Search

Het Groene Hart heeft potentie als kanogebied. Binnen dit onderzoek is ingezoomd op de Krimpenerwaard en hoe dit gebied op de kaart gezet kan worden als kanogebied. De factoren die een kanogebied succesvol maken zijn een waterrijke, rustige omgeving, een gevarieerde en bijzondere natuur, goede aanwezige voorzieningen voor kanovaarders, een lang netwerk aan vaarwegen, een diversiteit aan arrangementen en activiteiten en meerdere bezienswaardigheden langs de route.

De aanleiding van het project is een vraagstuk vanuit de Dorpsraad Noorden. De Dorpsraad Noorden wil onderzoeken of ze met de aanwezige en mogelijk te telen biomassa een CO2 neutraal dorp kunnen worden. Hierdoor willen ze een bijdrage leveren aan de verbetering van het klimaat. Het doel van dit project is het verduurzamen van het dorp Noorden door te kijken naar mogelijkheden van biomassaverwerking afkomstig uit de landbouw en natuursector. Om dit doel te bereiken is gekeken naar kansen en mogelijkheden voor de aanwezige stromen biomassa. Vervolgens is gezocht naar scenario’s die kansrijk zijn om economische waarden te creëren voor de boeren, natuurbeheerders en inwoners van Noorden en omgeving.

Dit onderzoek is uitgevoerd voor de stichting NNTTM, een vrijwilligersorganisatie die zich inzet voor het herstel en de omvorming van het oude stationsgebouw in Zuidbroek naar een modern museum. Deze stichting had hun project aangeboden bij de werkplaats Veenkoloniën, een verzameling van gemeenten en instanties om projecten zoals deze met lokaal talent aan te kunnen pakken. Er is vastgesteld dat wanneer een museum attractief uitnodigend is voor kinderen, het museum winst oplevert bij scholen. Dat betekende dat er nagegaan moest worden hoe kinderen een dergelijk bezoek als leuk kunnen ervaren: wat is de ‘entertainment’ factor voor kinderen? Zolang kinderen die factor niet beleven bij een museum zullen ze snel terug vallen op hun vooroordeel dat een museum saai en stoffig is. Er wordt vanuit scholen geprobeerd om kinderen te motiveren om musea te bezoeken, door middel van lessen zoals bijvorbeeld die van culturele en kunstzinnige vorming. Een belangrijk resultaat uit het onderzoek is het gelimiteerde budget van scholen. Uit interviews is gebleken dat scholen weinig tot geen budget hebben om uitstapjes te kunnen maken naar educatieve musea.

"Peat Valley, the Golden Triangle" is een Europese Partnership projectaanvraag om tot een netwerk te komen van de Noord-Europese Veengebieden. Zeg maar van Galway, Ierland tot Moermansk in Rusland. De gemeenschappelijke deler in het project is de Bio Based Agribusiness., The PEAT Lands and Regions are associated with some of the world’s last as well as some of its most productive ecosystems, and they are found from high cold-temperate latitudes to the tropics. Peat lands are wetland ecosystems that are characterized by the accumulation of organic matter, which is produced and deposited at a greater rate than it is decomposed, leading to the formation of peat. Over 90% of peat lands are in the temperate and cold belt in the Northern Hemisphere. The remaining area is concentrated in tropical and sub-tropical latitudes, much of it under forest.

Doesburger Eng is a rural community located between Ede and Lunteren, with the Doesburger Mill as the icon of the area. It has a well preserved historical agricultural landscape that is worth to preserve and to develop. The Foundation Buurtschap Doesburger Eng (SBDE) is a local organisation for strengthening social cohesion in the area and is responsible for restoration of original background and retain the regional identity. The change by farmers from traditional cereals to more profitable maize production has negatively changed the Doesburger Eng from its open and attractive landscape and loss of its unique cultural (historical) heritage. Furthermore, the entrepreneurs and the Foundation are looking for new business models which support the values of the Doesburger Eng.

Het Glastuinbouwgebied de Buitenvaart is een gebied dat voor veranderingen staat. Een aantal van de mogelijkheden van gebied en ondernemers wordt samen met studenten van CAH Vilentum verder verkend. In het afgelopen studiejaar is door internationale studenten regionale gebiedsontwikkeling al een kleine marktverkennng uitgevoerd naar marktpotentie voor regionaal voedsel in Almere. Komend studiejaar zullen andere studenten verder aan de slag gaan met en voor de ondernemers en het gebied, dit in samenhang met het Plan van Aanpak dat is geschreven.

