Search

Sinds 2019 werken BoerenNatuur, LTO Noord en de Vlinderstichting samen in een landelijk project waarin boeren op eigen bedrijf dag- en nachtvlinders meten. Jeroen van der Brugge, projectleider bij de Vlinderstichting, vertelt in dit kennisuur wat het verschil is tussen dag- en nachtvlinders, welke behoeften vlinders hebben en wat hun aanwezigheid dus zegt over de staat van een gebied. In het BIMAG-project (Boeren InsectenMonitoring Agrarisch Gebied) wordt bekeken of het nemen van (natuur)maatregelen terug wordt gezien in het aantal en type vlinders op het bedrijf.

A list with the 133 microlepidoptera observed during a short trip in 10 Andalusian localities in the spring of 2021 is showed here. It is worth noting the first citation for Europe of the Phycitinae Pima marocana Slamka, 2019., Se presenta la lista de los 133 microlepidópteros detectados en 10 localidades andaluzas durante la primavera de 2021. Destaca la primera cita para Europa del Phycitinae Pima marocana Slamka, 2019.

Se describe una nueva especie del género Eraina Clarke, 1978 (Lepidoptera: Autostichidae), Eraina chelifera nov. sp., a partir de ejemplares recolectados en la zona central de Chile. Se presentan caracteres de diagnóstico para la especie, fotografías del adulto e ilustraciones de las estructuras genitales del macho y la hembra. A new species of the genus Eraina Clarke, 1978 (Lepidoptera: Autostichidae), Eraina chelifera nov. sp., is described from specimens collected in central Chile. Diagnostic characters for the species are presented; photographs of the adult and illustrations of male and female genitalia are provided.

Представлен список из 95 видов, 44 родов, входящих в состав семейств Yponomeutidae, Argyresthiidae, Plutellidae, Tortricidae, по результатам многолетних сборов на территории Беларуси. 8 видов отмечены для фауны Беларуси впер-вые: Thyraylia nana (Haworth, 1811), Aphelia unitana (Hübner, 1799), Aphelia viburnana (Denis et Schiffermüller, 1775), Bactra robustana (Christoph, 1872), Selenodes karelica (Tengström, 1875), Epinotia gimmerthaliana (Lienig et Zeller, 1846), Gypsonoma oppressana (Treitschke, 1835) и Epiblema sticticana (Fabricius, 1794). Как потенциальные вредители сельского и лесопаркового хозяйств Беларуси отмечены 42 вида. =The paper presents a checklist of 95 species from 44 genera of the families: Yponomeutidae, Argyresthiidae, Plutellidae, Tor-tricidae based on the results of long term collecting on the territory of Belarus. 8 species are recorded for Belarus at the first time: Thyraylia nana (Haworth, 1811), Aphelia unitana (Hübner, 1799), Aphelia viburnana (Denis et Schiffermüller, 1775), Bactra robustana (Christoph, 1872), Selenodes karelica (Tengström, 1875), Epinotia gimmerthaliana (Lienig et Zeller, 1846), Gypsonoma oppressana (Treitschke, 1835) и Epiblema sticticana (Fabricius, 1794). 42 species are considered as pests and potential pests in the agriculture, forests and parks of Belarus.

