Search

Sinds een aantal jaren neemt particuliere natuuraanleg deels de plaats in van grondaankopen door de overheid. De deelname van particulieren aan natuuraanleg blijft echter achter bij de verwachtingen. Ook blijkt de belangstelling bij particuliere grondeigenaren onvoldoende om het beleidsdoel van 42.770 ha in 2018 te realiseren.

Mengteelten, zoals gerst-erwt of rogge-erwt, vergroten de biodiversiteit van akkers. In dit artikel is de belevingswaarde van dergelijke akkers beschreven. Een vraag die hierbij aan de orde komt is of dergelijke biodiverse akkers ook de waarde van het Nederlandse landschap vergroten.

Ouderen hebben vaak zorg nodig. Doordat het platteland sneller vergrijst dan andere gebieden neemt de vraag naar zorg hier sterker toe. Het tekort aan vrijwilligers op het platteland leidt ertoe dat de informele zorg en daardoor de leefbaarheid onder druk komen te staan. Voor het werven van potentiële vrijwilligers moeten vrijwilligersorganisaties en overheid voorwaarden creëren waardoor de potentiële vrijwilligers daadwerkelijk actief worden.

De ‘koe in de wei’ is de laatste jaren uitgegroeid tot een belangrijk politiek en maatschappelijk onderwerp. Verschillende betrokken partijen zijn steeds vaker op zoek naar mogelijkheden om weidegang te stimuleren. Slechte verkaveling is vaak de meest belangrijke belemmering voor weidegang. Creatieve bedrijfsvoering kan hier oplossingen voor bieden

Wandelpaden op land- en tuinbouwbedrijven verbeteren de toegang tot het landelijk gebied. Als 4% van alle boeren en tuinders zo’n pad aanleggen, kan er 1.500 km wandelpad bij komen. Een stabiele regelgeving en een adequaat vergoedingssysteem zijn belangrijke voorwaarden voor de agrariërs.

Wonseradeel-Noord en Twijzel-Buitenpost, twee agrarische gebieden in Friesland, kunnen als voorbeeld dienen voor het drielagenmodel van Minister Veerman. Het ene gebied heeft kansen voor agrarische productie voor de wereldmarkt en het andere is door natuurlijke handicaps aan beperkingen gebonden. Dit artikel brengt de ontwikkelingen en perspectieven in beeld.

Boeren willen doorgaan met agrarisch natuurbeheer op hun bedrijf. Naar schatting een op de vier bedrijven doet aan natuur. Vaak spelen financiële motieven een rol bij de deelname, maar ook de interesse voor natuur en de inpasbaarheid in het bedrijf zijn belangrijk. Bij de grotere bedrijven speelt natuurbeheer een rol bij de continuïteit van het bedrijf, bij de kleinere juist bij de geleidelijke afbouw.

Veel beleid van het ministerie van LNV wordt uitgevoerd op gebiedsniveau. Daarentegen worden keuzes over subsidies voor het landelijk gebied vooral genomen op EU- of rijksniveau. Het meeste geld dat via LNV-regelingen in het gebied 'De Venen' komt, stuurt niet op gebiedskwaliteit.

Dit artikel beschrijft de moeilijkheden van decentrale overheden, zoals gemeenten, rond de interpretatie en de implementatie van de Flora en faunawet. De manier van interpretatie van deze wet kan bijvoorbeeld grote gevolgen hebben voor de ontwikkeling van industrie- en bedrijventerreinen. De decentrale overheden wensen een heldere wetgeving en een actiever beleid met betrekking tot de implementatie van de wet vanuit het ministerie van LNV.

In dit artikel zijn twee inrichtingsvarianten van het Apeldoorns Kanaal met behulp van een Maatschappelijke Kosten-Baten Analyse doorgerekend: een rode variant met functies als wonen en infrastructuur en een groene variant met natuurontwikkeling en waterkwaliteit als hoofddoel.

Nieuwe melkveehouders in de Veenkoloniën zijn doorgaans tevreden over hun verhuizing. Een overgroot deel van de verplaatste bedrijven is op eigen initiatief weg gegaan vanuit het oorsprongsgebied. Het teruglopende voorzieningsniveau in de dorpen baat de nieuwe vestigers echter wel zorgen.

Wat beweegt de Nederlandse landbouw? Welke lijnen zijn hierin te onderscheiden? Wat betekent dit ruimtelijk en hoe is dit bij te sturen?

Het aantal land- en tuinbouwbedrijven daalt al decennia lang. In 2003 zijn er, volgens voorlopige uitkomsten van de CBS- landbouwtelling, nog ruim 85.000 bedrijven. Die aanhoudende daling is onder meer een gevolg van het grote verschil tussen de verkoopprijs van het bedrijf en de waarde bij voortzetting van dat bedrijf als inkomensbron voor de ondernemer.

Het ontwikkelen van nieuwe natuur- en landschapselementen en het onderhouden van bestaande elementen kunnen uitgroeien tot een volwaardige alternatieve bedrijfstak voor de agrarische sector.

De ruimtedruk in Nederland is hoog. Zowel in stedelijke als in landelijke gebieden wordt beslag gelegd op ruimte door middel van diverse bestemmingsplannen.

In Natuurbalans 2002 is het effect van agrarisch natuurbeheer op de vitaliteit van de landbouw geanalyseerd. De gedachte hierbij is dat een vitaal platteland gebaat is bij een rendabele landbouw.

Het beleid ziet groene diensten steeds meer als mogelijke economische drager voor een gebied naast de gangbare landbouwproductie.

Als onderdeel van de hervorming van het Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (Mac Sharry) is in 1992 de braakleggingsregeling gewijzigd.

Het agrarische cultuurlandschap in Nederland, in de volksmond ook wel 'landelijk gebied' of 'platteland' genoemd, staat onder druk. De overheid is niet gelukkig met deze ontwikkeling en probeert het gebied in te richten naar de wensen van gebruikers.

De Raad Landelijk Gebied heeft recent een advies over de gewenste ontwikkeling van de landbouw in het Groene Hart van de Randstad in 2040 uitgebracht. Hiertoe heeft het LEI het bestaansrecht, de autonome kracht en de perspectieven van de landbouw voor de verschillende deelgebieden van het Groene Hart in kaart gebracht. Dit artikel geeft de belangrijkste conclusies uit het LEI rapport weer

Vroeg of laat krijgt elke ondernemer er mee te maken: de bedrijfsbeëindiging. Voor sommigen is het een strategisch genomen beslissing, anderen worden er toe gedwongen. Een deel van de ondernemers heeft moeite met het accepteren er van. Een goede planning en bewustwording van het proces in financieel, sociaal en emotioneel opzicht kan vaak een problematisch einde voorkomen