Inwoners van Groningen, Friesland en Drenthe vinden dat schaalvergroting in de landbouw onder voorwaarden mogelijk is, intensieve veehouderij wordt kritisch beoordeeld en consumenten worden gezien als de drijvende kracht achter verduurzaming van de landbouw. Dit blijkt uit de landbouwenquête die door de noordelijke natuur- en milieufederaties en LTO Noord in samenwerking met het Dagblad van het Noorden en de Leeuwarder Courant is uitgevoerd. Bijna 4.250 mensen hebben de vragenlijst ingevuld.

Zuidwest-Nederland is koploper op het gebied van biobased economy. Met aanwezigheid van een grote agro- en chemische sector, de gunstige geografische ligging (as Antwerpen – Rotterdam), de aanwezigheid van diepzeehavens en de samenwerking tussen multinationals, MKB, kennisinstellingen en overheden is de regio ondernemend, onderscheidend én toepassingsgericht. Onder de noemer Biobased Delta wordt gezorgd voor verdere ontwikkeling van deze samenwerking en het versterken van de koploperspositie. Het businessplan Biobased Delta 2013-2016 is een vervolg op de ontwikkelstrategie ‘Agro meets Chemistry’ uit 2010 waarin de lange termijn visie is verkend om de biobased economy in Zuidwest-Nederland een impuls te geven. Met het businessplan worden de ambities concreter ingevuld en wordt aangegeven wat de accenten zijn voor de komende jaren om als Biobased Delta de koppositie waar te maken en verder in te vullen.

Het rapport betreft een groene ruimte tussen Borne en Almelo, Groene Poort genaamd. Advies voor de gemeente Borne waarbij met behulp van de ontwikkeling van streekproductie de kleinschalige landbouw, het bijbehorende landschap, de recreatie en het toerisme in De Groene Poort behouden en versterkt wordt. Het gaat hier om een onderzoek in landschap in combinatie met streekproductie, recreatie en toerisme in combinatie met streekproductie en een onderzoek omtrent de streekwinkel.

De doelstelling van dit onderzoek is: Het (her-)kennen van mogelijke kansen op versterking van recreatie in Nieuwkoop ten behoeve van werkgelegenheid en economie, door marktonderzoek middels literatuuronderzoek en interviews inzicht te verkrijgen in wensen en behoeften van recreanten in Nieuwkoop

In de regio Bovenlanden van Aalsmeer zijn lokale stakeholders op zoek naar nieuwe mogelijkheden op het gebied van toerisme en vrijetijdsbesteding. Via deze mogelijkheden willen ze de regio een nieuwe economische impuls geven. In dit rapport worden aanwezige problemen aan het licht gebracht en worden nieuwe ideeën geopperd om in deze regio de activiteiten voor toeristen en dagrecreanten verder te ontwikkelen. Bij het ontwerpen van de aangedragen ideeën, is in het achterhoofd rekening gehouden met het feit dat het karakter van het landschap niet veranderd mag worden. Door middel van een literatuurstudie, een stakeholder analyse en zeven interviews met stakeholders is de huidige situatie geanalyseerd. Aan de hand van de resultaten zijn suggesties gemaakt om een netwerk van alle stakeholders te ontwikkelen en om verschillende (bestaande) activiteiten te combineren en in één pakket aan te bieden. Het rapport sluit af met enkele ideeën die zouden kunnen bijdragen aan de verbetering van toeristische en vrijetijdsactiviteiten in Aalsmeer., In the area Bovenlanden van Aalsmeer, local stakeholders are looking for new opportunities in the leisure and tourism sector in order to contribute to an economic boost in the region. This report identifies existing problems and proposes new ideas for the region to further develop its tourism and leisure activities, with landscape conservation as a guiding principle. A literature review, stakeholder analysis and seven interviews with stakeholders were conducted to analyze the current situation and to develop new ideas. The results suggest to build a network among all stakeholders and to arrange combined activities for tourists. The report ends with the outline of creative ideas, which could contribute to improve leisure and tourism activities in Aalsmeer.

