771 results on '"waddenzee"'
Search Results
2. Exoten kunnen ook wat toevoegen aan natuur
- Abstract
Planten of dieren die – per ongeluk of expres – vanuit verre streken in de natuur worden gebracht, kunnen voor grote problemen zorgen. Dergelijke exoten staan, zeker wanneer ze ook nog eens ‘invasief’ zijn en inheemse soorten wegdrukken, dan ook in een negatief daglicht. Maar onderzoek in de Waddenzee laat zien dat exoten vaak ook een positieve bijdrage kunnen leveren aan de biodiversiteit.
- Published
- 2023
3. Juridisch advies inzake Natura 2000 en gaswinning onder de Waddenzee (Project gaswinning Ternaard)
- Author
-
Bastmeijer, Kees, Hoekstra, Piet, Philippart, Katja, van Beukering, Pieter, Schroor, Meindert, Bastmeijer, Kees, Hoekstra, Piet, Philippart, Katja, van Beukering, Pieter, and Schroor, Meindert
- Abstract
De NAM heeft vergunningen aangevraagd voor een productieboring naar het gasveld Ternaard. Dit gasveld ligt voor het grootste deel onder het kombergingsgebied 'Pinkegat' in de Waddenzee. De verantwoordelijke ministers hebben op 27 augustus 2021 een ontwerp-instemmingsbesluit onder de Mijnbouwwet (Minister van EZK) en een ontwerp-vergunning op grond van de Wet natuurbescherming (Minister van LNV) ter inzage gelegd. In het debat met de vaste commissie voor EZK van de Tweede Kamer op 15 september 2021 werd door een groot deel van de fracties kritisch op deze ontwerp-besluiten gereageerd. De Minister van EZK gaf daarbij aan dat de wetgeving hem niet de mogelijkheid geeft de vergunning te weigeren. De vaste commissie voor EZK van de Tweede Kamer heeft naar aanleiding van dit debat besloten om onafhankelijk extern juridisch advies in te winnen. Daarbij is de volgende centrale vraag geformuleerd: "In hoeverre biedt de wetgeving in brede zin de minister de mogelijkheid een vergunning voor gaswinning onder de Waddenzee te weigeren?" Dit advies beantwoordt de bovenstaande vraag op basis van het geldende natuurbeschermingsrecht. Daarbij wordt de aandacht met name toegespitst op het geldende EU-recht voor gebiedenbescherming - het Natura 2000-regime - zoals verankerd in artikel 6 van de Habitatrichtlijn en zoals gecomplementeerd in hoofdstuk 2 van de Wet natuurbescherming. Concreet gaat het daarbij om het al of niet bestaan van de mogelijkheid voor de minister van LNV om een vergunning op grond van artikel 2.7, lid 2 van de Wet natuurbescherming te weigeren. De conclusie van het onderzoek is dat de ontwerp-vergunning Wet natuurbescherming en de daaraan ten grondslag liggende passende beoordeling onvoldoende overtuigend aantonen dat redelijke wetenschappelijke twijfel over het ontstaan van nadelige gevolgen voor de natuurlijke kenmerken en doelen van de Waddenzee ontbreekt. Het Natura 2000-regime, zoals gecomplementeerd in hoofdstuk 2 van de Wet natuurbescherming, laa
- Published
- 2021
4. Korte Mededelingen
- Author
-
Carel de Vink and Carel de Vink
- Abstract
Een selectie van korte berichten, verzameld en geselecteerd door Carel de Vink: ‘Europees Diploma Naardermeer verlengd’, ‘Gekweekte Giervalken massaal losgelaten in Schotland’, Opmerkelijk verschil tussen broedvogelinventarisaties en nestkasttellingen’, ‘Schotse Velduil bezoekt drie landen in twee jaar tijd’, Texelse Grote Stern gezien in Zuid-Afrika’, ‘Trends bij trekvogels en wintergasten in de Waddenzee na 1987’, ‘Ook vogels hebben recht op bescherming tegen vuurwerk’. ‘Bijzonder weinig overwinterende Nonnetjes in Groot-Brittannië’, ‘De rustige onopvallende Stormmeeuw’.
- Published
- 2020
5. Haalbaarheid van het aanlanden van zeesla uit de Waddenzee : Randvoorwaarden en richtlijnen voor het oprichten van een commerciële aanvoerstroom
- Author
-
Jak, Robbert G., Lubsch, Alexander, Beier, Ulrika, Jak, Robbert G., Lubsch, Alexander, and Beier, Ulrika
- Published
- 2020
6. De glanzende bolzakpijp, hernieuwde toename nog geen probleem
- Author
-
A. Gmelig Mehling and A. Gmelig Mehling
- Published
- 2020
7. Vóórkomen van de paarse buisjesspons vertoont golfpatronen
- Author
-
A. Gmelig Meyling and A. Gmelig Meyling
- Published
- 2020
8. Smienten op Texel
- Author
-
C. Smit and C. Smit
- Abstract
De smient behoort in de late herfst, de winter en het vroege voorjaar tot de soorten die in grote aantallen op Texel aanwezig zijn.
- Published
- 2020
9. Het Waddengebied en stikstofdepositie
- Author
-
Bastmeijer, Kees and Bastmeijer, Kees
- Abstract
De stikstofproblematiek houdt velen in Nederland bezig maar hoe relevant is deze discussie voor het Waddengebied? Is er actie nodig, en zo ja, door wie? Om deze vragen te beantwoorden heeft de Waddenacademie het RIVM gevraagd om de neerslag (depositie) van stikstofverbindingen in het Waddengebied in kaart te brengen en duidelijkheid te geven over de belangrijkste bronnen. Deze analyse is in bijlage I integraal en ongewijzigd opgenomen. Om de consequenties van deze meetgegevens vervolgens te duiden en in de bredere maatschappelijke en juridische context te plaatsen, is deze notitie opgesteld. Daarbij ligt het accent op het Europese natuurbeschermingsrecht (EU Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn), al is de stikstofproblematiek ook zeer relevant voor de implementatie van de EU Kaderrichtlijn Water. Allereerst wordt in het inleidende hoofdstuk 1 uitgelegd wat stikstofdepositie is en wat de belangrijkste bronnen zijn van stikstofdepositie in Nederland (§1.1). Vervolgens wordt kort toegelicht waarom stikstofdepositie slecht is voor veel natuurwaarden (§1.2). In hoofdstuk 2 wordt toegelicht wat Natura 2000-gebieden zijn, welke Natura 2000-gebieden ‘stikstofgevoelig’ zijn (§2.1) en waarom een te hoge stikstofdepositie in deze gebieden zoveel juridische en maatschappelijke discussie veroorzaakt (§2.2). Ook wordt kort ingegaan op oplossingsrichtingen voor deze problematiek ((§2.3), al zijn deze nog volop in ontwikkeling en bestaan er nog veel vragen. In hoofdstuk 3 wordt vervolgens de vertaalslag gemaakt naar het Waddengebied. Na een bespreking van de hoofdlijnen van de RIVM-berekeningen (§3.1), volgt een bespreking van de relevantie van de stikstofproblematiek (zowel ecologisch als juridisch) voor het Waddengebied (§3.2). In de afsluitende paragraaf bestaat aandacht voor de vraag welke actie nodig of gewenst is om de natuur in het Waddengebied beter te beschermen en de spanningen tussen natuur en sociaal-economische ambities te verkleinen (§3.3).
