Search

Hypertensie is een veel voorkomend gezondheidsprobleem en de meest voorkomende risicofactor voor hart- en vaatziekten (HVZ) bij patienten van > 50 jaar. (Roken wordt hier buiten beschouwing gelaten). Richtlijnen voor behandeling kunnen de kwaliteit van zorg verbeteren en een bijdrage leveren aan beperking van de kosten van de gezondheidszorg.

Sinds de introductie van OAC – begin jaren ’60 – hebben naar schatting 300 miljoen vrouwen ‘de pil’ geslikt. Vele studies zijn gedaan om een mogelijk verband tussen pilgebruik en kanker aan te tonen.

Genitale herpes is een belangrijk gezondheidsprobleem en is wereldwijd de belangrijkste oorzaak van genitale ulcera. In deze ‘Clinical Review’ worden de evidence-based richtlijnen van de BASHH (British Association for Sexual Health and HIV), de CDC (Centers for Disease Control and Prevention) en andere expertgroepen weergegeven.

Artsen zijn over het algemeen terughoudend met het voorschrijven van medicijnen ter behandeling van obesitas ondanks de beschikbaarheid ervan. Mogelijk spelen slechte ervaringen met amfetamine-achtigen een rol.

Halitosis komt veel voor: in de westerse wereld heeft 8 tot 50% van de mensen in alle leeftijdsgroepen er met een zekere regelmaat last van. Is de halitosis ernstig en/of langdurig, dan kan dit een nadelige invloed hebben op het zelfvertrouwen en sociale contacten.

Circa 50% van de vijf miljoen patienten met hartfalen in de Verenigde Staten heeft diastolisch hartfalen, gedefinieerd als klinisch hartfalen met een (bijna) normale ejectiefractie (LVEF), dat wil zeggen van > 45%.

In geindustrialiseerde landen hangt 20% van de verkeersongelukken samen met slaperigheid/in slaap vallen achter het stuur.

Circa 9% van de zwangerschappen (wereldwijd) wordt gecompliceerd door te hoge bloeddruk en is geassocieerd met maternale en foetale morbiditeit en mortaliteit, veelal op basis van pre-eclampsie. De enige effectieve therapie is bevallen.

In een overzichtsartikel bespreken Thomas en Weisman het effect van calciumsuppletie. Calcium is een essentiele component voor bot en draagt voor 1 a 2% bij aan het lichaamsgewicht. Alle calcium moet met de voeding worden opgenomen: het lichaam maakt zelf geen calcium. Achtennegentig procent van het calcium wordt opgeslagen in ons skelet.

Het gebruik van magnesiumsulfaat (MgSO4) is een van de vele behandelingsmogelijkheden bij een astma-exacerbatie. Er is nog weinig bekend over de effectiviteit van MgSO4 in vernevelde vorm als aerosol, maar intraveneus toegediend is het effectief gebleken. Een astma-exacerbatie wordt gekenmerkt door een acuut optredende bronchusobstructie op basis van een ontstekingsreactie van de (lagere) luchtwegen. De gebruikelijke therapie bestaat uit toediening van beta-2-agonisten, vrijwel altijd per inhalatie. Deze is echter niet altijd voldoende om de bronchusobstructie en de inflammatie voldoende te reduceren. MgSO4 is een middel dat mogelijk een aanvullende waarde heeft bij de behandeling van een astma-aanval. Het heeft een relaxerend effect op het gladde spierweefsel. Ook speelt magnesium een rol op het niveau van de cellulaire homeostase en is het betrokken bij het vrijkomen van acetylcholine en histamine. Bovendien heeft het een anti-inflammatoir effect bij volwassenen met astma.

Sinds de jaren ‘80 is voor de acute behandeling en secundaire preventie van hart- en vaatziekten (HVZ) acetylsalicylzuur een kosteneffectieve en relatief veilige therapie. Voor de primaire preventie van HVZ blijft acetylsalicylzuur controversieel: 4 van de 5 grote gerandomiseerde onderzoeken lieten een reductie van myocardinfarcten zien, echter geen vermindering van cardiovasculaire sterfte of CVA.

Een groep Franse onderzoekers doet verslag van hun onderzoek naar het effect van cholesterolverlagende middelen (‘lipid lowering agents’: LLA's) met betrekking tot de streefwaarde(n).

Chronisch obstructieve longziekte (COPD) gaat vaak samen met hartaandoeningen die gunstig beinvloed worden door β-blokkers. Van β-blokkers is bekend dat zij een nadelige invloed hebben op de hoeveelheid lucht die in een seconde geforceerd wordt uitgeademd (FEV1) en op bronchiale hyperreactiviteit (BHR). Tot nu toe is er veel onderzoek gedaan naar het effect van β-blokkers op de FEV1 COPD. Er werd tot dusver echter niet gekeken naar de invloed op de BHR. In een dubbelblind, placebogecontroleerd, gerandomiseerd klinisch onderzoek werd nagegaan wat de effecten waren van een drietal β-blokkers-propranolol, metoprolol en celiprolol - op de FEV1 de BHR bij patienten met een milde tot matig ernstige irreversibele COPD. Propranolol is een niet-selectieve β-blokker in tegenstelling tot metoprolol en celiprolol.

De meeste antibiotica worden voorgeschreven in de eerste lijn en het merendeel hiervan voor luchtweginfecties. Klinische richtlijnen ontraden routinematig voorschrijven van antibiotica bij bovensteluchtweginfecties, keelpijn/keelontsteking en otitis media acuta. Lagere luchtweginfecties worden onderverdeeld in acute bronchitis – waarvoor antibiotica niet worden aanbevolen – en pneumonie, waarvoor antibiotica wel worden geadviseerd.

Pityriasis rosea (PR) is een acute dermatitis die regelmatig voorkomt bij kinderen en adolescenten, vooral in voor- en najaar. De primaire laesie is de ‘plaquemere’, een ovale iets schilferende laesie met een diameter van 2 a 5 cm. Na enkele dagen ontstaan de symmetrisch op de romp gelokaliseerde lenticulair tot nummulair grote ovale erythemateuze maculae met fijne schilfering. Iedere huisarts kent dit vrij typische beeld.