Search

In 2019 heeft de FBI binnen het internationale criminele milieu heimelijk een netwerk van mobiele telefoons met beveiligde chatapplicaties geëxploiteerd. Mag de Nederlandse politie een dergelijk opsporingsmiddel naar geldend Nederlands recht inzetten? Hoe verhoudt de vergaring van (bulk)data zich tot het recht op privacy? De grondslag voor de toepassing van het opsporingsmiddel kan worden gevonden in art. 126s Sv, de bevoegdheid tot opnemen van vertrouwelijke communicatie. De chatapp als opsporingsmiddel betreft een op een smartphone geïnstalleerd softwarepakket waarmee de politie van alle chatapp-gebruikers zowel de inhoudelijke berichten als de metadata in bulk kan vergaren. De vergaarde data vallen onder het beschermingsbereik van art. 8 EVRM. Hoewel de feitelijke vergaring van chatdata een beperkte inbreuk op het recht op privacy maakt, geven dergelijke data de politie uiteindelijk een min of meer volledig beeld van iemands persoonlijke leven. Met de vergaring van (bulk)data via een chatapplicatie op grond van de OVC-bevoegdheid heeft de politie een heimelijke opsporingsmethode in handen die het criminele milieu kan ontwrichten en waarmee zicht kan worden verkregen op toekomstige of reeds gepleegde ernstige (levens)delicten. Dit belang weegt zwaarder dan de beperkte inbreuk op het recht op privacy die de geïntercepteerde moet dulden in de fase van (bulk)datavergaring.

In twee delen wordt een publikatie uit 2001 van KIWA en Alterra over de fysieke relaties tussen waterwinning en bos herdrukt. In deel 1 de invloed van bos- en boomsoorten op de waterkwaliteit en de wijze waarop bos- en boomsoorten de grondwateraanvulling beïnvloeden

A simple method was developed to estimate the fraction radiation intercepted by small eastern white cedar plants ( Thuja occidentalis 'Brabant'). The method, which describes the crop canopy as rows of cuboids, was compared with methods used for estimating radiation interception by crops with homogeneous canopies and crops grown in rows. The extinction coefficient k was determined at different plant arrangements and an average k-value of 0.48 ± 0.03 (R%sup2; = 0.89) was used in the calculations. Effects of changing plant characteristics and inter- and intra-row plant distances were explored. The fraction radiation intercepted that was estimated with the method for rows of cuboids was up to 20% and for row crops up to 8% lower than estimated with the method for homogeneous canopies at low plant densities and a LAI of 1. The fraction radiation intercepted by small plants of Thuja occidentalis 'Brabant' was best estimated by the simple method described in this paper

In a series of three articles Calder, Hall and colleagues have recently presented an extension of Calder’s original stochastic model of rainfall interception. In their model, the dependence of rainfall interception on raindrop size is explicitly taken into account. All raindrops are assumed to have the same characteristic size, the so-called median-volume raindrop diameter D0, which is taken to be a power law function of the rain rate R. However, the D0–R relationship used in their model results from an erroneous interpretation of the general theory of the raindrop size distribution recently proposed by Sempere Torres and colleagues. As a result, this relationship is not consistent with the postulated underlying raindrop size distribution. Moreover, it seriously underestimates D0 for a given R as compared to the consistently derived D0–R relationships and to the D0–R relationship reported in a classical article on the subject of raindrop size distributions. This may seriously affect the model results presented by Calder, Hall and colleagues.

Doel van dit project was te onderzoeken wat het effect is van de rijstructuur op de lichtverdeling en fotosynthese van een tomatengewas, en de effecten daarvan op de productie. Ook werd gekeken of de bladstand en de fotosynthesecapaciteit van de bladeren zich aanpassen aan wijzigende lichtverdeling. Tevens werd de hypothese getest of alternatieve vormen van tussenplanten zouden leiden tot lagere verdamping en dus tot energiebesparing. Verder is gekeken naar het effect op productie van twee substraten, namelijk kokosmatten type ‘Profit’ van Van der Knaap, en steenwolmat type ‘Master Dry’ van Grodan.