- Published
- 2020
10. Effectiviteit van vegetatie op voorlanden: Een studie naar de golfdempende werking van het voorland 'Noarderleech' - Stagerapport
- Author
-
van der Reijden, Ineke (author) and van der Reijden, Ineke (author)
- Abstract
Een groot deel van het dijktraject tussen Koehool-Lauwersmeer (KL) aan de Waddenzee voldoet nog niet aan de normering. Zo ook de zogenaamde ‘groene dijk’, welke volledig uit grasbekleding bestaat. Dit dijktraject voldoet niet voor het faalmechanisme Gras Erosie Buitentalud (GEBU), mede door een te hoge hydraulische belasting. Momenteel is Wetterskip Fryslân in de verkenningsfase voor dijkversterking van het traject KL, met een totale lengte van ongeveer 50 km. Door de grote omvang van het project geeft dit een uitdagende opgave voor Wetterskip Fryslân. Voor de groene dijk en omliggende dijkvakken is het voorland ‘Noarderleech’ aanwezig, waarvan in de huidige methodes enkel de verhoogde ligging wordt meegenomen. Uit onderzoek uitgevoerd in de ‘POV Waddenzeedijken: Effectiviteit voorlanden’ is gebleken dat ook de aanwezige vegetatie op voorlanden significante golfdempende werking kan hebben. In dit onderzoek is de opgedane kennis in de POV toegepast voor het voorland Noarderleech. Doordat de hydraulische belasting op de achterliggende dijk wordt gereduceerd, bestaat de kans dat dijkversterking op bepaalde delen kan worden versimpeld of zelfs onnodig blijkt. Dit leidt tot de volgende onderzoeksvraag: “Wat is het effect van de vegetatie op voorlanden op de golfcondities?”. Hierbij wordt specifiek naar het voorland Noarderleech gekeken, met de aanwezige vegetatie tijdens de wintermaanden. Voor het bepalen van het effect van vegetatie is gebruik gemaakt van SWAN versie 41.20AB, waarin een 1D model is opgesteld voor verschillende doorsnedes. Hierbij is de bodemruwheid gevarieerd om de vegetatie te simuleren. Initieel is gekeken naar de gevoeligheid van het model voor de ruwheid. Vervolgens is voor verschillende doorsnedes het profiel opgedeeld in verschillende oppervlaktetypes, waarvoor een representatieve bodemruwheid is bepaald. Hieruit volgt de grootte van de golfhoogte-reductie. Tot slot is met de gereduceerde golfhoogte de benodigde dijkhoogte bepaald voor één locatie, Civil Engineering | Hydraulic Engineering
- Published
- 2019
11. Effectiviteit van vegetatie op voorlanden: Een studie naar de golfdempende werking van het voorland 'Noarderleech' - Stagerapport
- Author
-
van der Reijden, Ineke (author) and van der Reijden, Ineke (author)
- Abstract
Een groot deel van het dijktraject tussen Koehool-Lauwersmeer (KL) aan de Waddenzee voldoet nog niet aan de normering. Zo ook de zogenaamde ‘groene dijk’, welke volledig uit grasbekleding bestaat. Dit dijktraject voldoet niet voor het faalmechanisme Gras Erosie Buitentalud (GEBU), mede door een te hoge hydraulische belasting. Momenteel is Wetterskip Fryslân in de verkenningsfase voor dijkversterking van het traject KL, met een totale lengte van ongeveer 50 km. Door de grote omvang van het project geeft dit een uitdagende opgave voor Wetterskip Fryslân. Voor de groene dijk en omliggende dijkvakken is het voorland ‘Noarderleech’ aanwezig, waarvan in de huidige methodes enkel de verhoogde ligging wordt meegenomen. Uit onderzoek uitgevoerd in de ‘POV Waddenzeedijken: Effectiviteit voorlanden’ is gebleken dat ook de aanwezige vegetatie op voorlanden significante golfdempende werking kan hebben. In dit onderzoek is de opgedane kennis in de POV toegepast voor het voorland Noarderleech. Doordat de hydraulische belasting op de achterliggende dijk wordt gereduceerd, bestaat de kans dat dijkversterking op bepaalde delen kan worden versimpeld of zelfs onnodig blijkt. Dit leidt tot de volgende onderzoeksvraag: “Wat is het effect van de vegetatie op voorlanden op de golfcondities?”. Hierbij wordt specifiek naar het voorland Noarderleech gekeken, met de aanwezige vegetatie tijdens de wintermaanden. Voor het bepalen van het effect van vegetatie is gebruik gemaakt van SWAN versie 41.20AB, waarin een 1D model is opgesteld voor verschillende doorsnedes. Hierbij is de bodemruwheid gevarieerd om de vegetatie te simuleren. Initieel is gekeken naar de gevoeligheid van het model voor de ruwheid. Vervolgens is voor verschillende doorsnedes het profiel opgedeeld in verschillende oppervlaktetypes, waarvoor een representatieve bodemruwheid is bepaald. Hieruit volgt de grootte van de golfhoogte-reductie. Tot slot is met de gereduceerde golfhoogte de benodigde dijkhoogte bepaald voor één locatie, Civil Engineering | Hydraulic Engineering
- Published
- 2019
12. Nieuwsflits: Een uniek naslagwerk over de vissen van de Noordzee en de Waddenzee; Vlinders en damherten in Amsterdamse Waterleidingduinen.
- Author
-
Anonymus and Anonymus
- Abstract
Een uniek naslagwerk over de vissen van de Noordzee en de Waddenzee; Vlinders en damherten in Amsterdamse Waterleidingduinen
- Published
- 2018
13. Door studenten/promovendi; Lekgedrag van gezenderde gewone zeehonden (Phoca vitulina) in de Nederlandse Waddenzee.
- Author
-
M. Meijer, B. Briek, G.M. Aarts, O. Bangma, S.M.J.M. Brasseur, I. Dummer, M. Meijer, B. Briek, G.M. Aarts, O. Bangma, S.M.J.M. Brasseur, and I. Dummer
- Published
- 2018
14. Exoten op de Nederlandse Waddeneilanden
- Author
-
R. Lensink, T.M. van der Have, R.J. der Haterd, J.A. Inberg, B. Achterkamp, D.M. Soes, R. Lensink, T.M. van der Have, R.J. der Haterd, J.A. Inberg, B. Achterkamp, and D.M. Soes
- Abstract
Inmiddels is er al veel kennis over mariene exoten in de Waddenzee, maar wat is bekend over de exoten op land? Welke soorten exoten zijn aanwezig op de eilanden en welke zijn schadelijk voor de natuur of kunnen dat worden?
- Published
- 2018
15. Stap voor stap ontrafelen van herstel groot zeegras.
- Author
-
L.L. Govers, T. van der Heide, Q.J. Smeele, J.H.T. Heusinkveld, A. van der Eijk, L.L. Govers, T. van der Heide, Q.J. Smeele, J.H.T. Heusinkveld, and A. van der Eijk
- Abstract
Tot ca 80 jaar geleden kwam groot zeegras volop voor in de Waddenzee. Helaas is de soort vrijwel geheel verdwenen. Nieuwe zeegrasvelden zouden het Waddensysteem aanzienlijk verrijken. Maar hoe zeegras te herintroduceren? Een vierjarig project onderzocht de sleutelfactoren voor herstel. Drie bottlenecks zijn overwonnen: het zaadverlies tijdens de overwintering, een waterschimmelinfectie en de zaaimethode.