Onderzocht is wat de belangrijkste en meest vergevorderde biobased activiteiten van dit moment zijn. Verder is een inventarisatie gemaakt van de ligging en beschikbare reststromen van de gemeente Nieuwkoop. Met die inventarisaties is een analyse gemaakt waarin gekeken wordt welke biobased activiteiten het best toepasbaar zijn in de gemeente Nieuwkoop. Dit is gedaan aan de hand van de volgende elementen: opbrengst, kosten, geografische kenmerken, horizonvervuiling vrij, geschikte infrastructuur, haalbaarheid en de 12 f-en ladder van Sanders. Dit leidde tot tabellen die, na berekening van waarderingen, geleidt hebben tot een top drie van beste mogelijkheden. De resultaten zijn ingedeeld in drie categorieën: biobased activiteiten, reststromen en biomassa. Bij de drie categorieën is er een top 3 tot stand gekomen door de verschillende elementen binnen de categorieën met elkaar te vergelijken.

In dit onderzoek wordt de relatie tussen regionaal economische omstandigheden en regionale bevolkingsdaling onderzocht. Het onderzoek gebeurt op basis van bevolkingsaantallen, het binnenlands migratiesaldo, werkgelegenheidscijfers, werkloosheidspercentages en toegevoegde waarde in de 40 COROP-regio’s in Nederland in de periode van 1998 tot 2008.

In de gemeente Twenterand vinden een aantal ontwikkelingen plaats, zoals vergrijzing, krimp en bedrijfsbeëindigingen van agrariërs. Daarom heeft de gemeente zich ten doel gesteld om een Plattelandsvisie 2025 op te stellen. Deze visie zal mede als input gaan dienen voor een actualisatie van het Bestemmingsplan Buitengebied. Aan studenten van de Hogeschool Van Hall Larenstein te Velp is gevraagd om bouwstenen aan te leveren voor het opstellen van deze plattelandsvisie vanuit één van de hoofdthema’s: sterker sociaal landelijk gebied; economisch sterker landelijk gebied; duurzaamheid met betrekking tot natuur, landschap en energie.

Dit document is een gebiedsanalyse en aanbeveling voor de Visie voor het Landelijk Gebied Twenterand. Opgesteld door Van Hall Larenstein, op verzoek van gemeente Twenterand en Groen Kennispoort Twente. De “multifunctionele Streektuin” combineert sociale aspecten met kleinschalige landbouw. Deze combinatie maakt het mogelijk om zorg, educatie, dagbesteding en bijvoorbeeld sociale werkvoorziening op één of meerdere erven samen te brengen. De boer/ondernemer verhuurt, verpacht of verkoopt grond en/of gebouwen aan de instanties waarmee een samenwerking wordt aangegaan.

Brochure met toelichting op de plannen voor een Energie Conversie Park (ECP) concept afgestemd op de mogelijkheden van het industrieterrein Moerdijk. Dit document is gemaakt in het kader van het ECP project, april 2010 - mei 2013.

In de komende paar jaren komen er veel veranderingen op het buitengebied van Twente af. Vooral het nieuwe Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) zal van invloed zijn op de regio. Dit rapport beantwoordt de vragen welke trends er op de regio afkomen, en hoe de Twentse gemeenten kunnen inspelen op de veranderingen. Er zijn drie literatuuranalyses uitgevoerd: over de belanghebbenden, het gebied, en de trends. Hiernaast zijn interviews gehouden met verschillende betrokkenen over de effecten van het GLB en de gewenste anticipatie hierop door gemeenten en andere partijen. Enkele conclusies zijn dat er verschillende voordelen behaald kunnen worden bij samenwerking tussen de Twentse gemeenten, dat er goede gemeentelijke visies moeten komen voor het buitengebied en dat agrariërs ruimte moeten krijgen voor verbreding en vergroting om hun bedrijven in stand te houden, maar dat zij vooral zelf ondernemerschap moeten tonen.

Het project ‘Stoken op Streekhout’ wil door krachtenbundeling van de drie agrarische natuurverenigingen een markt realiseren voor landschapshout als energieproduct. De medewerking van agrarische bedrijven is gewenst om de oogst locatie van het landschapshout en de afzet locatie bij elkaar te krijgen. Hierdoor kan transport worden beperkt en is opslag niet nodig. In dit project is de bereidheid van agrariërs om mee te werken aan dit project, door bij te dragen aan landschapsonderhoud of door te stoken op hout, onderzocht.