Op 27 september 2003 organiseerde de Nederlandse Entomologische Vereniging een studiemiddag over Nederlandse insectennamen met de mooie titel: “Letterzetter of weeskind?” De inleiders op deze bijeenkomst hadden allemaal op de een of andere manier ervaring met het geven van Nederlandse namen aan de dieren uit de groepen waarin ze zich gespecialiseerd hadden. Enkele van de deelnemers vroegen zich af waarom die naamgeving toch eigenlijk nodig was: er waren toch wetenschappelijke namen. Uit de discussie, die hierop ontstond, kwam een aantal argumenten naar voren die aangeven waarom het gebruik van Nederlandse namen toch wenselijk zou kunnen zijn: - De natuurbescherming is gediend met Nederlandse namen, omdat er een weerzin is tegen de zogenaamd moeilijke wetenschappelijke namen en dat mag geen hinderpaal zijn bij het beschermen van deze dieren; - Beleidsambtenaren c.q. rapportschrijvers vragen er om voor het schrijven van hun adviezen; - Er is duidelijk een vraag uit de “markt” op dit gebied en die mogen we niet negeren. Zo vraagt men bv. tijdens een excursie bijna altijd naar een Nederlandse naam; - In Engeland, Duitsland en Zweden is een lange traditie in het gebruik van namen in de eigen taalen waarom zou dat hier niet kunnen. Hoe je ook over Nederlandse namen en over het gebruik daarvan denkt, hier staan toch op zijn minst argumenten, die het overdenken waard zijn. Daar komt nog bij dat de digitale fotografie en de computer steeds meer ingang vonden. Mensen willen bij hun foto’s graag een naam hebben en dan het liefst geen wetenschappelijke naam. Vaak bedenken zij ook zelf namen, die niet altijd even gelukkig zijn. In de hierboven genoemde bijeenkomst bleek dat bij de naamgeving verschillende opvattingen waren. De een ging niet verder dan de familie of het genus en de ander daalde af tot op het soortniveau, waarbij wel rekening gehouden werd met de naam van de familie of het genus. Sommigen gingen te rade bij streektalen, anderen waren alert op nieuwe namen die spon

Op 27 september 2003 organiseerde de Nederlandse Entomologische Vereniging een studiemiddag over Nederlandse insectennamen met de mooie titel: “Letterzetter of weeskind?” De inleiders op deze bijeenkomst hadden allemaal op de een of andere manier ervaring met het geven van Nederlandse namen aan de dieren uit de groepen waarin ze zich gespecialiseerd hadden. Enkele van de deelnemers vroegen zich af waarom die naamgeving toch eigenlijk nodig was: er waren toch wetenschappelijke namen. Uit de discussie, die hierop ontstond, kwam een aantal argumenten naar voren die aangeven waarom het gebruik van Nederlandse namen toch wenselijk zou kunnen zijn: - De natuurbescherming is gediend met Nederlandse namen, omdat er een weerzin is tegen de zogenaamd moeilijke wetenschappelijke namen en dat mag geen hinderpaal zijn bij het beschermen van deze dieren; - Beleidsambtenaren c.q. rapportschrijvers vragen er om voor het schrijven van hun adviezen; - Er is duidelijk een vraag uit de “markt” op dit gebied en die mogen we niet negeren. Zo vraagt men bv. tijdens een excursie bijna altijd naar een Nederlandse naam; - In Engeland, Duitsland en Zweden is een lange traditie in het gebruik van namen in de eigen taalen waarom zou dat hier niet kunnen. Hoe je ook over Nederlandse namen en over het gebruik daarvan denkt, hier staan toch op zijn minst argumenten, die het overdenken waard zijn. Daar komt nog bij dat de digitale fotografie en de computer steeds meer ingang vonden. Mensen willen bij hun foto’s graag een naam hebben en dan het liefst geen wetenschappelijke naam. Vaak bedenken zij ook zelf namen, die niet altijd even gelukkig zijn. In de hierboven genoemde bijeenkomst bleek dat bij de naamgeving verschillende opvattingen waren. De een ging niet verder dan de familie of het genus en de ander daalde af tot op het soortniveau, waarbij wel rekening gehouden werd met de naam van de familie of het genus. Sommigen gingen te rade bij streektalen, anderen waren alert op nieuwe namen die spon

Nieuwe Macrolepidoptera vondsten in Nederland worden beschreven. Hierbij zijn ook twee voor Nederland nieuwe soorten, de trekkende pyralide Antigastra catalaunalis en Mompha jurassicella. Tevens zijn veel bijzondere trekvlinders gevonden. Met name voor Gelderland en Zeeland worden relatief veel nieuwe gegevens vermeld

In this 17th annual report we record three species new for The Netherlands: Isophrictis anthemidella (Gelechiidae) and Paracorsia repandalis (Crambidae) from the province of Limburg, and Eana argentana (Tortricidae) from Noord-Brabant. The following remarkable findings are reported: Oinophila v-flava (Tineidae), found for the first time in a long period and new for Gelderland, two rare miners of common broom (Cytisus scoparius), Micrurapteryx kollariella and Phyllonorycter scopariella (Gracillariidae) were found in numbers in the National Park Meinweg (Limburg), Elachista geminatella (Elachistidae), earlier recorded under the name E. regificella is reported for the first time outside Limburg, Mirificarma interrupta (Gelechiidae), also found near common broom in the National Park Meinweg, Argyroploce arbutella (Tortricidae) found in two localities after several years of absence and the ninth locality of Paralipsa gularis (Pyralidae). In total we report 118 species, 48 new provincial records, particularly for the northern provinces.