- Published
- 2018
16. Korte Mededelingen
- Author
-
C.W. de Vink and C.W. de Vink
- Abstract
Een selectie van korte berichten, verzameld en geselecteerd door Carel de Vink: 'Bahamabruinkopboomklever op rand van uitsterven', 'Nationaal Park Nieuw Land', 'Papegaaien maken afgewogen complexe beslissingen voor maximaal resultaat', 'Wipsnavelkraaien kunnen hulpmiddelen combineren', 'Virusonderzoek', 'Massale sterfte kokkels in Waddenzee' en 'Verschillen in paarvorming'.
- Published
- 2018
17. Fish migration river monitoring plan : Monitoring program on the effectiveness of the FMR at Kornwerderzand
- Author
-
Griffioen, A.B., Winter, H.V., Griffioen, A.B., and Winter, H.V.
- Abstract
This report drafts a monitoring program aiming at determining and optimizing the effectiveness of restoring fish migration at Kornwerderzand with the ‘Fish Migration River’ (FMR.) For an adaptive management of the operation of the FMR, monitoring and evaluation are key aspects. The main research questions underlying the monitoring program will be outlined. The proposed research and monitoring approach describes which monitoring techniques can be applied, what set-up and schedule of different research components involved.
- Published
- 2017
18. Invang van mosselzaad in MZI’s : resultaten 2016
- Author
-
Capelle, Jacob J., van Stralen, Marnix R., Capelle, Jacob J., and van Stralen, Marnix R.
- Abstract
Voorliggend rapport behandelt de resultaten van de invang van mosselzaad in zogenaamde Mosselzaadinvangsinstalaties (MZI’s) in de Oosterschelde, Voordelta en Waddenzee in 2016. Het rapport is gebaseerd op gegevens die door de MZI-ondernemers moeten worden aangeleverd bij het Ministerie van Economische Zaken. Het rapport is opgesteld in opdracht van de PO Mosselcultuur. Van het oppervlak dat in 2016 voor de invang van mosselzaad is vergund (390 ha voor transitie- en experimenteerbedrijven samen) is 253 ha (35%) niet voor mosselzaadinvang benut. De niet gebruikte ruimte wordt voor het merendeel gevormd door kavels of delen daarvan die wel geschikt zijn voor MZI’s, maar niet zijn gebruikt en uit restruimte die vanwege de vorm of afmetingen ongeschikt is voor het neerleggen van MZI’s. In 2016 is met de MZI’s totaal 18.06 miljoen kg (= 181 duizend mosselton) mosselzaad ingewonnen. De oogst aan MZI-zaad is daarmee 8% lager dan in 2015. De lagere productie in 2016 ten opzichte van 2015 komt geheel op het conto van de Deltawateren. De voornaamste oorzaak hiervoor is dat in de Oosterschelde en in de Voordelta in 2016 respectievelijk 57% en 32% minder substraat is uitgehangen dan in 2015, terwijl in de Waddenzee dit vrijwel gelijk gebleven is (stijging van 1% t.o.v. 2015). Het overgrote deel van het ingewonnen zaad in de Waddenzee (16.60 Mkg) is na het oogsten uitgezaaid op percelen in de Waddenzee, 2% is overgebracht naar de Oosterschelde. Het mosselzaad dat in de Oosterschelde en Voordelta is ingewonnen (resp. 1.03 Mkg en 0.42 Mkg) is uitgezaaid op percelen in de Oosterschelde; 0.06 Mkg is overgebracht naar mosselhangcultures. Door de bedrijven die onderdeel uitmaken van de transitie is in 2016 totaal 16.67 Mkg mosselzaad geproduceerd, waarvan 15.20 Mkg in de Waddenzee, 1.03 Mkg in de Oosterschelde en 0.42 Mkg in de Voordelta. Ten opzichte van 2015 is dit een verschil van respectievelijk 12%, -50% en -67%. Het vangstverlies van de eerste en de tweede transitiestap (11 Mkg)
- Published
- 2017
19. Seals in motion : how movements drive population development of harbour seals and grey seals in the North Sea
- Author
-
Reijnders, P.J.H., Aarts, G.M., Brasseur, Sophie Marie Jacqueline Michelle, Reijnders, P.J.H., Aarts, G.M., and Brasseur, Sophie Marie Jacqueline Michelle
- Abstract
The harbour seal Phoca vitulina and the grey seal Halichoerus grypus have been inhabitants of the Wadden Sea since millennia. Prehistoric findings indicate the presence of both species around 5000 BC. This changed dramatically in the mid Middle-Ages as around 1500 AC, the grey seal disappeared from the Wadden Sea as a consequence of persecution. With growing hunting pressure, especially in the 20th century and concurrent habitat destruction and pollution, the harbour seals reached all time low numbers in the 1970’s. Banning the hunt in countries around the southern North Sea, limiting pollution and protection from disturbance allowed the harbour seals to slowly recover and the grey seals to return to the Wadden Sea. In this thesis the population trends and inherent dynamics of the recovery for both species is described. Also the movements of individual animals are studied to explain possible mechanisms.
- Published
- 2017
20. Laat Griend weer wandelen
- Author
-
L.L. Govers, T. van der Heide, H. Olff, Q.J. Smeele, A. van der Eijk, L.L. Govers, T. van der Heide, H. Olff, Q.J. Smeele, and A. van der Eijk
- Abstract
Griend kalft al vele decennia aan de westkant af. Zonder ingrijpen dreigt het eiland binnen 25 tot 50 jaar van de kaart te verdwijnen. Daarom was een nieuwe ingreep nodig. De vraag was echter: op welke wijze? Nieuwe inzichten wezen uit dat Griend geen zg. barrière-eiland is, maar een stormvloedschoorwal-eiland. Anders dan bij barrière-eilanden, waar zand en zeestromen de vorming bepalen, spelen bij dit type eiland stormvloeden een sleutelrol. Zand, schelpen en planten werpen dan een halvemaanvormige schoorwal op. Om de interacties tussen mosselbanken, zeegrasvelden en het ‘wandelen’ van Griend te bestuderen, startten in het voorjaar van 2017 twee grootschalige veldexperimenten.