Doel van dit project was te onderzoeken wat het effect is van de rijstructuur op de lichtverdeling en fotosynthese van een tomatengewas, en de effecten daarvan op de productie. Ook werd gekeken of de bladstand en de fotosynthesecapaciteit van de bladeren zich aanpassen aan wijzigende lichtverdeling. Tevens werd de hypothese getest of alternatieve vormen van tussenplanten zouden leiden tot lagere verdamping en dus tot energiebesparing. Verder is gekeken naar het effect op productie van twee substraten, namelijk kokosmatten type ‘Profit’ van Van der Knaap, en steenwolmat type ‘Master Dry’ van Grodan.

Op proefbedrijf Aver Heino is ruim 3z jaar ervaring opgedaan met het opvangen en vervoederen van hemelwater als alternatief voor leidingwater. Van het opgevangen hemelwater is zowel de hoeveelheid als de kwaliteit bepaald. Het water blijkt niet altijdte voldoen aan de kwaliteitseisen van drinkwater voor melkvee. Daarnaast zijn de kosten per kuub nog te hoog.

The LISEM soil erosion model has been applied and tested for small experimental catchments located on the west flank of the Serra do Caramulo in central Portugal within EU funded CLIMED project

In twee delen wordt een publikatie uit 2001 van KIWA en Alterra over de fysieke relaties tussen waterwinning en bos herdrukt. In deel 1 de invloed van bos- en boomsoorten op de waterkwaliteit en de wijze waarop bos- en boomsoorten de grondwateraanvulling beïnvloeden

In twee delen wordt een publikatie uit 2001 van KIWA en Alterra over de fysieke relaties tussen waterwinning en bos herdrukt. In deel 1 de invloed van bos- en boomsoorten op de waterkwaliteit en de wijze waarop bos- en boomsoorten de grondwateraanvulling beïnvloeden

Op Aver Heino wordt sinds het najaar van 1995 van 2000 m2 dakoppervlak hemelwater opgevangen om te gebruiken voor het drenken van vee. In deze 3z jaar is met hemelwateropvang voor 50 % in de waterbehoefte voor het vee voorzien.

Op Aver Heino wordt sinds het najaar van 1995 van 2000 m2 dakoppervlak hemelwater opgevangen om te gebruiken voor het drenken van vee. In deze 3z jaar is met hemelwateropvang voor 50 % in de waterbehoefte voor het vee voorzien.

Op proefbedrijf Aver Heino is ruim 3z jaar ervaring opgedaan met het opvangen en vervoederen van hemelwater als alternatief voor leidingwater. Van het opgevangen hemelwater is zowel de hoeveelheid als de kwaliteit bepaald. Het water blijkt niet altijdte voldoen aan de kwaliteitseisen van drinkwater voor melkvee. Daarnaast zijn de kosten per kuub nog te hoog.

Op proefbedrijf Aver Heino is ruim 3z jaar ervaring opgedaan met het opvangen en vervoederen van hemelwater als alternatief voor leidingwater. Van het opgevangen hemelwater is zowel de hoeveelheid als de kwaliteit bepaald. Het water blijkt niet altijdte voldoen aan de kwaliteitseisen van drinkwater voor melkvee. Daarnaast zijn de kosten per kuub nog te hoog.

The composition of canopy throughfall water in an oak-birch woodland, heavily affected by atmospheric deposition of N and S, changed markedly upon contact with the above-ground parts of the ground vegetation, which consisted mainly of bracken. The fluxes of nitrate and H+ decreased, simultaneously with an increase in the flux of bicarbonate, indicative of above-ground uptake of nitrate by the ground vegetation. This above-ground assimilation takes place in spite of abundant availability of inorganic nitrogen in the root zone of the ground vegetation. Fluxes of phosphate were somewhat lower, and those of ammonium somewhat higher in throughfall of the ground vegetation than in that of the tree layer. Although those differences were not statistically significant, they do suggest assimilation of some P and extra net dry deposition of atmospheric ammonia below the tree canopies.