In this 17th annual report we record three species new for The Netherlands: Isophrictis anthemidella (Gelechiidae) and Paracorsia repandalis (Crambidae) from the province of Limburg, and Eana argentana (Tortricidae) from Noord-Brabant. The following remarkable findings are reported: Oinophila v-flava (Tineidae), found for the first time in a long period and new for Gelderland, two rare miners of common broom (Cytisus scoparius), Micrurapteryx kollariella and Phyllonorycter scopariella (Gracillariidae) were found in numbers in the National Park Meinweg (Limburg), Elachista geminatella (Elachistidae), earlier recorded under the name E. regificella is reported for the first time outside Limburg, Mirificarma interrupta (Gelechiidae), also found near common broom in the National Park Meinweg, Argyroploce arbutella (Tortricidae) found in two localities after several years of absence and the ninth locality of Paralipsa gularis (Pyralidae). In total we report 118 species, 48 new provincial records, particularly for the northern provinces.

Presentatie van het zeventiende jaaroverzicht van de Nederlandse Microlepidoptera vanaf 1983. Vondsten worden apart beschreven, onder vermelding van vindplaats (met coördinatoren). Er zijn drie nieuwe soorten aangetroffen (t.w. Isophrictis amthemidella, Eana Argentana en Paracorsia repandalis) en een reeks opvallende vondsten van soorten die lang niet meer werden aangetroffen of zeldzaam zijn

Roeslerstammiidae Bruand, [1851], originally proposed as Röslertammidae, an incorrect original spelling, is a justified emendation and the valid family-group name based on the type genus Roeslerstammia Zeller, 1839. The recent rejection of Roeslerstammiidae by Heppner (2005) is refuted, and the priority over Amphitheridae Meyrick, 1913, is maintained.

Roeslerstammiidae Bruand, [1851], originally proposed as Röslertammidae, an incorrect original spelling, is a justified emendation and the valid family-group name based on the type genus Roeslerstammia Zeller, 1839. The recent rejection of Roeslerstammiidae by Heppner (2005) is refuted, and the priority over Amphitheridae Meyrick, 1913, is maintained.

Roeslerstammiidae Bruand, [1851], originally proposed as Röslertammidae, an incorrect original spelling, is a justified emendation and the valid family-group name based on the type genus Roeslerstammia Zeller, 1839. The recent rejection of Roeslerstammiidae by Heppner (2005) is refuted, and the priority over Amphitheridae Meyrick, 1913, is maintained.

Roeslerstammiidae Bruand, [1851], originally proposed as Röslertammidae, an incorrect original spelling, is a justified emendation and the valid family-group name based on the type genus Roeslerstammia Zeller, 1839. The recent rejection of Roeslerstammiidae by Heppner (2005) is refuted, and the priority over Amphitheridae Meyrick, 1913, is maintained.

Roeslerstammiidae Bruand, [1851], originally proposed as Röslertammidae, an incorrect original spelling, is a justified emendation and the valid family-group name based on the type genus Roeslerstammia Zeller, 1839. The recent rejection of Roeslerstammiidae by Heppner (2005) is refuted, and the priority over Amphitheridae Meyrick, 1913, is maintained.

Het jaar 2004 was erg warm, maar natter dan de voorgaande jaren. Toch zijn er nooit eerder van zoveel soorten in één jaar waarnemingen gemeld. Er werden werden voor het eerste sinds 1982 geen nieuwe soorten nieuw voor de fauna gevonden