- Published
- 2017
21. Watercirculatie: Dichtheidsverschillen in de Waddenzee
- Author
-
Platell, H. (author) and Platell, H. (author)
- Abstract
In dit onderzoek is aandacht besteed aan de gravitatie circulatie in de Waddenzee. Daarbij is de vraag of dit een rol kan spelen bij sedimenttransport. De gravitatie circulatie is een stroming die bovenin de waterkolom een andere stromingsrichting kent dan onderin en ontstaat doordat het water niet een uniforme dichtheid kent in het bekken. Daarvoor is eerst bekeken hoe de dichtheid in het Vlie-bekken varieert. Deze hangt vooral af van de watertemperatuur en de saliniteit (zoutgehalte). Om de verschillen te bepalen zijn beschikbare meetgegevens over temperatuur en saliniteit gebruikt. Bij deze tijdreeksen is een verband gezocht hoe deze twee factoren van tijd en plaats afhangen. Deze resultaten zijn vervolgens gebruikt om een profiel op te kunnen stellen van de dichtheid afhankelijk van plaats en tijd. Het blijkt dat de dichtheid varieert tussen de 1012 [kg/m3] bij Harlingen en 1022 [kg/m3] aan de kant van de Noordzee. Aan de hand van de Navier-Stokes vergelijkingen is vervolgens een model opgesteld, waarmee de waterstroom kan worden gemodelleerd. Hierin is de gravitatie circulatie meegenomen, maar ook de stromingen door toedoen van het M2- en M4-getij. Deze zijn vervolgens allemaal afzonderlijk opgelost, waarna een superpositie van de drie problemen is toegepast om het totale stroombeeld te kunnen vinden. Als de eerdere gevonden dichtheidsverschillen worden gecombineerd met de oplossingen voor de stroomsnelheden, kunnen deze waarden worden berekend. Het blijkt dat de gravitatie circulatie een kleine invloed (circa 1%) heeft op het totale stroombeeld en een stroomsnelheid van enkele centimeters per seconde kent. Maar omdat de stroom niet veel varieert in de tijd en over de waterkolom andere stromingsrichtingen kent, kan deze stroming een belangrijke rol spelen als het gaat om sedimenttransport., Civil Engineering and Geosciences, Hydraulic Engineering
- Published
- 2016
22. Watercirculatie: Dichtheidsverschillen in de Waddenzee
- Author
-
Platell, H. (author) and Platell, H. (author)
- Abstract
In dit onderzoek is aandacht besteed aan de gravitatie circulatie in de Waddenzee. Daarbij is de vraag of dit een rol kan spelen bij sedimenttransport. De gravitatie circulatie is een stroming die bovenin de waterkolom een andere stromingsrichting kent dan onderin en ontstaat doordat het water niet een uniforme dichtheid kent in het bekken. Daarvoor is eerst bekeken hoe de dichtheid in het Vlie-bekken varieert. Deze hangt vooral af van de watertemperatuur en de saliniteit (zoutgehalte). Om de verschillen te bepalen zijn beschikbare meetgegevens over temperatuur en saliniteit gebruikt. Bij deze tijdreeksen is een verband gezocht hoe deze twee factoren van tijd en plaats afhangen. Deze resultaten zijn vervolgens gebruikt om een profiel op te kunnen stellen van de dichtheid afhankelijk van plaats en tijd. Het blijkt dat de dichtheid varieert tussen de 1012 [kg/m3] bij Harlingen en 1022 [kg/m3] aan de kant van de Noordzee. Aan de hand van de Navier-Stokes vergelijkingen is vervolgens een model opgesteld, waarmee de waterstroom kan worden gemodelleerd. Hierin is de gravitatie circulatie meegenomen, maar ook de stromingen door toedoen van het M2- en M4-getij. Deze zijn vervolgens allemaal afzonderlijk opgelost, waarna een superpositie van de drie problemen is toegepast om het totale stroombeeld te kunnen vinden. Als de eerdere gevonden dichtheidsverschillen worden gecombineerd met de oplossingen voor de stroomsnelheden, kunnen deze waarden worden berekend. Het blijkt dat de gravitatie circulatie een kleine invloed (circa 1%) heeft op het totale stroombeeld en een stroomsnelheid van enkele centimeters per seconde kent. Maar omdat de stroom niet veel varieert in de tijd en over de waterkolom andere stromingsrichtingen kent, kan deze stroming een belangrijke rol spelen als het gaat om sedimenttransport., Electrical Engineering, Mathematics and Computer Science, Delft Institute of Applied Mathematics
- Published
- 2016
23. Friese en Groninger kwelderwerken: monitoring en beheer 1960-2014
- Author
-
van Duin, W.E., Jongerius, H., Nicolai, A., Jongsma, J.J., Hendriks, A., Sonneveld, C., van Duin, W.E., Jongerius, H., Nicolai, A., Jongsma, J.J., Hendriks, A., and Sonneveld, C.
- Abstract
Resultaten monitoring en ontwikkeling van de kwelderwerken met een samenvattend hoofdstuk over de historie, waarin ook een overzicht wordt gegeven van de veranderingen die de afgelopen decennia hebben plaatsgevonden in het beheer en de bereikte doelen.
- Published
- 2016
24. Towards monitoring zoöplankton and small pelagic fish in the Wadden Sea
- Author
-
Couperus, A.S., Jak, R.G., Flores, H., Gastauer, S., Fassler, S.M.M., Couperus, A.S., Jak, R.G., Flores, H., Gastauer, S., and Fassler, S.M.M.
- Published
- 2016
25. Fishing over the sides or over the stern: does it matter : comparison of two fishing methodologies in the Wadden Sea Demersal Fish Survey
- Author
-
Chen, C., Bolle, L.J., Boois I.J. de, Ingeborg, Chen, C., Bolle, L.J., and Boois I.J. de, Ingeborg
- Abstract
Since 1972, the Demersal Fish Survey (DFS) in the Wadden Sea has been carried out with the RV Stern. Within a few years this vessel will be replaced by another vessel as a result of the current ship replacement policy of Rijkswaterstaat Rijksrederij. It is not yet clear which vessel will replace RV Stern. In the search for a new vessel the main question is if fishing over the sides is needed, or if fishing over the stern is possible without a major effect on catch efficiency. Especially in shallow waters, catch efficiency may be affected by fishing over the stern, because of the current created by the ship’s propeller. To be able to continue the use of the long and valuable time-series the shift in vessel should not lead to a different gear efficiency.
- Published
- 2016
26. Natura 2000 in het habitatrichtlijngebied Eems-Dollard
- Author
-
Baptist, M.J., Geelhoed, S.C.V., Baptist, M.J., and Geelhoed, S.C.V.
- Abstract
Het doel van dit rapport is uit te werken welke verbeteringen van de Natura 2000-waarden behaald moeten worden in de Eems-Dollard na aanwijzing. Van belang hierbij is met welke referentietoestand moet worden vergeleken. De afspraak is dat de referentietoestand wordt bepaald door het jaar waarin een gebied op de Europese lijst van Gebieden van Communautair Belang wordt bijgeschreven.
- Published
- 2016
27. Broedsucces van kustbroedvogels in de Waddenzee in 2014
- Author
-
Koffijberg, K., Cremer, J.S.M., de Boer, P., Postma, J., Oosterbeek, K., Koffijberg, K., Cremer, J.S.M., de Boer, P., Postma, J., and Oosterbeek, K.