De huidige economische ontwikkelingen zetten juist de waardevolle cultuurhistorische kwaliteiten onder druk. Cultuurhistorische elementen uit het landschap zou leidinggevend moeten kunnen zijn bij herinrichting van cultuurlandschap. Voor de Veenkolonien is dat nu onderzocht. Met behulp van de Belvedere gedachte is gekeken naar het ontginningsaspect van het landschap.

Presentatie over de ontwikkelingen in Zuidwest Nederland, alsmede business opportunities.

Het Gebiedsjaarverslag is een belangrijke basis voor het ‘voorjaarsoverleg’, dat vanaf 2010 ieder jaar in maart plaatsvindt. Tijdens dit voorjaarsoverleg bespreken de gebiedsvoorzitters en Gedeputeerde Staten de stand van zaken in de uitvoering van het Programma Landelijk Gebied. Kempenland had in 2009 twee primeurs. De natte natuurparel ‘Beleven’ (85 ha) was de eerste natte natuurparel in Noord-Brabant die in zijn geheel is opgeleverd. Ook werd in Kempenland de eerste van de in totaal 57 Recreatieve Poorten in Brabant opgeleverd, namelijk die voor De Peelse Heide

The aim of this report is to analyse which perspectives there are for the nature development, energy production and water retention measures in the Veenkoloniën in line with the ‘houtskoolschets’ in order to maintain or even improve the regional economy.

Het onderzoek „topdorpen‟ wordt uitgevoerd namens het gebiedsplatform Alblasserwaard - Vijfheerenlanden door een stagiair van de opleiding Ruimtelijke Ordening & Planologie aan de hogeschool InHolland te Delft. De aanleiding is een persbericht van het ministerie van LNV uit November 2009 om plattelandsdorpen te willen ontwikkelen tot „topdorpen‟ om daarmee de krimp op het platteland tegen te gaan. Het doel van dit onderzoek is om de kansen voor de dorpen in de Alblasserwaard - Vijfheerenlanden hiervoor in kaart te brengen

Het gebiedsplatform Alblasserwaard-Vijfheerenlanden heeft in de visie voor het gebied aangegeven dat er vraag is naar een “Streeklift”. De minder mobiele en jongeren zouden graag gebruik gaan maken van deze mogelijkheid, omdat het bestaande openbaar vervoer niet voldoet aan de wensen van deze groep gebruikers. De streeklift is een manier om vragers en aanbieders van een lift in de regio aan elkaar te koppelen via een makkelijk te gebruiken internetsysteem.

Kamerik op de kaart is een stichting die zich als doel heeft gesteld; kleinschalige recreatieve activiteiten in de omgeving van Kamerik te promoten. Het lintdorp Kamerik is gelegen in de gemeente Woerden. Dit rapport heeft als doel om aanbevelingen te formuleren, waardoor de stichting Kamerik op de kaart zich beter kan profileren en onderscheiden ten opzichte van vergelijkbare initiatieven in de omgeving.

An exploration of possibilities to develop a cradle-to-cradle agropark in the Noordoostpolder region in the Netherlands.

Kaart met toeristische en recreatieve activiteiten in Leeuwarderadeel.

Het TransForum innovatief praktijkproject Zelfsturing en profit Noardlike Fryske Wâlden richt zich op de verwaarding van het gebied met haar kwaliteiten en op het realiseren van een passend (zelf)sturingsarrangement. In fase 1 (januari t/m juni 2008) werd geconcentreerd op het vaststellen van de potenties voor regionale ontwikkeling en zelfsturing. Hiervoor zijn de volgende activiteiten uitgevoerd door Wageningen Universiteit (leerstoelgroepen Bestuurskunde en Rurale Sociologie), Rijksuniversiteit Groningen (Mansholt leerstoel) en Alterra, Wageningen UR: Een sociaal-economische schets van het gebied op basis van gedetailleerd secundair materiaal; Een uitwerking van voorbeelden van zelfsturing en regionale ontwikkeling; Een literatuurstudie naar vormen van zelfsturing en condities waaronder deze functioneren; Een interviewronde met betrokkenen uit en bij het gebied de Noardlike Fryske Wâlden (actoren- en netwerkanalyse); en een analyse van Europees plattelandsbeleid en het streekplan, voor zelfsturing en ontwikkeling van de Noardlike Fryske Wâlden. In deze notitie staan de overkoepelende conclusies.

