodem, Water en Landgebruik ,Set (abstract data type) ,Soil ,Soil, Water and Land Use ,Bodem ,Life Science ,Duurzaam Bodemgebruik ,computer ,Ground water level - Abstract
Rijkswaterstaat would like to check the data on groundwater composition and ground water level monitoring wells receiving from third parties before uploading to the key registration subsoil as part of the Dutch system of Base Registers (BRO: Basis Registratie Ondergrond). Together with the experts of Rijkswaterstaat the quality criteria and corresponding norms are defined. Based on this both Boolean and Fuzzy logic rules for validation are set. Rijkswaterstaat wil de grondwatersamenstellingsdata en de data over grondwaterputten die zij van opdrachtnemers krijgen eerst controleren voordat ze deze data aanleveren aan de landelijke voorziening van de Basisregistratie Ondergrond. Gezamenlijk met de experts van RWS zijn de kwaliteitscriteria en bijbehorende normen die gelden voor deze data vastgesteld. Op basis hiervan zijn tweewaardige en meerwaardige logische validatieregels opgesteld.
- Published
- 2020
47. Water-en nutriëntenbalansen oppervlaktewater Flevoland : Water-en nutriëntenbalans en aansluitende analyse herkomst stikstof-en fosforbelasting oppervlaktewaterlichamen in het beheergebied van Waterschap Zuiderzeeland
- Author
-
Erwin van Boekel, Leo Renaud, Rob Hendriks, P.N.M. Schipper, and Leonne Jeurissen
- Subjects
Sustainable Soil Use ,Life Science ,Duurzaam Bodemgebruik - Abstract
De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) schrijft voor dat het oppervlaktewater in 2027 voldoende schoon en ecologisch gezond is. De waterschappen stellen samen met gebiedspartners doelen en maatregelprogramma’s op, die opgenomen worden in de nationale stroomgebiedbeheerplannen (SGBP’s). Inmiddels bereiden de waterschappen zich voor op de besluitvorming voor SGBP3 (2022-2027). Waterschap Zuiderzeeland wil in dit kader beter inzicht krijgen in de nutriëntenbelasting en de herkomst van de nutriënten in hun lijnvormige oppervlaktewateren. Vanuit dit inzicht wil het waterschap weten hoe de belasting met maatregelen effectief kan worden teruggedrongen. In dit onderzoek is eerst de water- en nutriëntenbalans opgesteld voor twee pilotgebieden waarvoor gedetailleerde gebieds- en bedrijfsinformatie over de periode 2015-2017 is verzameld door het waterschap. Vanuit de hierin opgedane ervaring is voor het gehele beheergebied van Waterschap Zuiderzeeland de water- en nutriëntenbalans opgesteld met de methode KRW-ECHO. Hierbij is een ruimtelijke indeling gehanteerd van twaalf afwateringsgebieden (vanggebieden) die nagenoeg samenvallen met de KRW-waterlichamen. De stikstof- en fosforbelasting en retentie zijn berekend voor de periode 2010-2017. De belasting wordt vooral bepaald door af- en uitspoeling uit landbouwgronden en in de zomer ook door waterinlaat. Na validatie van de berekende water- en nutriëntenbalansen aan de beschikbare metingen is de herkomst van de nutriënten verder uitgesplitst. De mestgiften zijn in veel gebieden de belangrijkste bron. Andere belangrijke bronnen zijn kwel, nalevering uit landbouwbodems, inlaat Rijkswater, uitspoeling uit natuurgronden en stedelijk gebieden afvalwaterzuiveringsinstallaties (AWZI’s). De verhoudingen hiervan verschillen per gebied.
- Published
- 2020
- Full Text
- View/download PDF
48. Gebiedsanalyse nutriënten in oppervlaktewateren Gelderse Vallei en oostzijde Utrechtse Heuvelrug : studie naar herkomst, bronnen en routes van stikstof en fosfaat en maatregelen om de KRW-opgave daarvan voor doelbereik van de KRW in te kunnen vullen
- Author
-
Luuk van Gerven, Leo Renaud, P.N.M. Schipper, Herman Agricola, and Erwin van Boekel
- Subjects
Sustainable Soil Use ,Life Science ,Regional Development and Spatial Use ,Duurzaam Bodemgebruik ,Regionale Ontwikkeling en Ruimtegebruik - Abstract
In dit onderzoek is de belasting en herkomst van de nutriënten met de methode KRW-ECHO gekwantificeerd voor de periode 2000-2017 voor de waterlichamen in de Gelderse Vallei en de oostzijde van de Utrechtse Heuvelrug.