- Abstract
Data have been collected on the breeding success of several characteristic coastal breeding birds in theWadden Sea each year since 2005. Ten birds species considered representative of specific habitats and foodgroups are being monitored. The coastal breeding birds reproduction monitoring network is run as an ‘earlywarning system’ to follow the reproductive capacity of the bird populations in the Wadden Sea andunderstand the processes underlying fluctuations in populations. It is a valuable addition to the monitoring ofpopulation numbers and is carried out under a trilateral agreement with Germany and Denmark (TMAP). Theresults from 2014 show that many species of coastal breeding birds are still facing difficulties. The breedingsuccess of Eurasian Oystercatcher, Pied Avocet, Black-headed Gull, Common Tern and Arctic Tern inparticular is too low or much too low to maintain a stable population. In contrast, the breeding success ofHerring Gull is better than a few seasons ago. Erection of electric fencing around breeding sites of PiedAvocet and Black-headed Gull to protect them from predation has led to higher nest success. The maincauses of poor breeding performance appear to be predation by foxes and brown rats and insufficient foodavailability for the young, Sinds 2005 worden in de Waddenzee jaarlijks gegevens verzameld over het broedsucces van een aantalkarakteristieke kustbroedvogels. Hiervoor worden tieSn vogelsoorten gevolgd die representatief wordengeacht voor specifieke leefgebieden en voedselgroepen. Het reproductiemeetnet kustbroedvogels wordtuitgevoerd als een ‘early warning systeem’ om het reproducerend vermogen van de vogelpopulaties in deWaddenzee te volgen en de achterliggende processen van populatieveranderingen te doorgronden. Hetfungeert als een wezenlijke aanvulling op de monitoring van status en trends in populatiegrootte en wordtuitgevoerd in het kader van trilaterale afspraken met Duitsland en Denemarken (TMAP). Uit de resultaten uit2014 blijkt dat nog steeds veel soorten kustbroedvogels het moeilijk hebben. Het broedsucces van vooralScholekster, Kluut, Kokmeeuw Visdief en Noordse Stern is (ruim) onvoldoende om de populatie op peil tehouden. Zilvermeeuw lijkt daarentegen beter te presteren dan een aantal seizoenen terug. Het uitrasterenvan de broedende Kluten bij de Klutenplas en Kokmeeuwen in Oterdum (met elektrisch raster tegenpredatie) heeft een hoger nestsucces tot gevolg gehad. Oorzaken van slechte broedresultaten lijken vooralpredatie door Vossen en Bruine ratten en een te geringe voedselbeschikbaarheid voor de jongen
- Published
- 2016
28. Ecotopenkaart Waddenzee volgens de ZES.1 typologie
- Author
-
Baptist, M.J., van dert Wal, J.T., de Groot, A.V., Ysebaert, T.J.W., Baptist, M.J., van dert Wal, J.T., de Groot, A.V., and Ysebaert, T.J.W.
- Abstract
In dit rapport is de werkwijze beschreven voor het maken van een actuele ecotopenkaart voor de Waddenzee, inclusief het Eems-Dollard estuarium, volgens de ZES.1 methodiek. De ecotopenkaart Waddenzee is publiek digitaal beschikbaar via ArcGIS online. Ga hiervoor naar http://www.arcgis.com/ en typ in het zoekveld: EcotopenkaartWZED. De resultaten worden in dit rapport gepresenteerd in de vorm van oppervlaktes van ecotopen in de gehele Waddenzee (PKB-gebied) en per kombergingsgebied. Tot slot is een vergelijking gemaakt met de ecotopenkaart van de situatie rond 2000 (Wijsman & Verhage, 2004). Deze vergelijking bleek niet goed uitvoerbaar vanwege verschillen in classificaties, een andere gebiedsbegrenzing (PKB-gebied) en andere basisdata (modeluitvoer).
- Published
- 2016
29. Zeebaars paaigebieden en opgroeigebieden in Nederlandse wateren
- Author
-
Tulp, I., van Hal, R., van Damme, C.J.G., Smith, S.R., Tulp, I., van Hal, R., van Damme, C.J.G., and Smith, S.R.
- Abstract
De zeebaarspopulatie neemt sinds 2010 sterk af door een hoge visserij-inspanning en een lage aanwas van jonge zeebaars sinds 2008. Zeebaars is een langlevende soort die zich pas op latere leeftijd gaat voortplanten. Op een leeftijd van ca 4 jaar en met een lengte vanaf ca 42 cm (vrouwtjes) en 32 cm (mannetjes) beginnen ze paairijp te worden. De huidige minimum aanlandingsmaat van 42 cm heeft als gevolg dat veel vrouwtjes al gevangen worden voordat ze voor het eerst hebben kunnen paaien. Naast vangstbeperkende maatregelen wordt gezocht naar maatregelen ter bescherming van paai- en opgroeigebieden. Hiervoor is ecologische kennis nodig, die voor de Nederlandse wateren nog grotendeels ontbreekt. Aanwezigheid van paaiende volwassen zeebaarzen is direct bewijs voor een paaigebied. Het alternatief is om aan paaigebieden vast te stellen aan de hand van de verspreiding van eieren in een vroeg ontwikkelstadium. Een relatief groot aantal larven en juveniele zeebaars kan wijzen op het belang van een gebied als opgroeigebied. Aanbevelingen voor beleid Gezien de huidige staat van onze kennis, kunnen we nu geen steekhoudende aanbevelingen voor maatregelen gericht op bescherming van gebieden of habitats te geven. De evidentie voor paaigebieden is nog erg dun, de opgroeigebieden zijn wel redelijk bekend, maar over het relatieve belang van elk gebied voor de populatie is nog geen inzicht. Het is duidelijk dat overbevissing een probleem is gezien de ontwikkelingen in de aanlandingen en de afname in gemiddelde lengte bij aanlanding. Het is ook duidelijk dat de zeebaars die in Nederland gevangen wordt in ieder geval voor een groot deel afkomstig is uit het Kanaal en dat de visserij daar in het vroege voorjaar van grote invloed is op de hoeveelheid zeebaars, die later in het jaar in onze wateren terechtkomt. Op basis van de huidige gegevens en inzichten is een verdere inperking van de vangsten door zowel commerciële als recreatieve vissers in ieder geval een effectieve maatregel om de ze
- Published
- 2016
30. Achtergronddocument t.b.v. de uitgave Wadden in Beeld 2015
- Author
-
Tulp, I., Cremer, J.S.M., Troost, K., Glorius, S.T., Asjes, J., Tulp, I., Cremer, J.S.M., Troost, K., Glorius, S.T., and Asjes, J.