In deze notitie wordt ingegaan op hoe zelfsturing en zelfregulering te bezien zijn als vormen van sturing, hoe in de bestuurskundige en juridische literatuur over voor- en nadelen gedacht wordt en wordt behandeld onder welke condities zelfsturing wel of niet kan functioneren en welke algemene principes er zijn om tot zelfsturing te komen. Deze informatie wordt gekoppeld aan wat er anno 2008 aan zelfsturingsarrangementen bestaat in het gebied Noordelijke Friese Wouden. Doel hiervan is om vanuit de bestuurskundige en juridische literatuur het denken over nieuwe sturingsarrangementen in de Noordelijke Friese Wouden te ondersteunen.

In deze verkenning van de potenties voor zelfsturing in de Noordelijke Friese Wouden staan de volgende vragen centraal: Het gebied heeft al een lange geschiedenis wat zelfsturing betreft. Hoe zijn deze zelfsturing arrangementen tot stand gekomen en hoe worden ze door de betrokkenen beleefd. Wat betekent dit voor een vervolgtraject? Welke ambities staan betrokkenen voor ogen in hun streven naar verdergaande vormen van zelfsturing? Welke kansen zijn er voor de realisatie van deze zelfsturing ambities en welke hobbels moeten er genomen worden? Welke trajecten lijken kansrijk en hoe zien de contouren van een traject eruit om deze te realiseren?

Dit onderzoek richt zich op de waardering van het landschap van de Noordelijke Friese Wouden van door de bewoners van het gebied. Hiertoe is een telefonische enquête afgenomen onder bewoners van het gebied. De vragenlijst gaat over het landschap van het gebied tussen Twijzel en Buitenpost, een deel van de Noordelijke Friese Wouden, dat gekenmerkt wordt door een structuur van houtwallen. Het doel van de enquête is om inzicht te krijgen in de vraagkant van het landschap, ofwel: wat willen bewoners met het landschap?

Verslag van de bijeenkomst van de Regionale Alliantie Westerkwartier van 25 mei 2011. Thema: het voorbereiden van een gezamenlijk ontwikkelingsprogramma en daarbij de kracht van de regio zo goed mogelijk benutten.

Dit project richtte zich op ontwikkeling van de Vereniging Noordelijke Friese Wouden en haar relatie met provincie en ministerie. Het doel van de Vereniging was daarbij: Ruimte creëren voor zelfbeheer: het gebiedscontract met de verschillende overheden en een veranderde houding van de rijksoverheid ten aanzien van het gebied, o.a. door een tijdelijke ontheffing voor bovengronds mest uitrijden. Het effectief binnenhalen van subsidiestromen voor instandhouding van het landschap door boeren.

Als leerlingen van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden werken wij met verschillende minoren aan het project Jonge Friezen Foarut. In dit project wordt er aandacht besteed aan de bevolkingskrimp in de Friese gemeenten. Het doel van dit project is om te onderzoeken wat de jongeren nodig hebben om in Friesland te blijven wonen. Wat hebben de jongeren in op het gebied van welzijn, wonen, werken en weten nodig in de gemeente Franekeradeel zodat de jongeren ook in de toekomst in deze gemeente willen blijven wonen waardoor verder krimp in de gemeente Franekeradeel tegen kan worden gegaan? Op drie locaties is het gesprek aangegaan met jeugd: op school, op straat en op de soos.

Deze notitie is het verslag van een quick-scan van het Streekplan Fryslân (2007), bezien vanuit ruimte voor zelfsturing en regionale ontwikkeling.

Studie naar de visies op en valkuilen en knelpunten in het Agroparkproject Noordoostpolder (NOP) aan de hand van beschreven literatuur en de resultaten uit interviews.

Folder met informatie over Leeuwarderadeel.

Folder over Leeuwarderadeel.