- Published
- 2020
49. Waterkwaliteit en nutriëntenbalansen Waterschap Hollandse Delta : Analyse van de nutriëntenbelasting, herkomst, achtergrondbelasting en effecten van landbouwmaatregelen in het beheergebied van Waterschap Hollandse Delta
- Author
-
P.N.M. Schipper, Leo Renaud, and Erwin van Boekel
- Subjects
Sustainable Soil Use ,Life Science ,Duurzaam Bodemgebruik - Abstract
De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) schrijft voor dat het oppervlaktewater in 2027 voldoende schoon en ecologisch gezond is. In veel Nederlandse wateren is de nutriëntenbelasting (nog) te hoog om de KRW-doelen te halen. Het Waterschap Hollandse Delta analyseert haar watersystemen om beter inzicht te krijgen in de (on)mogelijkheden om de ecologische toestand te verbeteren. Ter ondersteuning van deze analyse is in dit onderzoek de nutriëntenbelasting en herkomst voor de periode 2006-2013 gekwantificeerd voor de regionale wateren in Voorne-Putten, Hoeksche Waard en Goeree-Overflakkee. Hiertoe zijn in samenwerking met het waterschap de ruimtelijke grenzen van de afwateringsgebieden bepaald en is met de methode ECHO voor deze gebieden een water- en nutriëntenbalans opgesteld. Voor de afwateringsgebieden op IJsselmonde en het Eiland van Dordrecht zijn de belasting en herkomst op een meer globaal niveau gekwantificeerd.Op basis van de herkomst in het zomerhalfjaar zijn voor de KRW-waterlichamen de achtergrondbelasting en achtergrondconcentraties afgeleid door onderscheid te maken tussen antropogene bronnen en overige bronnen die beleidsmatig als natuurlijke of seminatuurlijk kunnen worden beschouwd. Ook is gekwantificeerd hoeveel de af- en uitspoeling uit landbouwgronden afneemt aan het einde van de KRW-planperiode, uitgaande van het generieke mestbeleid conform het 5e NAP en is een scenario berekend waarin diverse DAW-maatregelen worden genomen. De nutriëntenbelasting komt voor een groot deel door af- en uitspoeling van nutriënten vanuit landbouwgronden. Voor stikstof wordt de af- en uitspoeling vooral bepaald door actuele bemesting en in iets mindere mate door (seminatuurlijke) nalevering van de bodem. Voor fosfor wordt de af- en uitspoeling vooral bepaald door historische mestgiften, nalevering uit de landbouwbodem en kwel. RWZI’s hebben slechts in een paar afwateringsgebieden invloed. Andere belangrijke bronnen zijn inlaatwater en stikstofdepositie op open water. In het zomerhalfjaar wordt op Goeree-Overflakkee en Voorne-Putten veel water ingelaten, waardoor de bijdrage hiervan relatief groot is. Op basis van de herkomstanalyse zijn hoge percentages berekend voor de achtergrondbelasting en hiermee ook hoge achtergrondconcentraties van het oppervlaktewater. Met het generieke mestbeleid conform het 5e NAP neemt de af- en uitspoeling uit landbouwgronden tot enkele procenten af. Voor stikstof kan – met een hoge implementatiegraad van Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW)-maatregelen – de af- en uitspoeling duidelijk verder afnemen, maar voor fosfor biedt dit weinig potentie.
- Published
- 2020
50. Herkomst nutriënten Waterschap Drents Overijsselse Delta : Analyse van de herkomst van nutriënten in het oppervlaktewater, KRW-reductie opgave en maatregelen om de belasting te verminderen
- Author
-
Erwin van Boekel, P.N.M. Schipper, and Leo Renaud
- Subjects
Sustainable Soil Use ,Life Science ,Duurzaam Bodemgebruik - Abstract
De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) schrijft voor dat het oppervlaktewater in 2027 voldoende schoon en ecologisch gezond is. De waterschappen maken hiervoor stroomgebiedsbeheerplannen (SGBP’s) waarin ze beschrijven welke maatregelen ze nemen om deze waterkwaliteitsdoelen te behalen. Inmiddels bereiden de waterschappen zich voor op de besluitvorming voor SGBP3 (2022-2027). Waterschap Drents Overijsselse Delta (WDOD) wil in dit kader beter inzicht krijgen in de nutriëntenbelasting en de herkomst van de nutriënten in hun wateren. Vanuit dit inzicht wil het waterschap weten hoe de belasting met maatregelen effectief kan worden teruggedrongen.In dit onderzoek is de nutriëntenbelasting van het oppervlaktewater voor de periode 2010-2017 gekwantificeerd voor de waterlichamen Drentse Kanalen, Meppelerdiep, Wold Aa, Reest, Oude Vaart, Oude Diep, Raalterwetering en Nieuwe Wetering (Boven- en Benedenloop). Voor deze waterlichamen zijn de vanggebieden (afwateringsgebieden) geografisch bepaald en is in nauwe samenwerking met de hydrologen van het waterschap de stromings- en afwateringsrichting in de zomer en winter bepaald. Met deze informatie is de bronnenanalyse uitgevoerd met de methode ECHO. Hiermee zijn de nutriëntenbelasting van het oppervlaktewater, de herkomst daarvan en de retentie van de nutriënten in het oppervlaktewater gekwantificeerd. De belangrijkste bronnen zijn uit- en afspoeling vanuit landbouwgronden, RWZI’s en inlaat. De verhoudingen hiervan verschillen sterk per deelstroomgebied. In de zomer wordt water ingelaten, hetgeen invloed heeft op zowel de stromingsrichting (tegenstelde richting als in het winterhalfjaar) als de nutriëntenbelasting (vracht en herkomst). Vanuit deze inzichten is berekend wat het effect is van twee typen emissie-reducerende maatregelen op de nutriëntenbelasting: verbetering van rioolwaterzuiveringen (RWZI’s) (schoner effluent) en maatregelen die passen in het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer.
- Published
- 2020
- Full Text
- View/download PDF
Catalog
Discovery Service for Jio Institute Digital Library
For full access to our library's resources, please sign in.