- Published
- 2016
31. Watercirculatie: Dichtheidsverschillen in de Waddenzee
- Author
-
Platell, H. (author) and Platell, H. (author)
- Abstract
In dit onderzoek is aandacht besteed aan de gravitatie circulatie in de Waddenzee. Daarbij is de vraag of dit een rol kan spelen bij sedimenttransport. De gravitatie circulatie is een stroming die bovenin de waterkolom een andere stromingsrichting kent dan onderin en ontstaat doordat het water niet een uniforme dichtheid kent in het bekken. Daarvoor is eerst bekeken hoe de dichtheid in het Vlie-bekken varieert. Deze hangt vooral af van de watertemperatuur en de saliniteit (zoutgehalte). Om de verschillen te bepalen zijn beschikbare meetgegevens over temperatuur en saliniteit gebruikt. Bij deze tijdreeksen is een verband gezocht hoe deze twee factoren van tijd en plaats afhangen. Deze resultaten zijn vervolgens gebruikt om een profiel op te kunnen stellen van de dichtheid afhankelijk van plaats en tijd. Het blijkt dat de dichtheid varieert tussen de 1012 [kg/m3] bij Harlingen en 1022 [kg/m3] aan de kant van de Noordzee. Aan de hand van de Navier-Stokes vergelijkingen is vervolgens een model opgesteld, waarmee de waterstroom kan worden gemodelleerd. Hierin is de gravitatie circulatie meegenomen, maar ook de stromingen door toedoen van het M2- en M4-getij. Deze zijn vervolgens allemaal afzonderlijk opgelost, waarna een superpositie van de drie problemen is toegepast om het totale stroombeeld te kunnen vinden. Als de eerdere gevonden dichtheidsverschillen worden gecombineerd met de oplossingen voor de stroomsnelheden, kunnen deze waarden worden berekend. Het blijkt dat de gravitatie circulatie een kleine invloed (circa 1%) heeft op het totale stroombeeld en een stroomsnelheid van enkele centimeters per seconde kent. Maar omdat de stroom niet veel varieert in de tijd en over de waterkolom andere stromingsrichtingen kent, kan deze stroming een belangrijke rol spelen als het gaat om sedimenttransport., Civil Engineering and Geosciences, Hydraulic Engineering
- Published
- 2016
32. Watercirculatie: Dichtheidsverschillen in de Waddenzee
- Author
-
Platell, H. (author) and Platell, H. (author)
- Abstract
In dit onderzoek is aandacht besteed aan de gravitatie circulatie in de Waddenzee. Daarbij is de vraag of dit een rol kan spelen bij sedimenttransport. De gravitatie circulatie is een stroming die bovenin de waterkolom een andere stromingsrichting kent dan onderin en ontstaat doordat het water niet een uniforme dichtheid kent in het bekken. Daarvoor is eerst bekeken hoe de dichtheid in het Vlie-bekken varieert. Deze hangt vooral af van de watertemperatuur en de saliniteit (zoutgehalte). Om de verschillen te bepalen zijn beschikbare meetgegevens over temperatuur en saliniteit gebruikt. Bij deze tijdreeksen is een verband gezocht hoe deze twee factoren van tijd en plaats afhangen. Deze resultaten zijn vervolgens gebruikt om een profiel op te kunnen stellen van de dichtheid afhankelijk van plaats en tijd. Het blijkt dat de dichtheid varieert tussen de 1012 [kg/m3] bij Harlingen en 1022 [kg/m3] aan de kant van de Noordzee. Aan de hand van de Navier-Stokes vergelijkingen is vervolgens een model opgesteld, waarmee de waterstroom kan worden gemodelleerd. Hierin is de gravitatie circulatie meegenomen, maar ook de stromingen door toedoen van het M2- en M4-getij. Deze zijn vervolgens allemaal afzonderlijk opgelost, waarna een superpositie van de drie problemen is toegepast om het totale stroombeeld te kunnen vinden. Als de eerdere gevonden dichtheidsverschillen worden gecombineerd met de oplossingen voor de stroomsnelheden, kunnen deze waarden worden berekend. Het blijkt dat de gravitatie circulatie een kleine invloed (circa 1%) heeft op het totale stroombeeld en een stroomsnelheid van enkele centimeters per seconde kent. Maar omdat de stroom niet veel varieert in de tijd en over de waterkolom andere stromingsrichtingen kent, kan deze stroming een belangrijke rol spelen als het gaat om sedimenttransport., Electrical Engineering, Mathematics and Computer Science, Delft Institute of Applied Mathematics
- Published
- 2016
33. Zandplaten voor jonge Grijze zeehonden
- Author
-
A.V. de Groot, S.M.J.M. Brasseur, G.M. Aarts, E.M. Dijkman, R.J. Kirkwood, A.V. de Groot, S.M.J.M. Brasseur, G.M. Aarts, E.M. Dijkman, and R.J. Kirkwood
- Abstract
Grijze zeehonden (Halichoerus grypus grypus) maken een stevige comeback. In de Middeleeuwen zijn ze door de jacht vrijwel uit de Waddenzee verdwenen. Door immigratie vanuit de Britse eilanden zijn ze afgelopen halve eeuw weer terug in Nederland. Ook krijgen ze hier nu weer jongen, goed herkenbaar aan hun witte bontjas. Voor deze geboortes is een rustige en veilige plek nodig waar de jongen de eerste weken op het droge kunnen blijven liggen. Tot nu toe worden de meeste Grijze zeehonden in Nederland op een aantal zand- platen in de Waddenzee geboren. Rustig en veilig zijn deze echter lang niet altijd, omdat tijdens stormvloeden geregeld dieren wegspoelen waardoor de jongen hun moeder kunnen kwijtraken. Daarnaast kunnen de platen van jaar tot jaar sterk veranderen waardoor gebieden ongeschikt kunnen worden.
- Published
- 2016
34. Waddensleutels
- Author
-
Smeele, Q., Heide, T. van der, Govers, L., Smeele, Q., Heide, T. van der, and Govers, L.
- Abstract
Biobouwers zoals mosselbanken spelen een belangrijke rol in het herstel van de Waddenzee. Dat is een van de resultaten van het project Waddensleutels. In dit project is onderzocht wat sleutelfactoren zijn voor het herstel van de natuur in de Waddenzee. Omdat mosselbanken zo belangrijk zijn, is vooral gekeken of deze ook actief terug te brengen zijn. Dat blijkt niet zo eenvoudig en het belangrijkste blijft dan ook om de bestaande mosselbanken te beschermen.
- Published
- 2016
35. Logboek van een vissenleven
- Author
-
Hoog, A. van 't and Hoog, A. van 't
- Abstract
De chemische samenstelling van gehoorsteentjes (waaronder de otolieten) kan een en ander vertellen over waar een vis heeft geleefd voordat deze werd gevangen. Die analyse leert onderzoekers steeds meer over vissengedrag, al blijkt de interpretatie van otolieten-data zelden eenvoudig.
- Published
- 2016
36. Expert judgement garnalenvisserij
- Author
-
Jongbloed, R.H., Steenbergen, J., van Kooten, T., Turenhout, M.N.J., Taal, C., Jongbloed, R.H., Steenbergen, J., van Kooten, T., Turenhout, M.N.J., and Taal, C.
- Abstract
Het Waddenfonds wil inzicht in de effectiviteit van de voorgestelde maatregelen uit het convenant en de natuurambitie met betrekking tot de garnalenvisserij in de Waddenzee. Hiertoe is aan IMARES gevraagd de op dit moment ‘best professional judgement’ te geven ten aanzien van een aantal onderdelen gerelateerd aan de garnalenvisserij in de Nederlandse Waddenzee. De onderzoeksvragen zijn: 1) Is het sluiten van gebieden voor garnalenvisserij een effectieve manier om de ecologische kwaliteiten van de Waddenzee te versterken? 2) Zou verandering van de manier waarop garnalen worden gevist een bijdrage kunnen leveren aan de verrijking van de ecologische kwaliteit van de Waddenzee? 3) Zou verandering in de (garnalen)visserij de economische kwaliteit van de visserij kunnen versterken?
- Published
- 2015
37. Ontwikkeling van enkele mosselbanken in de Nederlandse Waddenzee, situatie 2014
- Author
-
Fey-Hofstede, F.E., Dankers, N.M.J.A., Meijboom, A., Sonneveld, C., Verdaat, J.P., Bakker, A.G., Dijkman, E.M., Cremer, J.S.M., Fey-Hofstede, F.E., Dankers, N.M.J.A., Meijboom, A., Sonneveld, C., Verdaat, J.P., Bakker, A.G., Dijkman, E.M., and Cremer, J.S.M.