Vijftiende jaaroverzicht van de Nederlandse Microlepidoptera sedert 1983. Het zeer warme en droge 2003 kende weer veel opmerkelijke kleine vlinders. Vier soorten werden voor het eerst in ons land waargenomen, waaronder de bladroller Cydia inquinatana. Er waren vooral opvallende vondsten van bladmineerders, onder andere soorten die zich in de stedelijke omgeving uitbreiden, mogelijk als gevolg van de ruimere aanplant van hun voedselplant, maar waarschijnlijk ook als gevolg van het zachtere klimaat. Bij andere soorten lijkt het klimaat inderdaad de beste verklaring voor de uitbreiding van het areaal. Ook van andere soorten dan de mineerders werden weer opmerkelijke uitbreidingen gesignaleerd, zoals twee soorten die op de Veluwe opdoken maar voorheen alleen van de kust bekend waren.Fig. 1-2. Bladmijnen van Antispila. Fig. 3-4. Bladmijnen van Tischeria. Fig. 6-7. Cydia inquinatana, genitaliën. Fig. 5. Cydia inquinatana, mannetje

In 2001 en 2002 werd ons land weer drie soorten kleine vlinders rijker: Phyllonorycter insignitella, Elachista orstadii en Blastobasis lignea. De eerste twee zijn in Zuid-Limburg gevonden en horen daar waarschijnlijk tot de oorspronkelijke fauna. Blastobasis lignea, gevangen in Den Helder, is mogelijk een adventief afkomstig van de Britse eilanden, maar hoort oorspronkelijk alleen thuis op Madeira. De verspreiding en uitbreiding van zes andere soorten illustreren we hier met verspreidingskaarten, In this fourteenth annual report three species are recorded for the first time from The Netherlands: Phyllonotycter insignitella, Elachista orstadii and Blastobasis lignea. The former two were found in the province of Limburg. Blastobasis lignea was collected in Den Helder, Noord-Holland. It is the first time this species is recorded from Continental Europe. We provide a key to three species of Phyllonorycter living on herbaceous Leguminosae. The range-expanding leafminers Cameraria ohridella, Phyllonorycter robiniella and P. medicaginella again increased their area in our country

This is the twelfth compilation of interesting Microlepidoptera collected in The Netherlands, covering the year 1999. Cochylidia richteriana (Tortricidae) is recorded for the first time from The Netherlands: two females were swept from vegetation in the extreme south of the country. In 1999 Cameraria ohridella (Gracillariidae) appeared to be established in The Netherlands, we refer to its discovery. The following rare or interresting species are mentioned here: Ectoedemia quinquella (Nepticulidae), the second Dutch locality: the very rare Depressaria pulcherrimella (Depressariidae) was found in the province Zuid-Holland; a third locality of both Aristotelia subdecurtella and Monochroa arundinetella (Gelechiidae) for The Netherlands in the province of Overijssel: the occurrence of Mirificarma eburnella (Gelechiidae) in The Netherlands is confirmed: two specimens in a Malaise trap in the province Limburg; earlier records are discussed: they are either wrong or uncertain. An explanation of the nomenclature of Nemophora violellus (Stainton) (Adelidae) is given, the diagnostic differences in the first tergites of Helcystogramma lutatella and H. rufescens (Gelechiidae) are discussed and Lithospermum officinale is recorded as new hostplant for Dialectica imperial ella (Gracillariidae).

This is the twelfth compilation of interesting Microlepidoptera collected in The Netherlands, covering the year 1999. Cochylidia richteriana (Tortricidae) is recorded for the first time from The Netherlands: two females were swept from vegetation in the extreme south of the country. In 1999 Cameraria ohridella (Gracillariidae) appeared to be established in The Netherlands, we refer to its discovery. The following rare or interresting species are mentioned here: Ectoedemia quinquella (Nepticulidae), the second Dutch locality: the very rare Depressaria pulcherrimella (Depressariidae) was found in the province Zuid-Holland; a third locality of both Aristotelia subdecurtella and Monochroa arundinetella (Gelechiidae) for The Netherlands in the province of Overijssel: the occurrence of Mirificarma eburnella (Gelechiidae) in The Netherlands is confirmed: two specimens in a Malaise trap in the province Limburg; earlier records are discussed: they are either wrong or uncertain. An explanation of the nomenclature of Nemophora violellus (Stainton) (Adelidae) is given, the diagnostic differences in the first tergites of Helcystogramma lutatella and H. rufescens (Gelechiidae) are discussed and Lithospermum officinale is recorded as new hostplant for Dialectica imperial ella (Gracillariidae).