De Plattelandsacademie is een proeftuin voor regionale ontwikkeling door regionale partners. Als vrije actor creëert de Plattelandsacademie in een aantal proefprojecten een speelveld om ‘het spel te leren spelen’ met als opbrengt concrete voorbeelden van regionale samenwerking én een werkwijze tot duurzame samenwerking.

Naar verwachting zal in 2025 nog maar 10% van de huidige boerenerven een agrarische bedrijvigheid voeren. De andere 90%, de zogenoemde VAB’s (vrijgekomen agrarische bebouwing), zal op andere wijze moeten worden ingevuld. Hoofdvraag aan Van Hall Larenstein is: : Bieden Streektuinen kansen ten aanzien van de leegloop en Vrijkomende Agrarische Bedrijven in de Gemeente Twenterand

Met de actualisatie van het Bestemmingsplan Buitengebied in 2014 in het vooruitzicht heeft gemeente Twenterand opdracht gegeven voor het verzamelen van een set aan uiteenlopende bouwstenen voor een op te stellen gebiedsvisie voor het landelijk gebied van Twenterand. Het onderzoek (mede in samenspraak met Groene Kennispoort Twente tot stand gekomen) richt zich op wat er, met betrekking tot het buitengebied, leeft onder de inwoners van Twenterand met een focus op de sociale aspecten. Hierbij wordt toegespitst op versterking van de sociale cohesie en daarmee ook de economische situatie in het buitengebied in de vorm van Modern Noaberschap, waarin de ANV Land & Schap de hoofdrol speelt. Deze jonge en nog kleine vereniging is geschikt als voortrekker van een georganiseerd samenwerkingsverband wat voor de gemeente als klankbord kan fungeren

Aanleiding: Leegloop landelijk gebied en verdwijning noaberschap in Twenterand. Doel: Bouwsteen leveren om tot een sociaal en economisch sterker platteland te komen.

Onder het motto ‘Vercoulen Verbindt’ is Jan Vercoulen met zijn team vanaf 1 september 2008 aan de slag geweest om "kennis, kunde en kassa" in de regio te bewerkstelligen. Het team heeft het afgelopen half jaar bijna 100 gesprekken gevoerd met personen en partijen om bestaande en nieuwe initiatieven in de regio op te sporen, te ondersteunen en zo mogelijk met elkaar te verbinden. Inzet is van meet af aan geweest het versnellen en versterken van de regionale ontwikkeling.

We leven in een samenleving waarin digitaal verkeer een steeds grotere rol gaat spelen. Multimedia als internet zijn overal beschikbaar. Bovendien worden mensen steeds mobieler en is afstand afleggen voor je werk geen uitzondering meer. In een samenleving waarin locatie geen grote rol meer speelt, is mobiliteit een belangrijke factor. Het wordt heel gewoon om zaken vanuit elders in Europa af te handelen, onderweg in de trein of misschien wel thuis vanaf de bank. Er wordt van werknemers en werkgevers verwacht dat ze erg flexibel zijn en overal ter plaatse kunnen komen. De infrastructuur zal intensiever worden gebruikt en de vraag naar energie is enorm toegenomen vanwege dit fysiek en digitaal verkeer. Bronnen voor fossiele brandstoffen zijn inmiddels bijna uitgeput waardoor de productie van duurzame energie economisch voordelig zal gaan worden. Wanneer een vestigingsregio niet voldoet aan de hoge eisen van deze flexibele samenleving zal het gemakkelijk buiten de boot kunnen vallen en niet mee kunnen dingen tegen de concurrentie van de overige regio’s. Samenwerken is hierin het sleutelwoord. De rol van de overheid wordt minder belangrijk. De overheid kan een richting aangeven, maar initiatieven zullen vaker bij private partijen liggen. In onze visie zullen de gemeentes zich elk specialiseren in hetgeen waar zij nu al in uitblinken en hierdoor samen een sterke regio vormen met een zeer diverse economie. Iedere gemeente ontwikkelt zich op zijn eigen gebied, waardoor de gemeentes elkaar goed kunnen aanvullen met producten en diensten van een hoge kwaliteit. Door deze specialisatie kan ontwikkeling en innovatie optimaal plaatsvinden en kunnen de veertien Twentse gemeenten samen naar de top.

Folder met toelichting op het project Biobased Innovations, 2009-2012.

Deze publicatie handelt over de uitgangspunten van regioleren en intern ontwerp.