- Abstract
IMARES Wageningen UR is studying the long-term development of a number of individual mussel beds in the Dutch part of the Wadden Sea, and trying to identify the characteristics that determine the survival of such beds. The study is being carried out in the context of the WOT theme of ‘Nature Information Infrastructure’. The present report presents the 2014 situation. The annual reports of this multi-year project include interim results with yearly additions. The results of the annual mapping and population survey provide a picture of the development of the mussel beds over a large number of years. The results so far show that the mussel beds tend to gradually decrease in size, coverage and population density after the year in which they come into existence., IMARES Wageningen UR bestudeert de ontwikkeling op de lange termijn van een aantal individuele mosselbanken in de Nederlandse Waddenzee met speciale aandacht voor de eigenschappen die het al dan niet overleven van mosselbanken bepalen. Het onderzoek wordt uitgevoerd in het WOT-thema informatievoorziening Natuur. Dit rapport gaat over de situatie in 2014. Omdat dit een langjarig project is bevatten de jaarlijkse rapportages voorlopige tussenresultaten die elk jaar worden aangevuld. De tussenresultaten vande jaarlijkse kartering en populatiemeting geven een beeld van de ontwikkeling van mosselbanken over een groot aantal jaren. Uit de resultaten tot nu toe blijkt dat de mosselbanken in het algemeen na het jaar van ontstaan langzaam in oppervlakte, bedekkingspercentage en populatiedichtheid achteruit gaan. Op demosselbanken neemt dan het percentage lege schelpen, algen, zeepokken en restgewicht toe in verhouding tot de levende mosselen. De afname in oppervlakte en bedekking wordt af en toe tenietgedaan door een goede broedval, waarna het proces opnieuw begint. Over de jaren ontstaat dus geleidelijk een mosselbank met meerdere jaarklassen en met een gevarieerde gemeenschap. Ondanks de overeenkomsten in algemene ontwikkeling zijn er jaarlijks grote verschillen te zien in de ontwikkeling tussen individuele mosselbanken.Deze verschillen kunnen ontstaan door locatie (en dus blootstellingen aan storm of predatie) of door karakteristieken van de mosselbank (de mate waarin deze bestand is tegen stormen en predatie).
- Published
- 2015
38. From frustration to integration: Action strategies for a better fit between knowledge and policy on the Wadden Sea
- Author
-
van der Molen, F., Floor, J.R., van Enst, W., Seijger, C., Giebels, D., van Tatenhove, J.P.M., van der Molen, F., Floor, J.R., van Enst, W., Seijger, C., Giebels, D., and van Tatenhove, J.P.M.
- Abstract
How can knowledge help to produce better policy for the Wadden Sea? This is the question that our research projects have sought to answer. Although the Wadden region offers many fine examples of knowledge development that is effectively aligned with policy issues, we can see that the relationship between knowledge and policy is often far from optimal. By way of this document we hope to help bring about a better fit between knowledge and policy.
- Published
- 2015
39. Een zee van mosselen : handboek ecologie, bescherming, beleid en beheer van mosselbanken in de Waddenzee
- Author
-
Dankers, N.M.J.A., Fey-Hofstede, F.E., Dankers, N.M.J.A., and Fey-Hofstede, F.E.
- Abstract
Mosselbanken waren lange tijd een vertrouwd en veel voorkomend verschijnsel in de Waddenzee. Droogvallende banken konden, ondanks zware stormen in najaar en winter, op heel veel plaatsen tientallen jaren oud worden. Er was sprake van een dynamische doch op grote schaal stabiele situatie. Op dezelfde of nabij gelegen plekken waar mosselbanken verdwenen, ontstonden immers meestal weer nieuwe banken. Maar toen kwam er een tijd dat dit niet meer zo van zelfsprekend was…
- Published
- 2015
40. Het kokkelbestand in de Nederlandse kustwateren in 2015
- Author
-
van Asch, M., van den Ende, D., Brummelhuis, E.B.M., van Zweeden, C., Troost, K., van Asch, M., van den Ende, D., Brummelhuis, E.B.M., van Zweeden, C., and Troost, K.
- Abstract
Onderzoeksinstituut IMARES heeft in opdracht van het ministerie van EZ in het voorjaar van 2015 het kokkelbestand (Cerastoderma edule) in de Waddenzee, de Oosterschelde en de Westerschelde geïnventariseerd. De inventarisatie wordt jaarlijks uitgevoerd om te kunnen bepalen hoeveel er gevist mag worden en is daarnaast ook van belang voor evaluatie van beheersmaatregelen en effectstudies in het kader van Natura 2000 en de natuurbeschermingswet. De kokkelbestandsopname wordt sinds 1990 uitgevoerd in de Oosterschelde en de Waddenzee, sinds 1992 in de Westerschelde en sinds 1993 in de Voordelta (als onderdeel van de bestandsopnamen van mesheften en halfgeknotte strandschelpen in de Nederlandse kustzone). Doel van deze inventarisaties ten behoeve van de visserij is het bepalen van de voorjaarsbestanden in deze gebieden, op basis waarvan een schatting wordt gemaakt van de oogstbare bestanden in september.
- Published
- 2015
41. Ruimtelijke verspreiding van mosselen en Japanse oesters in de Waddenzee in de periode 1992 - 2013
- Author
-
Troost, K., van Stralen, M.R., van Zweeden, C., Brinkman, A.G., Troost, K., van Stralen, M.R., van Zweeden, C., and Brinkman, A.G.
- Abstract
Het doel van dit rapport is om de tot op heden verzamelde gegevens met betrekking tot het voorkomen van mosselbanken en oesterbanken in de Nederlandse Waddenzee samen te voegen en toegankelijk te maken voor een breed publiek. In dit rapport wordt ruimtelijke informatie gepresenteerd, zonder in te gaan op achterliggende factoren en oorzaken. Voor dat laatste wordt verwezen naar de literatuurverwijzingen zoals opgenomen. De verzamelde gegevens zijn geaggregeerd tot kaarten waarin inzichtelijk wordt gemaakt waar en in welke frequentie mosselbanken aanwezig zijn geweest. Het is daarbij goed mogelijk dat er nu ter plaatste geen mosselen liggen. De kaarten laten evenwel zien waar ze hebben gelegen en de omstandigheden klaarblijkelijk dus geschikt zijn om ze te laten ontstaan. De gebieden waar frequent mosselbanken hebben gelegen worden daarom aangeduid als ‘mosselgebieden’.
- Published
- 2015
42. Aanwijzing nieuwe productiegebieden: Onderbouwing monstername sanitair programma
- Author
-
Dedert, M., Blanco Garcia, A., Poelman, M., Dedert, M., Blanco Garcia, A., and Poelman, M.
- Abstract
In dit rapport wordt een onderbouwing met aanbevelingen gepresenteerd van het sanitair monitoringsprogramma voor schelpdieren. De analyse is opgesplitst in de Waddenzee, (Zuidelijk) Deltagebied (Oosterschelde, Grevelingenmeer, Veerse Meer en Westerschelde) en Noordzee.
- Published
- 2015
43. A review of blue carbon in the Netherlands
- Author
-
Tamis, J.E., Foekema, E.M., Tamis, J.E., and Foekema, E.M.
- Abstract
Blue carbon (the carbon stored in marine and coastal ecosystems – in biomass, buried in sediments and sequestered from the atmosphere and ocean) is considered as an issue of interest regarding its potential as a climate change mitigation measure in the OSPAR maritime area (OSPAR, 2015). Because blue carbon has not yet been properly explored in the North East Atlantic, OSPAR requested the Dutch government to provide information about blue carbon in the Netherlands and opportunities to enhance blue carbon in the Netherlands.
- Published
- 2015
44. The role of the starfish (Asterias rubens L.) predation in blue mussel (Mytilus edulis L.) seedbed stability
- Author
-
Smaal, Aad, Jansen, Jeroen, Schellekens, Tim, Agüera García, A., Smaal, Aad, Jansen, Jeroen, Schellekens, Tim, and Agüera García, A.
- Abstract
Mussel beds are an important ecological component in the Wadden Sea. Mussels’ offspring settle massively in new suitable areas, forming seedbeds that may disappear again within months. The probability of a seedbed to survive the first winter is defined as seedbed stability; a definition that plays a very important role in the management of newly settled seedbeds. Many factors are important in the survival or extinction of seedbeds. Predation is thought to be particularly important during the first year after settlement and therefore key to survival. Many predators feed on mussel beds, but for most of them the potential to exterminate a seedbed is restricted by different factors such as prey selection or competition. Common starfish (Asterias rubens) are capable of concentrating/aggregating in high densities on mussel seedbeds making them an especially important factor limiting/affecting survival of mussel seedbeds. This study assesses the capacities of starfish as a mussel seed predator. It also provides tools and information to assess the risks of a seedbed being attacked and exterminated by starfish. In Chapter 2 the role of temperature and shading on winter predation was studied. The results showed that temperature limits feeding rate and feeding activity of starfish during winter. However, starfish feeding rate exhibited very high sensitivity to temperature changes. Light intensity affected both feeding rate and feeding activity. We conclude that starfish may not be an important factor destabilizing seedbeds during the average winter, but its importance may grow along with the increasing mean winter temperature due to climate change. In Chapter 3 the impact of salinity changes on predation performance and survival was assessed. Salinity is the main driver of species distributions in the Wadden Sea. Results show that salinity affected predation performance by reducing feeding activity and causing changes in prey selection. Moreover, as acclimation occurr
- Published
- 2015
45. Broedsucces van kustbroedvogels in de Waddenzee in 2011-2013
- Author
-
Koffijberg, K., de Boer, P., Hustings, F., van Kleunen, A., Oosterbeek, K., Cremer, J.S.M., Koffijberg, K., de Boer, P., Hustings, F., van Kleunen, A., Oosterbeek, K., and Cremer, J.S.M.
- Abstract
Sinds 2005 worden in de Waddenzee jaarlijks gegevens verzameld over het broedsucces van een aantal karakteristieke kustbroedvogels. Hiervoor worden tien vogelsoorten gevolgd die representatief worden geacht voor specifieke habitats en voedselgroepen. Het reproductiemeetnet kustbroedvogels wordt uitgevoerd als een ‘early warning systeem’ om het reproducerend vermogen van de vogelpopulaties in de Waddenzee te volgen en de achterliggende processen van populatieveranderingen te doorgronden. Het fungeert als een wezenlijkeaanvulling op de monitoring van aantallen en aantalsveranderingen en wordt uitgevoerd in het kader van trilaterale afspraken met Duitsland en Denemarken (TMAP). De resultaten uit 2011, 2012 en 2013 laten zien dat op dit moment nog steeds veel soorten kustbroedvogels weinig succesvol zijn. Vooral Scholekster, Kluut, Kokmeeuw, Grote Stern, Visdief en Noordse Stern kampen met een structureel te laag broedsucces. De slechte broedresultaten worden veroorzaakt door verschillende factoren. Eén daarvan is overstromingen als gevolg van hoogwater gedurende het broedseizoen. Ook worden in de nestfase veel broedvogels slachtoffer van predatie van legsels, met name door Vos en Bruine Rat. Daarnaast speelt een te geringe voedselbeschikbaarheid bij een aantal soorten vermoedelijk een belangrijke rol.
- Published
- 2015
46. Effecten van garnalenvisserij in Natura 2000 gebieden
- Author
-
Glorius, S.T., Craeymeersch, J.A.M., van der Hammen, T., Rippen, A.D., Cuperus, J., van der Weide, B.E., Steenbergen, J., Tulp, I., Glorius, S.T., Craeymeersch, J.A.M., van der Hammen, T., Rippen, A.D., Cuperus, J., van der Weide, B.E., Steenbergen, J., and Tulp, I.
- Abstract
De garnalenvisserij is economisch en in aantallen schepen één van de belangrijkste visserijen in Nederland en opereert vooral binnen Natura 2000 gebieden. Voor zowel de Noordzeekustzone als de Waddenzee is er binnen de Natura 2000 wetgeving een verbeterdoelstelling geformuleerd voor Habitattype 1110 (permanent overstroomde zandbanken). Het effect van het garnalentuig op het ecosysteem is echter niet goed bekend. Om in dit kennishiaat te voorzien, is er in de periode 2012-2014 onderzoek uitgevoerd naar een aantal aspecten van de mogelijke effecten van de garnalenvisserij. Enerzijds is de bijvangst in kaart gebracht, anderzijds is experimenteel onderzoek verricht naar de korte termijneffecten van het garnalentuig op de bodemfauna.
- Published
- 2015
47. The impact of pelagic mussel collectors on plankton in the western Wadden Sea,the Netherlands
- Author
-
Lindeboom, Han, van der Meer, J., Riegman, Roel, Jacobs, P., Lindeboom, Han, van der Meer, J., Riegman, Roel, and Jacobs, P.
- Published
- 2015
48. Invasieve soorten Waddenzee: : Introductiekansen van probleemsoorten via schelpdiertransport
- Author
-
Tamis, J.E., Sneekes, A.C., Jak, R.G., Tamis, J.E., Sneekes, A.C., and Jak, R.G.
- Published
- 2015
49. Invasieve soorten Waddenzee: : Ecosysteem resistentie en de Filipijnse tapijtschelp
- Author
-
Sneekes, A.C., Mendez Merino, Natalia, van der Weide, B.E., Glorius, S.T., Tamis, J.E., Sneekes, A.C., Mendez Merino, Natalia, van der Weide, B.E., Glorius, S.T., and Tamis, J.E.
- Published
- 2015
50. Inventarisatie bodemfauna op projectlocatie Vogelsand
- Author
-
Troost, K., van den Ende, D., Troost, K., and van den Ende, D.
- Abstract
Vogelbescherming Nederland heeft het voornemen om, samen met andere partijen, een vogeleiland aan te laten leggen nabij Den Oever in de Waddenzee. Omdat de Waddenzee een beschermd natuurgebied is dat deel uitmaakt van het Europese Natura 2000 netwerk, moet hiervoor een NB-wet vergunning aangevraagd worden. Voordat Vogelbescherming Nederland deze vergunning aan kan vragen moet een Passende Beoordeling worden opgesteld, waarin wordt ingeschat welke effecten er mogelijk zijn op de instandhoudingsdoelstellingen voor de verschillende habitattypen en soorten welke bescherming genieten binnen Natura 2000 kader. Zo zal de aanleg van een eiland met een oppervlak van maximaal 100 hectare direct leiden tot een afname in het areaal van habitattype H1110: permanent overstroomde zandplaten. Om in te kunnen schatten of de aanleg van het vogeleiland ook een effect zal hebben op de kwaliteit van het resterende habitattype H1110 heeft Vogelbescherming Nederland meer inzicht nodig in de aanwezige bodemdier gemeenschap, het macrobenthos. Vogelbescherming Nederland heeft daarom aan IMARES gevraagd om in het plangebied voor het vogeleiland (‘Vogelsand’) de aanwezige bodemfauna te inventariseren, en om te onderzoeken of de aanwezige bodemfauna rijker, minder rijk of even rijk is als het overige gebied binnen H1110.
- Published
- 2015
Catalog
Discovery Service for Jio Institute Digital Library
For full access to our library's resources, please sign in.